< | Resultaat 1628 van 2531 | > |
---|
De Meyer, Maurits (° Elversele, 1895-03-02 - ✝ Wilrijk, 1970-11-24)
Uitgever en volkskundige.
Studeerde tussen 1916 en 1918 klassieke filologie en geschiedenis aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit von Bissing Universiteit). Dit had tot gevolg dat de Belgische universiteiten en de Centrale Examencommissie voor hem na de oorlog gesloten bleven. Spoedig trad hij in dienst van de nog jonge uitgeverij Standaard Boekhandel, waarvan hij 35 jaar lang directeur (01.10.1924) en later beheerder was. Zo was hij ook medestichter van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), die hij ook als voorzitter zou leiden, en was hij betrokken bij de organisatie van de Boekenbeurs voor Vlaanderen in Antwerpen. Als wetenschapsman verwierf de Meyer faam door zijn activiteiten op gebied van volkskunde - het is mede dankzij hem dat men deze wetenschap in Vlaanderen ernstig is gaan beoefenen. De Meyer specialiseerde zich in de studie van Vlaamse sprookjes, waarover hij in binnen- en buitenland publiceerde.
Grymonprez, Gilbert (° Harelbeke, 1911-04-07 - ✝ Kortrijk, 1991-06-24)
Directeur van boekhandel Zonnewende te Kortrijk.
Gilbert Grymonprez trad in 1935 in dienst bij Zonnewende, een kunst- en boekhandel in Kortrijk, opgericht in 1920. Deze boekhandel heeft bijgedragen tot de Vlaamsgezinde en culturele emancipatie van stad en streek. Tot 1946 nam Grymonprez er de functie van (verkoops)directeur waar. Hij huwde voor de eerste keer in 1937, in 1973 voor een tweede maal.
Kollár, Kàlmàn (koloman) (???)
Uitgever.
Dr. Koloman Kollàr was de Hongaarse tweede echtgenoot van Maria-Theresia Veen, de dochter van L.J. Veen, die de gelijknamige Amsterdamse uitgeversmaatschappij oprichtte. Kollàr was zelf een uitgever en zijn langdurige buitenlandse ervaring beïnvloedde het fonds en gaf de uitgeverij een meer internationaal karakter, want op zijn advies werden er niet alleen werken van o.a. Rüssel, Jacques Pirenne en Rostovtzeff opgenomen, maar ook romans van belangrijke Hongaarse auteurs (Marai, Harsányi e.a.).
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Leonard, Jos (° Antwerpen, 1892-11-28 - ✝ Elsene, 1957-05-13)
Graficus, rijkshoofdinspecteur van het Technisch Onderwijs.
Jos Léonard studeerde enige tijd aan de Academie van Antwerpen. Gezondheidsredenen verplichtten hem er echter toe zijn opleiding te onderbreken. Zijn geestdrift voor de moderne kunststromingen (neo-impressionisme, kubisme, futurisme) bracht hem al heel vroeg in contact met pioniers als Paul Van Ostaijen. In 1920 verzorgde hij de illustraties voor De Witte van E. Claes en voor Loflitanie van St. Franciscus van M. Gijsen. Hij maakte zowel litho's, tekeningen als meubelontwerpen. Als rijkshoofdinspecteur voor het plastisch onderwijs had hij veel invloed op de modernisering van dit onderwijs. Hij was al vroeg met kubisme, futurisme en orfisme bezig. Hij heeft ook het Antwerpse milieu beïnvloed. Hij liet zich inspireren door het lyrisme van Kandinsky en de sfeer van De Stijl. Het rustige evenwicht is karakteristiek voor zijn werk. Hij specialiseerde zich in reclame, fotomontage, gebrandschilderde glasramen, boekillustraties, boekbanden, ...
Van Ael, Jules (° Borgerhout, 1912-05-28 - ✝ Mortsel, 1997-11-04)
Kunstschilder, etser en professor tekenen.
Van Ael bracht een groot deel van zijn leven door aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. In 1930 werd hij er leerling, hij volgde vijf jaar lessen aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten, waarna hij nog twee jaar schilderen volgde om zich voor te bereiden op de Prijs van Rome (1940: tweede prijs). In 1944 werd hij leraar tekenen aan de avondacademie. Zijn werken worden gekenmerkt door de nauwkeurige weergave van de eenvoudige dingen uit de omgeving.
Zonnewende
Op 30 april 1920 werd in Het Vlaamsch Huis te Kortrijk de maatschappij Zonnewende opgericht, met als doel in het Kortrijkse een kunst- en boekhandel op te richten, die zou bijdragen tot de Vlaamsgezinde en culturele emancipatie van stad en streek. De belangrijkste initiatiefnemer was Arthur Mulier; medestichters waren o.m. Jozef De Coene, Jozef Delbaere, Stijn Streuvels. Streuvels werd bovendien tot voorzitter aangesteld. De zaak kwam echter niet van de grond, zodat ze in juni 1925 werd ontbonden en werd overgenomen door de Maatschappij voor Katholieke Vlaamsche Werken. Eind 1935 werd Zonnewende opnieuw opgericht als Naamloze Vennootschap. Tot 1946 was Gilbert Grymonprez er directeur; hij werd opgevolgd door Jozef Cordie. Zonnewende beperkte zich in de eerste jaren tot het importeren van de uitgaven van Het Spectrum, maar ging in de Tweede Wereldoorlog ook zelf uitgeven, o.m. werk van Streuvels. Na het vertrek van Jozef Cordie in 1950 werd nog maar weinig nieuw werk uitgebracht. De boek- en kunsthandel Zonnewende, waar Streuvels' dochter Isa Lateur na de Tweede Wereldoorlog werkzaam was,werd in 1961 overgenomen door de Standaard Boekhandel.
Propaganda Abteilung
Na de inname van Brussel tijdens de Tweede Wereldoorlog en na het uitbouwen van de 'Militärverwaltung', het militaire bestuur, was er nood aan een propaganda-afdeling ('Propaganda Abteilung') om de nieuwsmedia onder controle te houden. De propaganda-afdeling, met hoofdzetel te Brussel, liet zich vooral in met culturele aangelegenheden. Zo bestonden er afdelingen ('Staffeln'), die elk voor één tak van de kunst instonden (pers, letterkunde, film, radio, ...). De propaganda-afdeling activeerde enkele instellingen. In de eerste plaats werd na de Duitse inval het distributie-agentschap Dechenne (ontstaan in 1908 als 'Agence Dechenne. Messageries de la Presse') opnieuw in werking gesteld als filiaal van het 'Reichsverband deutscher Zeitungsverleger' (RVDZ). Het agentschap verwierf een monopoliepositie voor het verdelen van kranten en tijdschriften, maar het beschikte eveneens over een boekhandel, die naast het distribueren van uitgaven ook haar eigen herdrukken op de markt bracht. Door de papierschaarste was het voor de drukkerijen moeilijk om aan voldoende papier voor hun uitgaven te geraken: eerst moest de goedkeuring gevraagd worden bij de 'Propaganda Abteilung', daarna pas werd het beschikbare papier gedistribueerd door de Papiercentrale. Verder werden er van overheidswege nog allerlei beperkingen opgelegd, zoals het verminderen van het aantal bladzijden, kleinere formaten en lagere oplagen.