<Resultaat 1682 van 2531

>

Geachte Heer Lateur,
Meen nu niet, dat ik op uw laatste schrijven, waarin U schreef, dat U voorsteldet alle uitgaven tot einde van den oorlog uit te stellen,[1] uit boosheid of wat ook niet wilde beantwoorden. Ik ga vooreerst daarmede niet akkoord en we zullen uitgeven zooveel als 't eenigszins kan. Ik heb gepoogd d[e ]h[ee]r De Meyer te ontmoeten acht dagen geleden, maar hij blijkt zoo overlast en half uit den haak te zijn, dat ik tot heden nog geen antwoord van hem ontving en hem ook verleden Vrijdag te Brussel niet trof. Dat gebeurt toch wel en uit uw werken worden er zeker verschillende in den loop van 44 uitgegeven, indien oorlogsfeiten dit niet verhinderen. Ik was het week-eind te Kortrijk gaan doorbrengen en zat verdiept in proeven voor Ons geestelijk Erf,[2] toen het bombardement begon. Toevallig had ik het voorafgaande vuurwerk gezien, zoodat ik bij de eerste bommen reeds diep wegzat met mijn Vrouw. Ik herinnerde me uit den vorigen oorlog, dat een sterrenregen[ ]steeds een aanval voorafgaat! Dat is nu het derde bombardement dat ik te K[ortrijk] onderga en ik meen, dat ik er nu zal uitblijven als het anders kan.
We moeten echter beslist eens met elkaar spreken, maar ik zou er d[e ]h[ee]r De Meyer bij aanwezig willen zien. Ik schrijf hem daarover en bericht U dan wel of we te W[aregem] samenkomen. Het wordt nu echt fietsweder.
Eindelijk zullen de clichés (de teekeningen zijn klaar) voor de titelbladzijden van de vier plaquetten[3] in den loop der aanstaande week klaar komen en zeker de week na Paschen kunnen drukken.
Hierbij een brief van Wittstock. Ik liet hem Vrijdag aan Prof[essor] Teske zien en vernam nu gaarne uw oordeel en dit der Juffrouwen. Wat kenschetsend is: algemeen loven de besprekingen de illustratie, ook Prof[essor] Teske had, die fijn gevonden. Wij zullen allen, ook Prof[essor] Teske, misleid geweest [zijn] door de "Blaue Bücher", die ons alleen het pittoreske van Zevenburgen geven.[4] Ik zal antwoorden, dat bij een volgenden druk de illustratie zal verdwijnen, maar dat in Vlaanderen, waar niemand de kleederdracht en de streek kent tenzij door boeken, deze illustratie ongewoon bijval had. Of ziet U een ander antwoord wenschelijk of noodzakelijk? Prof[essor] Teske noemde d[e ]h[ee]r Witt[2]stock een "kritikaster": uit zijn schrijven lijkt het er toch naar.
Bezit U niet in de Verhandelingen van de Vl[aamsche] Akademie de beide voordrachten van Pastoor Verriest: "Wat er in Vlaanderen leeft" (1911) en "Taal en Letterkunde" (1911)? Ook bij de Vl[aamsche] Akademie kan de Pillecyn, die de uitgave van Het verzameld Werk van Verriest nagenoeg klaar heeft,[5] deze beide stukken niet meer bekomen: ze zouden niet meer voorradig zijn. Ze worden U na korten tijd terug gestuurd worden. Indien ze van belang zijn, laat ik die hier overkloppen en terugsturen, zoodat ze zeker niet in handen van de zetters geraken.[6]
Inmiddels met vriendelijke hoogachting,
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 13 maart 1944.
[2] Ons Geestelijk Erf is een driemaandelijks tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de spiritualiteit in de Nederlanden. Het bestrijkt de periode vanaf de kerstening van de Nederlanden tot het einde van het Ancien Régime.
Het tijdschrift werd in 1927 gesticht door D.A. Stracke s.j. († 1970) en het wordt sindsdien door het Ruusbroecgenootschap, dat sinds 1973 als Centrum voor Spiritualiteit deel uitmaakt van de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen, uitgegeven.
Per jaar verschijnen vier afleveringen, die samen ongeveer vierhonderd bladzijden omvatten. http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OGE
[3] Boomen, Het glorierijke Licht, Morgenstond en St. Jan.
[4] Deze brief van Wittstock vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven. Die blauen Bücher was een reeks die werd uitgegeven bij Langewiesche Königstein im Taunus in Düsseldorf. Ze behandelt voornamelijk de kunst en cultuur in Duitsland. Hier bedoelt Joris Lannoo vermoedelijk het boek: Heinrich Zillich en Hermann Phleps, Siebenbürgen und seine Wehrbauten. Düsseldorf, Langewiesche Königstein im Taunus, 1941. Uit de reeks Die blauen Bücher.
Dina Lateur vertaalde Der Hochzeitsschmuck van Erwin Wittstock: Erwin Wittstock, Het bruidsjuweel. Tielt, J. Lannoo, 1944. Vertaald door Dina Lateur e.a.
[5] In volle expansie dacht Joris Lannoo aan een uitgave van de volledige werken van Hugo Verriest, die tot stand zou komen dank zij de medewerking van Filip De Pillecijn, Ward Hermans en Stijn Streuvels. Maar dit project is niet doorgegaan. Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 198
[6] In zijn brief aan Stijn Streuvels van 18 april 1944 bedankt Joris Lannoo Streuvels voor de 'brochuur van de Vl. Akademie'.

Register

Naam - persoon

De Meyer, Maurits (° Elversele, 1895-03-02 - ✝ Wilrijk, 1970-11-24)

Uitgever en volkskundige.

Studeerde tussen 1916 en 1918 klassieke filologie en geschiedenis aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit von Bissing Universiteit). Dit had tot gevolg dat de Belgische universiteiten en de Centrale Examencommissie voor hem na de oorlog gesloten bleven. Spoedig trad hij in dienst van de nog jonge uitgeverij Standaard Boekhandel, waarvan hij 35 jaar lang directeur (01.10.1924) en later beheerder was. Zo was hij ook medestichter van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), die hij ook als voorzitter zou leiden, en was hij betrokken bij de organisatie van de Boekenbeurs voor Vlaanderen in Antwerpen. Als wetenschapsman verwierf de Meyer faam door zijn activiteiten op gebied van volkskunde - het is mede dankzij hem dat men deze wetenschap in Vlaanderen ernstig is gaan beoefenen. De Meyer specialiseerde zich in de studie van Vlaamse sprookjes, waarover hij in binnen- en buitenland publiceerde.

De Pillecyn, Filip (° Hamme, 1891-03-25 - ✝ Gent, 1962-08-07)

Letterkundige en Vlaams strijder.

De Pillecyn studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit van Leuven, was actief in de studentenkring Met Tijd en Vlijt en was voorzitter van het Algemeen Katholiek Studentenverbond. Tijdens de oorlog was hij een van de leiders van de frontbeweging. Hij schreef er enkele gedichten, die Lannoo in 1920 - samen met gedichten van Jozef Simons - bundelde onder de titel Onder den hiel. Vanaf 1919 concentreerde De Pillecyn zich op de journalistiek. Na zijn medewerking aan het dagblad De Standaard, werd hij hoofdsecretaris van het dagblad De Tijd, dat zich meer met de Vlaamse kwestie bezighield. In dezelfde periode hielp hij bij de publicatie van het satirische weekblad Pallieter. In 1926 promoveerde hij tot doctor in de Germaanse filologie, met een studie over Verriest. Tijdens het interbellum was hij leraar te Malmédy en later te Mechelen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij in 1941 directeur van het Middelbaar Onderwijs. De repressie veroordeelde hem na de Tweede Wereldoorlog wegens een te grote Vlaamsgezindheid tot vijf jaar gevangenisstraf. In de gevangenis van Sint-Gillis schreef hij drie romans: Jan Tervaert (1947), Mensen achter den dijk (1949) en De Veerman en de jonkvrouw (1950). Na zijn vrijlating in 1949 bleef hij verderschrijven (o.a. Aanvaard het Leven, 1956 en Rochus,1951). De Pillecijn schreef tevens een studie over Stijn Streuvels, Stijn Streuvels en zijn werk (1932).

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Teske, Hans (° Hamburg, 1902 - ✝)

Hoogleraar germanistiek, censor bij de Propaganda-Abteilung.

Teske studeerde aanvankelijk aan de universiteit van Hamburg. Van Hamburg ging hij naar Heidelberg, waar hij in 1924 promoveerde op een proefschrift, getiteld Het binnendringen van de Hoogduitsche Schrijftaal in de Nederlandsche stad Lüneburg. Hij werd medewerker aan het Deutsche Rechtswörterbuch (Pruisische Academie van Wetenschappen) en vestigde zich in 1927 als privaatdocent te Heidelberg. In 1934 werd hij naar Hamburg geroepen voor een leerstoel in de Germaanse Filologie, vooral op het gebied van het Nederduits. Teske was tevens de leider van het Hamburger Wörterbucharchiv aan de Hanzische Universiteit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Teske censor bij de Propaganda-Abteilung.

Verriest, Hugo (° Deerlijk, 1840-11-25 - ✝ Ingooigem, 1922-10-27)

Vlaams letterkundige, priester-leraar en flamingant.

Als leraar te Brugge (1864-1867) en te Roeselare (1867-1877) werd hij de geestelijke leider van de Blauwvoeterij, de contestatiebeweging van de katholieke en Vlaamsgezinde studerende jeugd. Hij propageerde de vernederlandsing van het middelbaar en hoger onderwijs in Vlaanderen en richtte met E. Lauwers en A. Depla De Nieuwe Tijd (1896-1901) op, een christelijk democratisch weekblad voor intellectuelen dat naast de letteren en kunst ook de sociale en economische problematiek behandelde. In 1877 was hij directeur van een zustercongregatie te Heule, een jaar later principaal van het bisschoppelijk college van Ieper en nog iets later was hij priester te Wakken (1888) en te Ingooigem (1895). Streuvels was met de pastoor van zijn parochie goed bevriend en heeft in zijn levensherinneringen ontroerende bladzijden aan hem gewijd, die afzonderlijk in 1964 werden uitgeven. Verriest is als literator o.a. bekend om zijn portrettenreeks Twintig Vlaamsche Koppen.

Verriest, Hugo (° 1840 - ✝ 1922)

Schrijver, redenaar en cultuurflamingant die tussen 1895 en 1913 in Ingooigem pastoor was.

Verriest, Hugo (° 1840 - ✝ 1922)

Priester en letterkundige. In 1895 werd hij pastoor van Streuvels' parochie Ingooigem, waar hij tot zijn pensioen in 1912 in dienst bleef. Hij was een graag geziene vriend en gastheer van veel Vlaamse (ook andersdenkende) schrijvers, die meewerkte aan de tweede reeks van Van Nu en Straks en De nieuwe tijd (1896 1901). Verriest heeft Streuvels altijd gesteund, ook toen die uit conservatieve hoek tegenkantingen ondervond vanwege zijn medewerking aan Van Nu en Straks.

Wittstock, Erwin (° 1899-02-25 - ✝ 1962-12-27)

Duitstalige prozaschrijver uit Roemenië.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, De boomen (1919). [verhaal]
[Tweede druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1944], 27 + [V] p., 24,8 x 17,7 cm.
Streuvels, Stijn, De boomen (1919).
Voorpublicatie
  • De Nieuwe Gids, XXIV, 1909, dl. 2, p. 101-114.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, Uitgave L.J. Veen, [1919], 32 p., 22,5 x 16,5 cm.
  • [Tweede druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1944], 27 + [V] p., 24,8 x 17,7 cm.
Streuvels, Stijn, Het glorierijke licht, In blijde herinnering aan den heerlijksten aller zomers die ooit over de wereld praalde, den zomer van het jaar O.H. negentien honderd en elf. (1912). [verhaal]
[Vierde druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1944], 27 + [V] p., 24,7 x 17,8 cm.
Streuvels, Stijn, Het glorierijke licht, In blijde herinnering aan den heerlijksten aller zomers die ooit over de wereld praalde, den zomer van het jaar O.H. negentien honderd en elf. (1912).
Voorpublicatie
  • De Nieuwe Gids, XXVII, 1912, dl. 1, p. 48-60.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, MIMXII [= 1912], [II] + 30 + [IV] p., 21,8 x 16,5 cm.
  • Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1919], 32 p., 22,6 x 16,4 cm.
  • [Derde druk], in: Stijn Streuvels, Proza., Mechelen, Het Kompas N.V., 1934, p. 153-179.
  • [Vierde druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1944], 27 + [V] p., 24,7 x 17,8 cm.
  • [Vijfde druk], in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel IV., Kortrijk, 't Leieschip, [1951], p. 355-374.
  • [Zesde druk], in: Het uitzicht der dingen. Het glorierijke licht. Vierde druk, Hasselt, Uitgeverij Heideland, [1962], p. 161-182.
  • [Zevende druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 1107-1124.
Streuvels, Stijn, Morgenstond (1912). [verhaal]
[Derde druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1944], 25 + [VII] p., 24,7 x 17,8 cm.
Streuvels, Stijn, Morgenstond (1912).
Voorpublicatie
  • Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, XXI, 1911, dl. 41, p. 44-50 (januari).
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, 1912, [II] + 32 + [II] p., 21,2 x 16 cm.
  • Tweede druk, Amsterdam, Uitgave L.J. Veen, [1919], 32 p., 22,8 x 16,5 cm.
  • [Derde druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1944], 25 + [VII] p., 24,7 x 17,8 cm.
  • [Vierde druk], in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel VII., Kortrijk, 't Leieschip, [1953], p. 159-178.
  • [Vijfde druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 1125-1141.
Streuvels, Stijn, Sint-Jan (1919). [verhaal]
[Tweede druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1944], 29 + [III] p., 24,8 x 17,8 cm.
Streuvels, Stijn, Sint-Jan (1919).
Voorpublicatie
  • Tweemaandelijksch Tijdschrift, VII, 1901, dl. 2, p. 292-307.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, Uitgave L.J. Veen, [1919], 32 p., 22,5 x 16,5 cm.
  • [Tweede druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1944], 29 + [III] p., 24,8 x 17,8 cm.

Naam - instituut/vereniging

Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, met zetel te Gent (vanaf 1972 Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde) werd bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 opgericht en was de eerste officiële instelling (een genootschap van maximaal dertig leden), die speciaal in het leven werd geroepen om de (studie van de) Nederlandse taal- en letterkunde in België te bevorderen.