12 Jan[uari] '45.
Geachte Heer Lateur,
Na kennisneming van uw schrijven van gister,
[1] stel ik voor, dat U me mededeelt wanneer U naar Brugge reist, — natuurlijk als het weder beter wordt! — en ik tracht dan ook naar Brugge te komen. In het Gezelle-museum
[2] bekijken we de oude uitgaven van
Duikalmanak en bespreken we onderling de nieuwe uitgave.
[3] Ik sta er ook op, dat we dit jaren na elkaar zouden doen en nu dus een plan maken, dat voor
alle jaren dienen kan. U kan ook langs Tielt naar Brugge reizen: we reizen 's anderendaags verder samen! Ik verneem dan wel tijdig uw plan.
Ik zal aan het observatorium te Ukkel
[4] vragen om de noodige opgaven te bekomen die ons zouden ontbreken. Nu herinner ik me, dat daar elk jaar dergelijk werk in brochuurvorm beschikbaar gesteld wordt. Zoo zouden we zonder "paster" vooruit kunnen.
[5] Indien we een deel der jaargangen kunnen bemachtigen, zouden we desnoods de ontbrekende kunnen laten overschrijven: we hebben den noodigen tijd daartoe. Zoodra onder ons alles vast staat, laat ik de noodige voorbereiding aanpakke
[n] om de reizigers op de baan te sturen. - - - - - -
Het verwondert me niet, dat de heer
De Meyer uit Antwerpen weg gevlucht is.
[6] En hoop nu maar dat hij maatregels treft voor het in veiligheid brengen van "
De Vlaschaard".
[7] Ik dring nog aan, indien ik eerstdaags geen antwoord ontvang.
Morgen worden de
ex[emplaren] Loquela naar Kortrijk gebracht met een specialen voerder,
[8] indien hij niet "beelt"
[9]: het is hier eenigszins aan het dooien en zou morgen kunnen glad zijn. Goed zoo, dat U bij
Masureel een paar
ex[emplaren] laat afhalen.
Hier hebben we ook langs de radio vernomen, dat
Vermeylen overleden is. Jammer! Want die mocht er nog zijn! Zijn opvolger tijdens den oorlog,
Prof[essor] Van Beselaere, die met
Vermeylen's toestemming benoemd werd, zou door zijn steun zeker opnieuw benoemd worden, maar zal het nu nog gaan? En er blijkt geen ernstig tegenkandidaat te zijn voor de kunstgeschiedenis! Van
Prof[essor] Van Beselaere geven wij een prachtig werk over
Bruegel uit met 64 reproducties,
[2]waaronder verschillende in vierkleurendruk.
[10] Verschaeve schreef
Uren Bewondering,
[11] maar
Van Beselaere ontleedt
Bruegel zooals ik het in onze taal nooit las. Ik meen, dat hier een jonge flinke kracht opgang zal maken: het is 'ne Westvlaming, die te Poperinge en te Brugge gestudeerd heeft en naar ik vernam door
Vermeylen aanzien werd als de eenige bekwaam om hem op te volgen.
Met genoegen verneem ik, dat U ook
Genoveva aangepakt hebt en dat het U meegevallen is!
[12] Het zal dus wel goed zijn! Ik houd van dit werk en het wordt geregeld gekocht in de
dure uitgave van Veen,... omdat het
Genoveva is! Die oude histories betooveren nog steeds onze menschen! Ik heb nu klaar om ingenaaid te worden:
het Leven van Pastoor Leroy door
Boschvogel[13] en
Het Leven van Pastoor Van Hee door Pastoor
De Gryse uit Koekelare.
[14] Natuurlijk wordt elk deel besloten met lange
bl[ad]z[ijden] uit hun werk: ik tracht te onthouden de beide eerste
n[umme]r[s] naar Ingooigem te laten zenden. Volgen vermoedelijk
Delfie[n] Van Haute en
E[erwaarde Heer] Allosery,
[15] waarna
Cesar Gezelle,
Van Oye,
De Gheldere,
Coussens en andere zullen volgen. Het is een reeks die
Boschvogel "
West-Vlaamsche Boogaard" gedoopt heeft.
Ik hoop, dat de Vlaschaard eerstdaags aankomt en dat het weder zal meeewille[n] zoodat ik per driezate op reis naar het Zuiden kan.
Met de drijfkracht hangt het aan een draadje!... Er komt opnieuw beperking[.] We zullen vermoedelijk mogen doorwerken om de vele schoolboeken die we niet klaar kregen en er zal wel middel zijn tusschenin nog iets anders uit te geven! En we mogen toch zeker op hoop leven, dat de toestand beteren zal?
Met vriendelijke wedergroeten,
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Streuvels' brief aan Joris Lannoo van 11 januari 1945 vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
Het literair en biografisch museum van Guido Gezelle is ondergebracht in diens geboortehuis, Rolweg 64 te Brugge.
[3]
Dit is de duik- oft plukalmanak van zaliger eerw. heer ende meester Guido Gezelle, deze namelijk van het jaar onzes heeren 1891, gangbaar en dienstig gemaakt voor het jaar onzes heeren 1946.... Tielt, Lannoo, s.d. [1945].
[4]
De onderzoekers van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB) zijn actief op vele verschillende domeinen. De gemeenschappelijke basis van de verschillende disciplines is dat zij zich oorspronkelijk alle baseerden op waarneming van de natuur in het algemeen en de hemel in het bijzonder. Zo behoorde ook de meteorologische waarnemingen tot de taak van de sterrenwacht totdat in 1913 het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) als onafhankelijke instelling werd afgesplitst. In de vakgebieden waarin de KSB nu actief onderzoek verricht (astronomie, astrofysica, zonnefysica en geofysica) zijn de waarnemingen van op de aarde nog onontbeerlijk, maar een steeds ruimer deel van de gegevens is nu afkomstig van satellieten en ruimtesondes.
Een groot deel van het onderzoek aan de KSB is fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. De vraag naar het waarom van deze studies kadert in de algemene opdracht van fundamenteel onderzoek van de wetenschappelijke instellingen. Het vergaren van kennis over de specifieke astronomische objecten voldoet aan de algemene beschavingsvragen over het heelal en ontstaan en evolutie in het algemeen. Andere disciplines zijn iets meer toepassingsgericht: bv. sommige studies van de aarde (tijd, seismologie, getijden, continentenbeweging,...) en de zon ('ruimteweer'). Omdat de eerste nauwkeurige tijdmetingen gebeurden door observatie van de passage van sterren door de meridiaan, werden de tijd en de afgeleide producten onderzoeksonderwerpen van de Sterrenwacht. Nu werkt deze dienst met atoomklokken die samen met deze van andere landen de meest precieze tijd, de atoomtijd, bepalen. Hiermee verbonden, hoewel als taak bij een andere afdeling ingedeeld, verzamelt en levert de KSB ook allerlei informatie over de tijd, de kalenders en aanverwante wetenswaardigheden (zomer- en wintertijd, schrikkelseconden, berekening Pasen en andere feestdagen, Ramadan, gebedstijden, tijdstippen van zon- en maansopkomst en -ondergang etc.).
http://www.astro.oma.be/GENERAL/Onderzoek_KSB.html
[7]
Het betreft hier de exemplaren van de vijftiende druk van
De vlaschaard, die bij de binder Van Dieren te Antwerpen waren. Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van
2 januari 1945.
[8]
Loquela zou gebonden worden bij Masereel te Kortrijk. Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van
9 januari 1945.
[9]
belen: een belofte, een overeenkomst verbreken
[10]
Het betreft hier: Walther Vanbeselaere,
Peter Bruegel en het Nederlandsche maniërisme. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1944].
[11]
Cyriel Verschaeve,
Uren bewondering voor groote kunstwerken: steden, schilderkunst, toonkunst. Brugge, Zeemeeuw, 1936. 3 v.
[12]
Mogelijk wordt hier de bewerking van
Genoveva van Brabant voor de uitgave in de
Lijsternestreeks bedoeld. Dit werk is echter niet verschenen in de
Lijsternestreeks.
[13]
F.R. Boschvogel,
Pastoor J. Leroy. Tielt, J. Lannoo, 1944.
Westvlaamsche boogaard, 1.
[14]
Hector De Gryse,
Pastoor Vanhee. Tielt, J. Lannoo, 1945.
Westvlaamsche boogaard, 2.
[15]
Maurits Van Coppenolle,
E.H. Paul Allossery. Tielt, Lannoo, 1946.
Westvlaamsche boogaard, 3.