11 Juni 1945/
Geachte Heer Lateur,
Ik voorzie, dat we deze week zelf aan het zetten gaan van de
Dorpskroniek.
[1] Morgen zal daarover vermoedelijk kunnen beslist worden. We zijn grootendeels het papier aan het onderbrengen in het opnieuw gebouwd deel en zullen daaruit opmaken hoe de uitgave zal geschieden. Ik ontving bezoek van den teekenaar
Van Liefde uit Ronse, die gaarne teekenen zou. U herinnert zich nog de etsen van hem, die, ik U bij mijn laatste bezoek liet zien. Hij zou naar Tieghem komen om den molen te zien, maar nu herinner ik me, dat de houten molen verdwenen is en dat alleen de steenen molen nog bestaat. Ik laat hem "
de Onschuldige" zien of andere documentatie bestaat misschien te Tieghem.
[2] Zoo moet niets overgeschreven worden, al was daarmede reeds een aanvang gemaakt.
[3] Ik voorzie f[ormaa]t coquille 8°,[4] indien eenigszins mogelijk; dus als een ½ vel postpapier.
Ik schreef aan
d[e ]h[ee]r De Meyer te willen zorgen, dat de
geb[onden] boeken (
Vlasch[aard]) nu eens vlug zouden moeten verzonden worden en dat hij
d[e ]h[ee]r Puylaert daarover geregeld zou aanspreken indien noodig.
[5] En over de plechtigheid
[6] spreken we wel als U hier komt voor het opladen van de
presentex[emplaren] We moeten zorgen, dat deze bijeenkomst van de "Big Three" een zeer aangename dag wordt!
Met belangstelling las ik, dat U in correspondentie met
Antoon Coolen is
[7] en met nieuwsgierigheid verlang ik te vernemen wat zoo al verteld werd. Best dat het geen moeite zal kosten om alles terecht te brengen! Misschien zullen wij elkaar nog moeten ontmoeten voor de dorpskroniek. Zou U bereid zijn om ook een paar wenken aan den illustrator te geven?
Met vriendelijke hoogachting,
(handtekening Joris Lannoo)
K[eer om alstublieft]
P[ostscriptum] — Zond
d[e ]h[eer] De Meyer U een proef van de omslag van
Prutske?
[8]
[2]
P[ostscriptum] — Dezen namiddag werd bestatigd, dat ik U 3 x 1250
fr[ank] te veel betaalde voor het eereloon van
De Oogst,
Teleurgang en
Langs de Wegen. Ik moest voor deze uitgaven 3 x 6.250
fr[ank] betalen en betaalde 3 x 7.500
fr[ank][9] — De 3750
fr[ank] die te veel betaald werden, zullen afgetrokken worden bij het verrekenen van "
Prutske", dat over enkele weken zal klaar komen.
(Paraaf Joris Lannoo)
Dinsdag 12 Juni 1945.
Geachte Heer Lateur,
Bovenstaande werd gister geschreven en was nog niet verzonden. U ziet dat we zelf reeds een fout ontdekt hadden. Voor de Vlaschaard hebben wij den band tegen 50 fr[ank] berekend en die kost 80 fr[ank] We hebben den band overal zoo in rekening gebracht bij den boekhandel, maar een tweede verstrooidheid was hier opnieuw in uw voordeel.
De afrekening van de Vlaschaard moest feitelijk zijn:
332 ex[emplaren] à 300 fr[ank]; 10% op 332 x 300 fr[ank] = 9.960 fr[ank]
118 ex[emplaren] à 400 fr[ank]; 10% op 118 x 400 fr[ank] = 4.720 fr[ank]
14.680 fr[ank]
Ook hier werd dus 1.350
fr[ank] te veel betaald,
[10] zoodat ik met de 3750
fr[ank] hierboven vermeld in totaal 5.100
fr[ank] te veel betaald heb, die we zullen vereffenen bij de verrekening van het eereloon van
Prutske.
Heden namiddag wordt begonnen met het zetten van de Dorpskroniek. Eerlang volgen de proeven.
Met Hoogachting groet U inmiddels
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Torie Mulders,
Honderd jaar dorpskroniek van Tiegem. Tielt, J. Lannoo, 1945.
[4]
8°: Octavo-formaat
Coquille is een oud Belgisch papierformaat van 430 x 560 mm.
[5]
Het betreft hier exemplaren van de
vijftiende druk van De vlaschaard, die bij de binder Van Dieren te Antwerpen waren.
[6]
D.i. de plechtige overhandiging van het 200.001ste exemplaar van
De Vlaschaard. Cf. Lannoos voorstel in zijn brief aan Streuvels van
6 juni 1945.
[7]
Cf. postscriptum in Stijn Streuvels' brief aan Joris Lannoo van
7 juni 1945.
[9]
Deze afrekening van het ereloon gebeurde op 31 mei 1945.
[10]
Cf. de afrekening van het ereloon op 31 mei 1945.