(Paraaf Joris Lannoo)
< | Resultaat 1826 van 2531 | > |
---|
De Meyer, Maurits (° Elversele, 1895-03-02 - ✝ Wilrijk, 1970-11-24)
Uitgever en volkskundige.
Studeerde tussen 1916 en 1918 klassieke filologie en geschiedenis aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit von Bissing Universiteit). Dit had tot gevolg dat de Belgische universiteiten en de Centrale Examencommissie voor hem na de oorlog gesloten bleven. Spoedig trad hij in dienst van de nog jonge uitgeverij Standaard Boekhandel, waarvan hij 35 jaar lang directeur (01.10.1924) en later beheerder was. Zo was hij ook medestichter van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), die hij ook als voorzitter zou leiden, en was hij betrokken bij de organisatie van de Boekenbeurs voor Vlaanderen in Antwerpen. Als wetenschapsman verwierf de Meyer faam door zijn activiteiten op gebied van volkskunde - het is mede dankzij hem dat men deze wetenschap in Vlaanderen ernstig is gaan beoefenen. De Meyer specialiseerde zich in de studie van Vlaamse sprookjes, waarover hij in binnen- en buitenland publiceerde.
Janssen, Emiel (° Vlimmeren, 1897-04-28 - ✝ Tienen, 1984-03-27)
Pseudoniem: Diotimos.
Geestelijke.
Janssen ging in Hoogstraten studeren met de Gezelle-biograaf Aloïs Walgrave als leraar. Hij trad in de Sociëteit van Jezus in 1915. Hij was een aantal jaren werkzaam in het middelbaar onderwijs maar werd daarna belast met de geestelijke vorming van jongere confraters. Hij schreef geestelijke werken, korte essays en verzen. In 1939 verscheen zijn belangrijkste Gezelle-boek, namelijk Zo dichte en zo doe'k. Hij was lid van het Guido Gezellegenootschap. Hij publiceerde regelmatig Gezellestudies in Gezelliana,Gezellekroniek,... Hij was ook begaan met Streuvels, Timmermans en Van Eeden.
Lateur, Dina (° Ingooigem, 1916-02-24 - ✝ Gent, 2000-04-06)
Lerares.
Dina Lateur werd als derde kind (van de vier) uit het huwelijk van Stijn Streuvels met Alida Staelens geboren in het Lijsternest in Ingooigem. Door de Eerste Wereldoorlog was de bewegingsvrijheid van de mensen beperkt. Daardoor had Streuvels ruim de tijd om zich met zijn dochter bezig te houden. Maar Dina was ook een inspiratiebron voor Streuvels. Als 'Prutske' werd Dina onsterfelijk gemaakt in het gelijknamige boek van Streuvels. Dina Lateur was gehuwd met een leraar, Frank Demey en werkte zelf als lerares in Sint-Bavo in Gent.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Mulders, Torie (° 1883-07-05 - ✝ 1961-01-21)
Torie Mulders was de roepnaam van Hector Vindevogel. Hij was de laatste eigenaar/molenaar van de (verdwenen) Bergmolen op de Tiegemberg in Tiegem (Anzegem). Hij schreef enkele studies over windmolens en was ook toneelspeler en -regisseur. Vindevogel was bevriend met Stijn Streuvels, die vanuit zijn raam een panoramisch zicht had op de Tiegemberg.
Op 29 augustus 1936 werd tijdens de opnamen van de film 'Het kwade oog' (naar een scenario van Herman Teirlinck en met cineast Charles de Keukeleire) de Bergmolen omgetrokken. Valerius De Saedeleer en Stijn Streuvels protesteerden tegen deze sloop. Anderzijds had Stijn Streuvels een en ander met Torie afgesproken op verzoek van zijn vriend Herman Teirlinck.
Bron: http://www.molenechos.org/verdwenen/molen.php?AdvSearch=4952
Vermeulen, Edward (° Beselare, 1861-04-12 - ✝ Hooglede, 1934-07-06)
Pseudoniem: Warden Oom
Gemeenteontvanger en schrijver.
Vermeulen studeerde aan het Klein Seminarie te Roeselare. Aanvankelijk wilde hij priester worden, maar een ziekte op 16-jarige leeftijd verhinderde dit. Hij herstelde en bleef op de ouderlijke hoeve werken, tot hij in 1898 gemeenteontvanger van Hooglede werd. Algauw begon Vermeulen te schrijven. Naast bijdragen in Biekorf en Manneke uit de Mane, schreef hij onder het pseudoniem Warden Oom enkele romans (o.a. Herwording, 1911; Trimards, 1912), waarin hij zijn Vlaamse overtuiging sterk naar voren liet komen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij een tijdlang in de Turnhoutse gevangenis omdat hij verdacht werd van anti-Duitse geschriften. In 1924 ondertekende hij het manifest van het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond, maar actief optreden deed hij niet. In 1931 werd ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag een huldiging georganiseerd te Roeselare. Drie jaar later stierf deze 'Conscience van de twintigste eeuw' te Hooglede.