<Resultaat 1918 van 2531

>

Geachte Heer Lateur,
Eindelijk een woordje op uw schrijven van 6 dezer.[1] — Hoeveel ex[emplaren] van Kerstekind (present-) verlangt U nog? Ik sprak af met d[e ]h[ee]r De Meyer, dat wij er U elk nog 10 zouden sturen. Is dit goed? — U had gevraagd de rest van het eereloon pas volgend jaar te zenden: moeten we nu toch de 3000 fr[ank] zenden, om verwarring te vermijden of toch wachten tot na nieuwjaar?[2]
De doodsbeeldekens zullen reeds eenige dagen aangekomen zijn. We verrekenen dat wel met eereloon. Ik hoop, dat ze voldoening schenken. Zoo'n sterfgevallen doen toch pijn, hoe vol overgave uw Zuster ook gestorven is en hoe prachtig ze begraven werd. Een tante-nonneke is in een familie zoo'n soort relikwie, waarvan men houdt.[3]
D[e ]h[ee]r De Meyer zal U over de ex[emplaren] schrijven.[4] Hij heeft voor ons drie een ex[emplaar] van Doodendans en Avelghem uit Antwerpen meegebracht, waarop wij beiden een opdracht voor U schreven op een ex[emplaar] van beide uitgaven. Zie a[lstublieft] eens na, want wij zouden graag van de vier uitgaven een ex[emplaar] bezitten, dat op 3 Oct[ober][5] gedagteekend werd door U.
Vermoedelijk zullen alle bijdragen en schriften bij gelegenheid van 3.10.46 ook eens aan P[ater] Janssen moeten voorgelegd worden, want hij schrijft me, dat hij eerlang zijn studie over uw werk voortzet[.] Bewaar ze dus goed. Hij vraagt me naar een ex[emplaar] van uw Oorlogsdagboek en Dorpslucht. Het eerste werk kan ik hem in bruikleen geven; het tweede echter niet en het is misschien het eenig werk van U, dat ik niet bezit. Kan U mij geen ex[emplaar] er van verkoopen?
Ook de foto's van Cracco kunnen we verder gebruiken.[6]
Het In Memoriam voor D[octo]r Lauwers[7] is kant en klaar en geleverd; we hielden rekening met uw opmerking.
Ik vergat te zeggen, dat P[ater] Janssen rond 28 Jan[uari] e[erstkomend] over uw werk komt spreken in de Tieltsche Davidsfondsafd[eling] Ik vernam, dat André Demedts te Gent ook over U spreekt, zoodat het blijkt dat er nog steeds na-gevierd wordt. En als bouquet komt het eerekruis!!![8]
Met beste groeten en hoogachting,
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] Deze brief van Streuvels aan Joris Lannoo van 6 december 1946 vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2] Cf. hiervoor verder de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 21 december 1946.
[3] Marie Philomene Lateur werd in 1877 in Heule geboren en overleed in 1946 te Gent. Joris Lannoo drukte vermoedelijk de bidprentjes ter nagedachtenis van Streuvels' jongste zus.
[4] Cf. brief van Maurits De Meyer aan Stijn Streuvels van 18 januari 1947.
[5] Streuvels' vijfenzeventigste verjaardag.
[6] Geen informatie
[7] Meer informatie hierover ontbreekt.
[8] Pro Ecclesia & Pontifice (Latijn), voor Kerk en Opperpriester. Devies van het pauselijk erekruis van verdienste, ingesteld door Leo XIII bij zijn gouden priesterfeest in 1888. Van Dale, S-Z, p. 3808
Op 3 november 1947 werd Streuvels benoemd tot Groot-Officier in de Kroonorde.

Register

Naam - persoon

Cracco, F.

Fotograaf uit Roeselare

De Meyer, Maurits (° Elversele, 1895-03-02 - ✝ Wilrijk, 1970-11-24)

Uitgever en volkskundige.

Studeerde tussen 1916 en 1918 klassieke filologie en geschiedenis aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit von Bissing Universiteit). Dit had tot gevolg dat de Belgische universiteiten en de Centrale Examencommissie voor hem na de oorlog gesloten bleven. Spoedig trad hij in dienst van de nog jonge uitgeverij Standaard Boekhandel, waarvan hij 35 jaar lang directeur (01.10.1924) en later beheerder was. Zo was hij ook medestichter van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), die hij ook als voorzitter zou leiden, en was hij betrokken bij de organisatie van de Boekenbeurs voor Vlaanderen in Antwerpen. Als wetenschapsman verwierf de Meyer faam door zijn activiteiten op gebied van volkskunde - het is mede dankzij hem dat men deze wetenschap in Vlaanderen ernstig is gaan beoefenen. De Meyer specialiseerde zich in de studie van Vlaamse sprookjes, waarover hij in binnen- en buitenland publiceerde.

Demedts, André (° Sint-Baafs-Vijve, 1906-08-08 - ✝ Oudenaarde, 1992-11-04)

Dichter, romanschrijver, leraar.

Demedts volgde lager secundair onderwijs aan het Sint-Lievenscollege te Gent (1918-1919) en aan de handelsafdeling van het Sint-Amandscollege te Kortrijk (1919-1921). Hij diende toen noodgedwongen thuis te blijven om als landbouwer te werken op de ouderlijke hoeve, maar bekwaamde zich verder door zelfstudie. In die jaren publiceerde hij zijn eerste dichtbundels, verhalen en romans. Via een bekwaamheidsproef voor een Examencommissie werd hij in 1937 leraar aan de Vrije Hogere Technische Handelsschool te Waregem, tot 1949. Daarna was hij tot aan zijn pensionering in 1971 diensthoofd van Belgische Radio en Televisieomroep-West-Vlaanderen te Kortrijk, waar hij sinds 1953 woonachtig was.

Demedts was een veelzijdige persoonlijkheid en een ongemeen productief auteur: op zijn naam staan meer dan zeventig publicaties in boekvorm, naast honderden bijdragen in verzamelwerken, tijdschriften, periodieken en kranten. In 1962 werd hij verkozen tot lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en in 1990 werd hem de Driejaarlijkse Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan toegekend. Bovendien was Demedts werkzaam op zovele terreinen van het culturele leven dat hij in Vlaanderen tot een van de belangrijkste cultuurdragers mag gerekend worden in de voorbije halve eeuw. Zijn literair werk is niet te scheiden van zijn daadwerkelijke inzet, van zijn sociale, religieuze en volksnationale bewogenheid. In de centrale thematiek van het geluk, die zijn proza domineert, speelt ook de ontvoogdingsgedachte een belangrijke rol. Demedts was van oordeel dat de ontwikkeling van een volksgemeenschap zowel materiële voorwaarden als geestelijke ontplooiing impliceert. Onrechtstreeks verwerkte hij in zijn romans en verhalen deze doelstellingen van de Vlaamse Beweging. In zijn eigentijdse romans gebeurt dat tegen de achtergrond van een Vlaanderen waarin de overgang van een agrarische naar een meer geïndustrialiseerde wereld zichtbaar wordt. Meer specifiek vormt het probleem van collaboratie en repressie in Vlaanderen een wezenlijk bestanddeel in De levenden en de doden (1959). Veertien-achttien (1985) brengt in feite een kroniek van de Eerste Wereldoorlog, met onder andere het ontstaan van het activisme en de Frontbeweging en de toenemende spanning tussen gematigden en radicalen.

Van 1927 tot 1937 was hij als bezieler van studiekringen betrokken bij de plaatselijke en gewestelijke werking. In die jaren, onder invloed van Cyriel Verschaeve, maar nog meer in het spoor en naar het voorbeeld van Hugo Verriest, was hij van oordeel dat de ontvoogding van een volk niet mogelijk is zonder geestelijke en culturele verheffing. Tijdens zijn

leraarschap, inclusief de oorlogsjaren, zette hij zijn literaire en culturele bedrijvigheid voort. Hij nam deel aan Cultuurdagen, werkte mee aan bladen als Nieuw Vlaanderen en Volk en Kultuur, en werk van hem werd in het Duits vertaald. Dat bezorgde hem bij de bevrijding in 1944 enige moeilijkheden. Demedts werd van 13 tot 24 oktober vastgehouden en nadien weer vrijgelaten. Deze ervaring sterkte hem in zijn inzet voor de Vlaamse strijd.

Via het Stijn Streuvels-nummer van Dietsche Warande en Belfort (1946) kwam hij in contact met de Frans-Vlaming Pierre Berteloot. Deze ontmoeting lag aan de basis van zijn blijvende actie voor Frans-Vlaanderen. Onder zijn voorzitterschap vond te Waregem op 25 juli 1948 de eerste ontmoetingsdag met Frans-Vlamingen plaats. Deze leidde tot de oprichting van de Frans-Vlaamse Cultuurdagen en van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.

In 1952 was hij medeoprichter van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, dat het tijdschrift West-Vlaanderen (thans Vlaanderen) uitgeeft. In 1957 werd het algemeen-Nederlands cultureel tijdschrift Ons Erfdeel opgericht, waarvan Jozef Deleu de hoofdredacteur is. Demedts was de inspirator en wordt beschouwd als de geestelijke vader ervan. Als lid (sinds 1959) van de Kultuurraad voor Vlaanderen zette hij zich onder meer in 1962 effectief in voor het behoud van de streek Komen-Moeskroen binnen het Vlaamse landsgedeelte. Toen de faciliteiten er later niet werden toegepast, was hij in 1971 de inspirator van het tijdschrift Ons Kanton. In 1965 werd hij lid van het IJzerbedevaartcomité en in 1966 schreef hij in Ons Erfdeel in verband met de splitsing van de Leuvense universiteit een zeer vrijmoedig artikel dat een directe invloed had op de verklaring die Mgr. Emiel De Smedt, bisschop van Brugge, daarna aflegde en die tot een spoedige oplossing zou leiden. Een niet te (onder)schatten invloed had Demedts met zijn meer dan drieduizend bezielende voordrachten (onder meer voor het Davidsfonds) over allerlei onderwerpen, inclusief Vlaamse Beweging en Frans-Vlaanderen. Hij hield die zowat overal in Vlaanderen, op culturele congressen in Nederland, Frans-Vlaanderen en Wallonië, in Rome en op rondreizen door het toenmalige Belgisch-Kongo en Zuid-Afrika. In 1970 werd door de Marnixring Kortrijk-Broel een André-Demedtsprijs in het leven geroepen, die jaarlijks wordt toegekend aan mensen of organisaties die zich in zijn geest hebben verdienstelijk gemaakt voor de Groot-Nederlandse cultuur. In 1983 werd de oude pastorie in zijn geboortedorp als A. Demedtshuis geopend: het is een museum, maar naar de wens van Demedts zelf in de eerste plaats een ontmoetingsruimte voor jong en oud en een cultureel centrum.

Janssen, Emiel (° Vlimmeren, 1897-04-28 - ✝ Tienen, 1984-03-27)

Pseudoniem: Diotimos.

Geestelijke.

Janssen ging in Hoogstraten studeren met de Gezelle-biograaf Aloïs Walgrave als leraar. Hij trad in de Sociëteit van Jezus in 1915. Hij was een aantal jaren werkzaam in het middelbaar onderwijs maar werd daarna belast met de geestelijke vorming van jongere confraters. Hij schreef geestelijke werken, korte essays en verzen. In 1939 verscheen zijn belangrijkste Gezelle-boek, namelijk Zo dichte en zo doe'k. Hij was lid van het Guido Gezellegenootschap. Hij publiceerde regelmatig Gezellestudies in Gezelliana,Gezellekroniek,... Hij was ook begaan met Streuvels, Timmermans en Van Eeden.

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Lauwers, Emiel (sr) (° Ingelmunster, 1859-10-29 - ✝ Kortrijk, 1921-05-29)

Arts.

Dr. Lauwers was een jongere vriend van Albrecht Rodenbach en ex-leerling van Hugo Verriest. Hij liet zich voor het eerst opmerken in de spelersgilde en het groepje rond de uitgave van Vijftig Vlaamsche Liederen (1877). Tijdens zijn studentenjaren zette hij zich als radicale flamingant in voor het Vlaamse erfgoed. Zo nam hij als het ware Rodenbachs leidersplaats in bij Kwaepennick en werkte hij mee aan Onze Vlaamsche Wekker. Als Vlaams en christen democraat werd hij in 1903 voorzitter van het Rodenbachcomité. Naast bijdragen in het Rodenbachsblad zijn van hem nog twee vertalingen van Shakespeare verschenen: King Lear en Julius Caesar. Deze twee werken werden door Streuvels omwille van het taalgebruik hoog geprezen. Tevens verzorgde Streuvels de redactie van Schriften van Dr. Lauwers, die in 1931 gepubliceerd werden. Dr. Lauwers was niet alleen Streuvels' huisarts, hij was ook een persoonlijke vriend.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Het kerstekind (1911). [verhaal]
Achtste [druk], Tielt, Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1946], [VIII] + 84 p., 19,5 x 12,5 cm.
Deze schooluitgave verscheen in verschillende oplagen:
  • Negende uitgave. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt, Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1952], 94 + [II] p., 20,2 x 13 cm.
  • Tiende uitgave. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1956], 95 + [I] p., 19,2 x 12,3 cm.
  • Elfde druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, N.V. Standaard-Boekhandel, 1960, 95 + [I] p., 20,6 x 13 cm.
  • Twaalfde druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, N.V. Standaard-Boekhandel, [1963], 95 + [I] p., 19,8 x 13,1 cm.
  • Dertiende druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, Standaard-Boekhandel, [1967], 95 + [I] p., 20 x 13 cm.
Streuvels, Stijn, Het kerstekind (1911).
Voorpublicatie
  • De Tijdspiegel, LXVII, 1910, dl. 1, p. 40-76 (januari).
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1911], 93 + [III] p., 27,8 x 22 cm.
  • Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], 93 + [III] p. 27 x 19,9 cm.
  • Derde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], 93 + [III] p., 26,7 x 19,9 cm.
  • Vierde [druk], Thielt, J. Lannoo - Drukker Uitgever, [1922], 107 + [V] p., 18,5 x 12,5 cm.
  • Vijfde [druk], Amsterdam, L.J. Veen's Uitgevers Mij N.V., [1937], 84 + [IV] p., 22,6 x 22,5 cm.
  • Zesde [druk], Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1941], 72 p., 22,5 x 14,7 cm.
    Van deze uitgave mogen geen exemplaren in Nederland verkocht worden.
  • Zevende [druk], Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1942], 67 + [I] p., 19,4 x 13 cm.
    Van deze uitgave mogen geen exemplaren in Nederland verkocht worden.
  • Achtste [druk], Tielt, Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1946], [VIII] + 84 p., 19,5 x 12,5 cm.
    Deze schooluitgave verscheen in verschillende oplagen:
    • Negende uitgave. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt, Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1952], 94 + [II] p., 20,2 x 13 cm.
    • Tiende uitgave. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1956], 95 + [I] p., 19,2 x 12,3 cm.
    • Elfde druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, N.V. Standaard-Boekhandel, 1960, 95 + [I] p., 20,6 x 13 cm.
    • Twaalfde druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, N.V. Standaard-Boekhandel, [1963], 95 + [I] p., 19,8 x 13,1 cm.
    • Dertiende druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, Standaard-Boekhandel, [1967], 95 + [I] p., 20 x 13 cm.
  • Zesde [= negende] druk, Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1947], 84 + [IV] p., 22,3 x 22,6 cm.
  • [Tiende druk], in: Stijn Streuvels' Volledige werken. Deel X., Kortrijk, 't Leieschip, [1954], p. 9-63.
  • Twintigste [= elfde] druk, Kortrijk, 't Leieschip, 1955, 92 + [IV] p., 23 x 17,4 cm.
  • Een en twintigste [= twaalfde] druk, Brugge-Utrecht, Desclée De Brouwer, [1962], 66 + [II] p., 24,8 x 19,1 cm.
Streuvels, Stijn, Doodendans (1901). [bundel]
Derde [= vierde] druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1946], 222 + [II] p., 21 x 15,7 cm. Lijsternestreeks, nr. IV.
Streuvels, Stijn, Doodendans (1901).
Druk
Streuvels, Stijn, Avelghem (1946). [bio]
[Eerste druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1946], 356 + [IV] p., 21 x 15,7 cm. De Lijsternestreeks, nr. XXVII.
Extra info:
Met een foto van Stijn Streuvels. Colofon: '"Avelghem", het tweede deel van 's schrijvers levensverhaal, verschijnt bij zijn vijf en zeventigste verjaren — 1871 — 3 oktober-1946 — en het vijftigste verjaren van zijner eerste verhalen. — Deze uitgave werd gezet uit de Hollandsche mediaevalletter veertien punt en gedrukt op de persen van Joris Lannoo te Tielt. — Van deze uitgave werden twintig genummerde exemplaren getrokken op zwaar getint Munster Velum papier voorzien van 's schrijvers handteekening.'
Streuvels, Stijn, Avelghem (1946).
Voorpublicatie
  • Wintervreugde - Dit nieuw Seizoen. I. Winter 1945-1946, Tielt, J. Lannoo [1945], p. 61 (= Avelghem, p. 111-115).
  • Herinneringen uit Avelghem - Dietsche Warande en Belfort, XLVI, 1946, p. 451-460 (= Avelghem, p. 293-313, over Lente en Lenteleven).
  • Twee avonturen uit den Avelghemschen tijd - Nieuw Vlaamsch Tijdschrift, I, 1946, p. 706-711 (= Avelghem, p. 331-334, 335-339), het bezoek van Albert Verwey, het bezoek van Emmanuel de Bom en zijn jonge vrouw).
Druk
  • [Eerste druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1946], 356 + [IV] p., 21 x 15,7 cm. De Lijsternestreeks, nr. XXVII.
  • [Tweede druk], in: Volledig werk. Deel IV. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1973], p. 999-1268.
Streuvels, Stijn, In oorlogstijd 1915-1916 (1914-1916). [bio]
Streuvels, Stijn, In oorlogstijd 1915-1916 (1914-1916).
Deel
  • In oorlogstijd. Augustus 1914. Uit het dagboek van Stijn Streuvels.
    voorpublicatie
    • Deel I, 17 augustus 1914, onder de titel "Landgedicht (Uit mijn dagboek)". De Gids, LXXIX, 1915, dl 1, p. 569-573.
    • Deel I, 18 augustus 1914 (fragment) in Duitse vertaling onder de titel "Panik in Flandern". Vossische Zeitung, 1915, nr. 104 (= 26 Februar).
    • Deel I, 24, 25, 26 augustus 1914, onder de titel "De vliegende maandag. Uit het oorlogsdagboek van Stijn Streuvels". De Vlaamsche Post, I, 1915, nrs. 1 t/m 7 (= 22 t/m 28 februari).
    druk
    • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, z.j. [1915], [VIII] + 64 p., 22 x 15,5 cm.
    • [Tweede druk], Tielt, Drukkerij Lannoo, z.j. [1939], [VIII] + 64 p., 22 x 15,5 cm.
  • In oorlogstijd. September 1914. Uit het dagboek van Stijn Streuvels, Amsterdam, L.J. Veen, z.j. [1915], [IV] + 79 + [I] p., 22 x 15,5 cm.
  • In oorlogstijd. October 1914. Uit het dagboek van Stijn Streuvels, Amsterdam, L.J. Veen, z.j. [1915], [IV] + 85 + [III] p., 22 x 15,5 cm.
  • In oorlogstijd. November 1914. Uit het dagboek van Stijn Streuvels, Amsterdam, L.J. Veen, z.j. [1915], 54 + [II] p., 22 x 15,5 cm.
  • In oorlogstijd. December 1914. Uit het dagboek van Stijn Streuvels.
    voorpublicatie
    • Deel V, 2, 3, 4 december 1914, onder de titel "De grens over". Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, XXV, 1915, dl 50, p. 284-297 (oktober).
    druk
    • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, z.j. [1916], 127 + [I] p., 22 x 15,5 cm.
Streuvels, Stijn, Dorpslucht (1914). [roman]
[Eerste druk], Eerste deel, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 332 p., 20,9 x 15,9 cm. Tweede deel, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 544 p., 20,9 x 15,9 cm.
Extra info:
Colofon: 'Er werden tevens 100 genummerde exemplaren gedrukt op Oud-Hollandsch papier.'
Streuvels, Stijn, Dorpslucht (1914).
Voorpublicatie
  • De Tijdspiegel, LXX, 1913, dl. 1, p. 113-139, 209-247, 305-340
    De Tijdspiegel, LXX, 1913, dl. 2, p. 36-55, 97-140, 193-214, 289-323
    De Tijdspiegel, LXX, 1913, dl. 3, p. 27-62 (Dorpslucht, deel I); p. 97-120, 193-213, 289-343
    De Tijdspiegel, LXXI, 1914, dl. 1, p. 1-16, 97-124, 203-233, 289-326
    De Tijdspiegel, LXXI, 1914, dl. 2, p. 1-47, 97-164, 209-253, 305-359 - (februari 1913 t.e.m. maart 1914
Druk
  • [Eerste druk], Eerste deel, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 332 p., 20,9 x 15,9 cm. Tweede deel, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 544 p., 20,9 x 15,9 cm.

Naam - instituut/vereniging

Davidsfonds

Deze culturele en christelijke vereniging werd op 15 januari 1875 door de Leuvense studentenvereniging Met Tijd en Vlijt opgericht. Ze fungeerde als de tegenhanger van het vrijzinnige Willemsfonds en werd genoemd naar Jan-Baptist David. Het Davidsfonds bestaat nog steeds en heeft tot doel de algemene ontwikkeling van het Vlaamse volk te stimuleren. Lannoo hielp in 1913 bij de heroprichting van de Tieltse afdeling, waarvan hij in de zomer van 1928 een bestuursfunctie toegewezen kreeg.