10.1.'47.
Geachte Heer Lateur,
Pas gister heeft de jongste der Paters Denijs het lessenaartje voor den duikalmanak[1] gebracht. Ik heb Paul reeds proficiat gewenscht, want hij heeft schitterend werk gemaakt in al zijn eenvoud. Zooals het op mijn bureel staat, is het heel voornaam. Ik reken met hem af en hoop, dat de uitgave zal kunnen in standgehouden worden. Echter is de medewerking nog steeds onvoldoende. Ik heb verleden jaar flink toegedragen, dit jaar heeft Veen ongeveer de drukkosten helpen betalen. Over een maand zal blijken of we kunnen doorzetten. En dan zou ik willen ook een reklame inzetten voor het lessenaartje, omdat het jaren zou kunnen gebruikt worden. Voor een kalender van 35 fr[ank] een lessenaartje koopen van honderden fr[anken] heeft alleen zin, indien deze aankoop verschillende opeenvolgende jaren kan gebruikt worden. Indien ik eigenmachtig niet slaag, zal ik uitzien of een of andere Vl[aamse] organisatie daaraan niet zou medewerken met er van een partij aan haar leden tegen specialen prijs uit te deelen. Ik denk vooral aan het Davidsfonds. Zoo kunnen we verder opschieten met den Duikalmanak, zoodat deze misschien ingeburgerd geraakt voor jaren.
Van De Kinkhoren heb ik niets meer vernomen.[2] Het blijkt dat de heer François ziek is en naar Zwitserland op rust is. Ik schrijf nog terug.
Met beste wedergroeten en dank omdat U aan mij gedacht hebt
voor het lessenaartje van den duikalmanak.
voor het lessenaartje van den duikalmanak.
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Guido Gezelle, Dit is de nieuwe Vlaamsche duikalmanak ofte plukalmanak voor 't jaar ons Heeren 1947. Dit is de duik- ofte plukalmanak van zaliger eerw. Heer ende meester Guido Gezelle, deze namelijk van het jaar onzes Heeren 1892, gangbaar en dienstig gemaakt voor het jaar onzes Heeren 1947. Tielt, J. Lannoo, 1946.
[2]
Cf. voor deze kwestie de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 21 december 1946.
