<Resultaat 1943 van 2531

>

Den Heer Frank Lateur, Ingooigem.

Geachte Heer Lateur,
Ik heb, als gevolg van uw brief van 29 April,[1] dadelijk aan den heer De Meyer geschreven om af te spreken voor een namiddag in den loop der volgende week. We hebben het nu gemakkelijker dan te voren om over Deerlijk naar Ing[ooigem] te reizen zoodat we daar b[ijvoorbeeld] te 14.15 uur aankomen. Ik verwittig U tijdig vermoedelijk telefonisch om te vernemen of er den namiddag door d[e ]h[ee]r D[e Meyer] uitgekozen bij U geen belet is.
Principieel hebt U gelijk, dat het akkoord tusschen ons beiden opgemaakt werd,[2] maar door U en mij werd d[e ]h[ee]r De Meyer steeds aanzien als iemand, die in de uitgave van uw werken evenveel te zeggen had.
In een akkoord wordt steeds zooveel mogelijk voorzien, maar steeds zijn punten, die niet kunnen voorzien worden. Misschien herinnert U zich eveneens, dat wij, uitgevers, hoopten van minstens 30 % als boekenliefhebbers te kunnen behouden van de lezers, die tijdens den oorlog genoegen beleefden aan het boek en we hebben er nauwelijks meer dan voor '40! Hadden we 30 % meer lezers dan in 40 dan zou de toestand er anders voorstaan.
Ik kan U tevens zeggen, dat de meeste uitgevers nagenoeg niets aanpakken, noch durven aanpakken en dat ik met d[e ]h[ee]r De Meyer nog zeker van de meest durvende ben. Ik hoop echter, dat er nog wel iets meer dan 2 boeken in '47 zullen kunnen aangepakt worden, maar weet goed, dat de verkoop zoo slecht gaat, dat alle schrijvers veel minder dan vroeger verkoopen. Het zal misschien goed zijn U bij deze gelegenheid te vertellen, dat ik met de f[irm]a De Kinkhoren overeenkwam, dat mijn vertegenwoordiger in het heele land, uitgenomen in Westvlaanderen, de uitgave van Het Kerstekind met de platen van J[eanne] Hebbelinck zou aanbieden en hij heeft er niet meer kunnen plaatsen dan 67!!! Ook de verkoop van "Avelghem" is niet schitterend geweest; ieder hier viert 1 Mei, met of tegen zijn goesting nu het een officieel betaalde verlofdag is, en zoo kan ik U niet precies het getal van den verkoop opgeven. Denk nu niet dat alleen uw werk lastig verkoopt: nagenoeg alles blijft liggen, buiten een paar uitzonderingen.
Bij mij zijn "Lenteleven" en "Teleurgang" uitverkocht geweest, maar d[e ]h[ee]r De Meyer heeft er mij, volgens ons akkoord, een partij van verkocht, die nog bij hem voorradig waren. Heeft hij niet gesproken toen er spraak was van de reeds verschenen n[umme]rs, die uitverkocht waren, te herdrukken, dan kan dat de indruk verwekken, dat bij hem evenmin nog voorraad was, maar zijn zaak is nog meer uitgebreid dan de mijne, zoodat hij misschien de toestanden zoo goed niet kent. Ik weet, dat hij op 18 September 1946 het noodige zwaar papier voor ons beider rekening bestelde voor de beide geplande d[e]l[e]n[3] en dat het tot heden nog niet gemaakt werd. Ik liet gister zelf nog aandringen bij den fabrikant.
[2]
Hadden we vroeger de volksboeken kunnen aanpakken, dan was er iets mede te doen geweest. U kan in elk geval de kleine uitgave van Genoveva[4] klaar maken.
En de rest moeten we bespreken, zoodat de beide partijen tevreden zijn. Zoodra d[e ]h[ee]r De Meyer me precies den dag mededeelt, telefoneer ik U waarschijnlijk onmiddellijk.[5]
Ik verwacht in de eerste dagen ook P[ater] Em[iel] Janssen, die nu pas audientie bij M[onsei]g[neu]r Lamiroy kon bekomen betreffende...[6]
Het is een verrassing geweest te lezen dat Toussaint v[an Boelaere] gestorven was... Och kom, de mortibus nisi bonum,[7] zeg ik het eerste n[umme]r van De Standaard heden morgen na.
Met vriendelijke hoogachting,
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] Deze brief van Streuvels vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2] Dit is het akkoord voor de Lijsternestreeks.
[3] Zonnetij en Dorpsgeheimen
[4] Van dit boek is bij Lannoo geen herdruk verschenen.
[5] Op 8 mei 1947 geeft Joris Lannoo meer uitleg over deze samenkomst.
[6] Pro Ecclesia & Pontifice: (Latijn) voor Kerk en Opperpriester. Devies van het pauselijk erekruis van verdienste, ingesteld door Leo XIII bij zijn gouden priesterfeest in 1888. Van Dale, S-Z, p. 3808 Op 3 november 1947 werd Streuvels benoemd tot Groot-Officier in de Kroonorde.
[7] Van de doden niets dan goeds

Register

Naam - persoon

De Meyer, Maurits (° Elversele, 1895-03-02 - ✝ Wilrijk, 1970-11-24)

Uitgever en volkskundige.

Studeerde tussen 1916 en 1918 klassieke filologie en geschiedenis aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit von Bissing Universiteit). Dit had tot gevolg dat de Belgische universiteiten en de Centrale Examencommissie voor hem na de oorlog gesloten bleven. Spoedig trad hij in dienst van de nog jonge uitgeverij Standaard Boekhandel, waarvan hij 35 jaar lang directeur (01.10.1924) en later beheerder was. Zo was hij ook medestichter van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), die hij ook als voorzitter zou leiden, en was hij betrokken bij de organisatie van de Boekenbeurs voor Vlaanderen in Antwerpen. Als wetenschapsman verwierf de Meyer faam door zijn activiteiten op gebied van volkskunde - het is mede dankzij hem dat men deze wetenschap in Vlaanderen ernstig is gaan beoefenen. De Meyer specialiseerde zich in de studie van Vlaamse sprookjes, waarover hij in binnen- en buitenland publiceerde.

Hebbelynck, Jeanne (° Gent, 1892-02-16 - ✝ Gent, 1959-03-11)

Kunstenares.

Jeanne Hebbelynck was een schilderes, tekenares, illustratrice en miniaturiste die de christelijke grafiek hernieuwd heeft. Ze schilderde o.a. de illustraties voor Het Kerstekind van Stijn Streuvels (1937).

Janssen, Emiel (° Vlimmeren, 1897-04-28 - ✝ Tienen, 1984-03-27)

Pseudoniem: Diotimos.

Geestelijke.

Janssen ging in Hoogstraten studeren met de Gezelle-biograaf Aloïs Walgrave als leraar. Hij trad in de Sociëteit van Jezus in 1915. Hij was een aantal jaren werkzaam in het middelbaar onderwijs maar werd daarna belast met de geestelijke vorming van jongere confraters. Hij schreef geestelijke werken, korte essays en verzen. In 1939 verscheen zijn belangrijkste Gezelle-boek, namelijk Zo dichte en zo doe'k. Hij was lid van het Guido Gezellegenootschap. Hij publiceerde regelmatig Gezellestudies in Gezelliana,Gezellekroniek,... Hij was ook begaan met Streuvels, Timmermans en Van Eeden.

Lamiroy, Henri (° Heurne, 1883-08-29 - ✝ Brugge, 1952-05-10)

Priester-bisschop.

Henri Lamiroy volgde humaniora aan het Sint-Amanduscollege te Kortrijk en promoveerde, na studies aan het Leo XIII-seminarie te Leuven (1904-1907), tot doctor in de wijsbegeerte. Vervolgens studeerde Lamiroy theologie aan het Grootseminarie te Brugge en werd hij op 13 december 1909 tot priester gewijd. In 1910 werd hij directeur van het Leo XIII-seminarie (tot 1919), terwijl hij zelf verder studeerde aan de theologische faculteit. Hij werd magister in de theologie (22 juli 1919) en professor in de dogmatiek aan het Grootseminarie te Brugge (20 september 1919), een functie die hij bleef uitoefenen toen hij erekanunnik werd (31 augustus 1927). In september 1928 werd Lamiroy benoemd tot pastoor-deken te Ieper, in augustus 1929 tot hulpbisschop en op 18 december 1931 tot bisschop van Brugge als opvolger van Gustave Waffelaert. Lamiroy's aantreden als hulpbisschop kondigde een verscherping aan van de anti-nationalistische strijd van de kerk in West-Vlaanderen. Lamiroy trachtte op de eerste plaats de invloed van Vlaams-nationalistische priesters en scholieren in de colleges te verminderen. Zijn belangrijkste instrument hiervoor was de Katholieke Actie, die volgens hem streng hiërarchisch gestructureerd, onder diocesane leiding en uniform georganiseerd en gemonopoliseerd moest worden. Karel Dubois werd belast met de uitbouw van de Katholieke Studentenactie (KSA) tot 'kerkelijk strijdende beweging, maar door-Vlaams van geest', iets wat vele Vlaamsgezinden evenwel als een daad van wantrouwen en vijandelijkheid tegenover het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS) beschouwden. De benadrukking van het flamingantisme binnen de KSA was in de eerste plaats bedoeld om het AKVS de wind uit de zeilen te nemen, en Lamiroy pakte geestelijken die laatstgenoemde beweging bleven steunen nu ook harder aan. In juni 1930 ontstond zo bijvoorbeeld wat onrust onder de West-Vlaamse priesters, omtrent enkele overplaatsingen die als sancties werden aangezien. De bisschopsbenoeming van Lamiroy kwam als een algehele verrassing; mogelijk werd zijn kandidatuur bij de nuntius voorgedragen door katholieke politici die de vooruitgang van het Vlaams-nationalisme in West-Vlaanderen wilden afremmen en in de houding van de jonge deken van Ieper tegenover Jeroom Leuridan daarvoor een voldoende waarborg zagen. Als bisschop voerde Lamiroy de strijd tegen de nationalistische clerus nog meer op. Volgens zijn eigen getuigenis beoogde hij 'de eenheid van het land door gehoorzaamheid aan geestelijke en burgerlijke overheid'. Alles wat die eenheid en gehoorzaamheid in het gedrang bracht, wilde hij bestrijden. Dit uitte zich concreet in een zeer autoritiar optreden, waarbij hij er duidelijk niet voor terugschrok zijn rechten als kerkvorst op te eisen en het vanzelfsprekend vond dat men volgzaam was wanneer hij richtlijnen uitvaardigde of leiding gaf. Onder zijn impuls werd zeker vanaf de zomer van 1933 getracht een flamingantische studentenbeweging uit te bouwen, die voor alles streng onder kerkelijke controle zou blijven staan en de invloed van het AKVS moest terugdringen. Diep overtuigd van de nood aan een sterke katholieke partij als garant voor de verdediging van de christelijke waarden, veroordeelde hij elke tendens die van aard was haar te ondergraven. Het voornaamste gevaar leek hem uit Vlaams-nationalistische hoek te komen en hij liet dan ook niet na herhaaldelijk duidelijke voorschriften af te kondigen om het kiesgedrag te beïnvloeden. Toen de regering-Charles de Broqueville voor 27 november 1932 nieuwe verkiezingen had uitgeschreven, wees hij de gelovigen op de 'zware gewetensplicht' hun stem uit te brengen 'op de kandidaten der eenige lijst door de geestelijke overheid goedgekeurd'. Ook bij het naderen van de verkiezingen van 24 mei 1936 wees hij er in een herderlijk schrijven op dat stemmen voor hen 'die tucht en eensgezindheid bij de katholieken afbreken, medewerken (is) aan het kwaad dat onvermijdelijk volgen moet uit het verzwakken van die partij, die het sterkste bolwerk moet uitmaken voor onze godsdienstige vrijheden en onze heiligste rechten'. In oktober 1938 werd nogmaals gewezen op wat op het spel stond, vooral op het gevaar dat het katholiek onderwijs bedreigde, en er werd betekenisvol aan toegevoegd dat niet allen die zich katholiek noemden, dit in feite ook waren. In een rapport aan Rome had hij er zich het jaar voordien overigens over beklaagd dat de Vlaams-nationalisten -- zoals ook de rexisten -- schromelijk tekortschoten aan eerbied en gehoorzaamheid tegenover het kerkelijk gezag en de bisschoppelijke richtlijnen gewoon naast zich neerlegden. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog weigerde Lamiroy principieel de Duitse autoriteiten te ontmoeten. Ook Vlamingen die zich aan collaboratie met de Duitsers schuldig maakten, werden afgekeurd. Waarschijnlijk om zich tijdens de bezetting niet te compromitteren mat hij zich een afzijdige houding aan tegenover Vlaamsgezinde priesters als Cyriel Verschaeve en Maurits Geerardyn; toen bijvoorbeeld deze laatste vroeg terug in het bisdom te worden opgenomen, deelde Lamiroy mee dat deze beslissing tot na de bezetting werd uitgesteld. Op verzoek van Paul Heymans verleende hij wel steun aan Winterhulp. Na de oorlog werd het politieke leven van voor 1940 hervat. De katholieke partij, voortaan Christelijke Volkspartij (CVP), werd door Lamiroy gezien als de enige die de godsdienstige belangen van het land kon garanderen. Hij was medeondertekenaar van twee gemeenschappelijke bisschoppelijke brieven (4 november 1949 en 12 mei 1950). De eerste was gericht tegen de opkomende communisten, terwijl de inzet van de laatstgenoemde brief de door de Koningskwestie gedomineerde verkiezingen van 4 juni 1950 waren. Tijdens de repressieperiode kwamen op het bisdom tientallen brieven toe van beschuldigden (of hun familie) die de tussenkomst van de bisschop vroegen om voor hen ten beste te spreken of minstens de behandeling van hun dossier te laten bespoedigen. Enkele malen (zoals in het geval dom Modest (Alfons) Van Assche) ging hij daarop in, al handelde hij daarbij eerder vanuit een oprecht rechtvaardigheidsgevoelen dan uit Vlaamsgezindheid. Met flamingantische priesters kon de bisschop moeilijk overweg, evenmin trouwens met allen die zijn opvattingen niet deelden.

Deze houding bepaalde ook zijn visie op de Katholieke Arbeidersjeugd, volgens hem de enige manier waarop de leek aan het kerkelijke apostolaat mocht deelnemen, namelijk gemandateerd door en onder controle van de bisschop. Daarom ook stond hij weigerachtig tegenover het Vlaams Verbond van Katholieke Scouts, en het is tevens de diepe oorzaak waarom hij in zijn bisdom geen jezuïetencolleges wenste.

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Toussaint van Boelaere, Fernand Victor (° 1875-02-18 - ✝ 1947-04-13)

Vlaamse prozaschrijver, dichter en vertaler. Hij was in 1907 medestichter (en enige tijd secretaris) van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. In 1931 werd hij voorzitter van de Vlaamse PEN-club. Hij hoort bij de groep auteurs van de tweede reeks van Van Nu en Straks. Na W.O. II ontpopte hij zich als "inquisiteur" van de Vlaamse letteren door - in de context van de epuratie - erg hard en verbeten op te treden tegen auteurs als Felix Timmermans.

Naam - uitgever

De Kinkhoren

In 1941 begon Desclée De Brouwer met een literair en algemeen fonds in het Nederlands. Het initiatief daartoe ging uit van Jan François. François was op 1 februari 1941 in dienst getreden bij de uitgeverij op de Houtkaai in Brugge, met het vooruitzicht een voorzichtig experiment te mogen wagen met het uitgeven van Nederlandstalig werk. De directeur uitgeverij Frank Steinmetz leerde hem de beginselen van het vak, maar bekeek de onderneming met intellectuele argwaan. Voorzichtigheidshalve opteerde François, daarin gesteund door de eigenaars van de firma, voor een eigen imprint voor de Nederlandstalige uitgaven, De Kinkhoren.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Het kerstekind (1911). [verhaal]
Zesde [= negende] druk, Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1947], 84 + [IV] p., 22,3 x 22,6 cm.
Extra info:
Verlucht door Jeanne Hebbelynck.
Streuvels, Stijn, Het kerstekind (1911).
Voorpublicatie
  • De Tijdspiegel, LXVII, 1910, dl. 1, p. 40-76 (januari).
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1911], 93 + [III] p., 27,8 x 22 cm.
  • Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], 93 + [III] p. 27 x 19,9 cm.
  • Derde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], 93 + [III] p., 26,7 x 19,9 cm.
  • Vierde [druk], Thielt, J. Lannoo - Drukker Uitgever, [1922], 107 + [V] p., 18,5 x 12,5 cm.
  • Vijfde [druk], Amsterdam, L.J. Veen's Uitgevers Mij N.V., [1937], 84 + [IV] p., 22,6 x 22,5 cm.
  • Zesde [druk], Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1941], 72 p., 22,5 x 14,7 cm.
    Van deze uitgave mogen geen exemplaren in Nederland verkocht worden.
  • Zevende [druk], Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1942], 67 + [I] p., 19,4 x 13 cm.
    Van deze uitgave mogen geen exemplaren in Nederland verkocht worden.
  • Achtste [druk], Tielt, Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1946], [VIII] + 84 p., 19,5 x 12,5 cm.
    Deze schooluitgave verscheen in verschillende oplagen:
    • Negende uitgave. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt, Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1952], 94 + [II] p., 20,2 x 13 cm.
    • Tiende uitgave. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1956], 95 + [I] p., 19,2 x 12,3 cm.
    • Elfde druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, N.V. Standaard-Boekhandel, 1960, 95 + [I] p., 20,6 x 13 cm.
    • Twaalfde druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, N.V. Standaard-Boekhandel, [1963], 95 + [I] p., 19,8 x 13,1 cm.
    • Dertiende druk. Inleiding en aantekeningen door P. Meersseman, Tielt-Den Haag, Uitgeverij Lannoo; Antwerpen-Amsterdam, Standaard-Boekhandel, [1967], 95 + [I] p., 20 x 13 cm.
  • Zesde [= negende] druk, Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer, [1947], 84 + [IV] p., 22,3 x 22,6 cm.
  • [Tiende druk], in: Stijn Streuvels' Volledige werken. Deel X., Kortrijk, 't Leieschip, [1954], p. 9-63.
  • Twintigste [= elfde] druk, Kortrijk, 't Leieschip, 1955, 92 + [IV] p., 23 x 17,4 cm.
  • Een en twintigste [= twaalfde] druk, Brugge-Utrecht, Desclée De Brouwer, [1962], 66 + [II] p., 24,8 x 19,1 cm.
Streuvels, Stijn, Avelghem (1946). [bio]
[Eerste druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1946], 356 + [IV] p., 21 x 15,7 cm. De Lijsternestreeks, nr. XXVII.
Extra info:
Met een foto van Stijn Streuvels. Colofon: '"Avelghem", het tweede deel van 's schrijvers levensverhaal, verschijnt bij zijn vijf en zeventigste verjaren — 1871 — 3 oktober-1946 — en het vijftigste verjaren van zijner eerste verhalen. — Deze uitgave werd gezet uit de Hollandsche mediaevalletter veertien punt en gedrukt op de persen van Joris Lannoo te Tielt. — Van deze uitgave werden twintig genummerde exemplaren getrokken op zwaar getint Munster Velum papier voorzien van 's schrijvers handteekening.'
Streuvels, Stijn, Avelghem (1946).
Voorpublicatie
  • Wintervreugde - Dit nieuw Seizoen. I. Winter 1945-1946, Tielt, J. Lannoo [1945], p. 61 (= Avelghem, p. 111-115).
  • Herinneringen uit Avelghem - Dietsche Warande en Belfort, XLVI, 1946, p. 451-460 (= Avelghem, p. 293-313, over Lente en Lenteleven).
  • Twee avonturen uit den Avelghemschen tijd - Nieuw Vlaamsch Tijdschrift, I, 1946, p. 706-711 (= Avelghem, p. 331-334, 335-339), het bezoek van Albert Verwey, het bezoek van Emmanuel de Bom en zijn jonge vrouw).
Druk
  • [Eerste druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1946], 356 + [IV] p., 21 x 15,7 cm. De Lijsternestreeks, nr. XXVII.
  • [Tweede druk], in: Volledig werk. Deel IV. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1973], p. 999-1268.
Streuvels, Stijn, Avelghem (1946).
Reeks
  • Streuvels, Stijn, Lijsternestreeks (1942-1946).
Streuvels, Stijn, Lenteleven (1899). [bundel]
Tiende druk, Antwerpen: N.V. Standaardboekhandel; Tielt: J. Lannoo, [1942], 243 + [I] p., 20,8 x 15,3 cm, Lijsternestreeks nr. 1.
Streuvels, Stijn, Lenteleven (1899).
Druk
Streuvels, Stijn, Lenteleven (1899).
Reeks
  • Streuvels, Stijn, Lijsternestreeks (1942-1946).
Streuvels, Stijn, De teleurgang van den Waterhoek (1927). [roman]
Derde druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. LANNOO; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1942], 317 + [III] p., 20,8 x 15,5 cm. Lijsternestreeks nr. 21.
Streuvels, Stijn, De teleurgang van den Waterhoek (1927).
Voorpublicatie
  • De teleurgang van den Waterhoek verscheen in 1927 als voordruk in 7 afleveringen van de 91ste jaargang van het tijdschrift De Gids, uitgegeven bij P.N. van Kampen & Zoon te Amsterdam.
    Afleveringen:
    • Eerste hoofdstuk, dl. I (januari), p. [64]-118.
    • Tweede hoofdstuk, dl. II (februari), p. [153]-181; dl. III (maart), blz. [316]-342.
    • Derde hoofdstuk, dl. IV (april), p. [1]-43.
    • Vierde hoofdstuk, dl. V (mei), p. [137]-179.
    • Vijfde hoofdstuk, dl. VI (juni), p. [285]-316.
    • Zesde hoofdstuk, dl. [VII] (juli), p. [1]-63.
Druk
  • [Eerste druk], Brugge, Excelsior, 1927, 297 + [VII] p., 21,8 x 17,3 cm.
  • Tweede herziene druk, Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, 1939, 321 + [III] p., 19,3 x 12,6 cm.
  • Derde druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. LANNOO; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1942], 317 + [III] p., 20,8 x 15,5 cm. Lijsternestreeks nr. 21.
  • Vierde druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. LANNOO; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1944], 317 + [III] p., 19 x 13,5 cm.
  • [Vijfde druk], [1955], In Stijn Streuvels' Volledige werken, deel XII, p. 7-300, Kortrijk, 't Leieschip.
  • Zesde druk, Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1964], 305 + [III] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Zevende druk, Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Achtste druk, Brugge - Utrecht, Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1971], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Negende druk, Brugge - Utrecht, Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1971], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • [Tiende druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 797-1055.
  • [Elfde druk] = Tiende druk, Brugge, Uitgeverij Orion, [1976], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • [Twaalfde druk] = Elfde druk, Nijmegen, Gottmer; Brugge, Orion, [1978], 307 + [I] p., 18,6 x 12,9 cm.
  • [Dertiende druk] = Twaalfde druk, Beveren, Orbis en Orion, [1982], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • [Veertiende druk] = Dertiende druk, Antwerpen/Amsterdam, Manteau, [1987], 294 + [II] p., 20 x 12,5 cm.
Digitaal
  • Amsterdam: Amsterdam University Press/KANTL, 2000. Elektronisch-kritische editie/electronic-critical edition. Ed. Marcel De Smedt & Edward Vanhoutte. ISBN: 90-5356-441-1 (CD-ROM).
Streuvels, Stijn, De teleurgang van den Waterhoek (1927).
Reeks
  • Streuvels, Stijn, Lijsternestreeks (1942-1946).
Streuvels, Stijn, Streuvels' Volksboeken (1921). [reeks]
Streuvels, Stijn, Streuvels' Volksboeken (1921).
Deel
  • De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant, [Eerste druk], Leuven, Uitgave van de Sam. Venn. 'De Vlaamsche Boekenhalle', ten jare O.H. MDCCCCXXI, 95 + [I] p., 21,1 x 16,7 cm. Streuvels' Volksboeken
Streuvels, Stijn, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant (1921). [bewerking]
[Eerste druk], Leuven, Uitgave van de Sam. Venn. 'De Vlaamsche Boekenhalle', ten jare O.H. MDCCCCXXI, 95 + [I] p., 21,1 x 16,7 cm. Streuvels' Volksboeken
Extra info:
Met teekeningen versierd door Jules Fonteyne.
Streuvels, Stijn, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant (1921).
Voorpublicatie
  • Het Vlaamsche Land, II, 1921, nr. 42 t.e.m. 50 (15 januari t.e.m. 12 maart).
Druk
  • [Eerste druk], Leuven, Uitgave van de Sam. Venn. 'De Vlaamsche Boekenhalle', ten jare O.H. MDCCCCXXI, 95 + [I] p., 21,1 x 16,7 cm. Streuvels' Volksboeken
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1921], 95 + [I] p., 21,1 x 16,7 cm. Streuvels' Volksboeken
  • [Tweede druk], Kortrijk, 't Leieschip, [1951], 95 + [I] p., 22 x 17,4 cm.
  • Derde druk, [Brugge], Desclée de Brouwer, [1956], 103 + [I] p., 24,3 x 17,8 cm.
Streuvels, Stijn, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant (1921).
Reeks
  • Streuvels, Stijn, Streuvels' Volksboeken (1921).
Streuvels, Stijn, Lijsternestreeks (1942-1946). [reeks]
Streuvels, Stijn, Lijsternestreeks (1942-1946).
Deel
  • Lenteleven, Tiende druk, Antwerpen: N.V. Standaardboekhandel; Tielt: J. Lannoo, [1942], 243 + [I] p., 20,8 x 15,3 cm, Lijsternestreeks nr. 1.
  • De teleurgang van den Waterhoek, Derde druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. LANNOO; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1942], 317 + [III] p., 20,8 x 15,5 cm. Lijsternestreeks nr. 21.
  • Avelghem, [Eerste druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1946], 356 + [IV] p., 21 x 15,7 cm. De Lijsternestreeks, nr. XXVII.
Streuvels, Stijn, Zonnetij (1900). [bundel]
Streuvels, Stijn, Zonnetij (1900).
Druk
Streuvels, Stijn, Dorpsgeheimen (1904). [bundel]
Streuvels, Stijn, Dorpsgeheimen (1904).
Druk