Amsterdam, 17 December, 19
SPREEKUUR: des Zaterdags van 1-4 uur Den Weled[elen] Heer Stijn Streuvels,
Ingoyghem.
Zeer Geachte Heer,
In beleefden dank ontving ik Uw schrijven.[1] Eenige ophelderingen onzerzijds zijn thans noodig, opdat geen vergissingen plaats vinden.
Natuurlijk zijn ons Uwe uitgaven van Reinaert de Vos en Genoveva Brabant bekend. Wij wisten echter niet, dat deze deelen tot eene serie behoorden en meenden, dat dit beide op zich zelf staande werken waren.
Het spijt mij, dat onze plannen elkaar indertijd niet hebben ontmoet, zoodat onze wegen, wat dat betreft, uiteenliepen en niet één uniforme serie tot stand is gekomen. Dit heeft echter niet mogen zijn.
Van Uwe toestemming, aan onze serie[2] te willen medewerken, maken wij natuurlijk zeer gaarne gebruik. Als honorarium meenen wij U een bedrag van F[lorijn] 500.- per deeltje te kunnen aanbieden en zien gaarne Uw antwoord hieromtrent tegemoet. Hopende, dat dit schrijven eenigszins den indruk bij U [2]mag hebben weggenomen, als zouden wij een concurreerende serie begonnen zijn, teekenen wij,
Hoogachtend,
(handtekening J.M. Meulenhoff)
Ik zou het zeer waardeeren indien ik ook Uwen naam aan mijn nieuwe Serie verbonden zou mogen zien[.][3]
Contract (Prijs) honor.
Den [Florijn] Heer Stijn Streuvels,
Ingoyghem.
(België).
N.B:
De postzegel is afgescheurd.
Ingoyghem.
(België).