(handtekening Herman Robbers)
't Lijsternest
Ingoyghem
België
< | Resultaat 15 van 2531 | > |
---|
Bastiaanse, Frans (officiële Voornaam: Wilhelm Ange François) (° Utrecht, 1868-05-14 - ✝ Amsterdam, 1947-06-12)
Nederlands letterkundige.
Was jarenlang leraar te Hilversum. Zijn eerste bundel verzen, Natuur en leven (1900), wekte bewondering bij Van Deyssel. Deze poëzie sluit, als natuur- en liefdeslyriek, aan bij die van de Tachtigers (o.a. Perk en Kloos). Na jaren van geringe productiviteit inspireerde een nieuwe liefde hem op late leeftijd weer tot opmerkelijk werk. Zijn literair-esthetisch en -historisch inzicht blijkt uit zijn voordracht De techniek der poëzie (1918) en uit het vierdelige Overzicht van de ontwikkeling der Nederlandsche letterkunde (1921-1927). Tijdens WOI reageerde hij sarcastisch op Streuvels' oorlogsdagboek.
Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Toussaint van Boelaere, Fernand Victor (° 1875-02-18 - ✝ 1947-04-13)
Vlaamse prozaschrijver, dichter en vertaler. Hij was in 1907 medestichter (en enige tijd secretaris) van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. In 1931 werd hij voorzitter van de Vlaamse PEN-club. Hij hoort bij de groep auteurs van de tweede reeks van Van Nu en Straks. Na W.O. II ontpopte hij zich als "inquisiteur" van de Vlaamse letteren door - in de context van de epuratie - erg hard en verbeten op te treden tegen auteurs als Felix Timmermans.
Verschoren, Frans (° Sint-Katelijne-Waver, 1874-03-05 - ✝ Westmalle, 1951-12-05)
Vlaams schrijver.
Hij was o.a. leraar in Lier en schoolhoofd in Boom. Hij schreef vnl. pretentieloze, vlot vertellende volksverhalen, o.a. Uit het Nethedal (1908). Opvallend van observatie en typering zijn zijn beschrijvingen van voorvallen uit het kinderleven in Jeugd (1910). Hij schreef over Lier een boek met herinneringen, Het gemartelde Lier (1919). In 1927 publiceerde hij de monografie Tony Bergmann.
Vereniging van Letterkundigen
De (Nederlandse) Vereniging van Letterkundigen (VvL) werd op 15 februari 1905 door 38 schrijvers uit het Nederlandse taalgebied opgericht met als doel de bloei der letteren te bevorderen. Herman Robbers was één van de stichtende leden. Hij kende de uitgeverswereld van binnenuit en zette zich o.a. in voor een betere bescherming van de auteursrechten. De Nederlandse Vereniging zorgde verder voor de oprichting van een Ondersteuningsfonds voor beginnende schrijvers en stelde een modelcontract op. Om één en ander al meteen aan te vatten had het bestuur zich reeds in verbinding gesteld met het Bestuur van de Uitgeversbond om tot een uniform contract tussen uitgever en auteur te geraken; er werd een commissie belast met het ontwerpen van een reglement voor een ondersteuningsfonds en een andere commissie zou adviezen verstrekken omtrent auteurswet en aansluiting bij de Berner Conventie. Herman Robbers richtte een oproep tot de Vlaamse auteurs tot aansluiting bij de VVL. Op 6 april 1907 belegden de promotoren in het Antwerpse hotel Terminus een voorbereidende vergadering ter oprichting van een Vlaamse Vereniging. Een omzendbrief strekkende tot het oprichten van een zustervereniging die nauw met de Nederlandse VVL zou samenwerken en die als een vakvereniging zou fungeren, werd verspreid.
Vereniging van Vlaamse Letterkundigen
De Vereniging van Vlaamse Letterkundigen werd op 23 november 1907 te Antwerpen opgericht onder voorzitterschap van Prosper van Langendonck (1862-1920). De vereniging bepleitte bij de regering de splitsing van de diensten van onderwijs, kunsten en wetenschappen en van de Hogere Raad voor Volksopleiding en de Raad voor de Openbare Bibliotheken en zocht tegelijk toenadering tussen Noord en Zuid. Tussen juni 1914 en maart 1921 lag de werking van de vereniging stil. Na de wapenstilstand kon ze slechts moeizaam haar activiteiten hervatten als gevolg van de kloof tussen activisten en 'passivisten' die zich tijdens de oorlogsjaren had gevormd. August Vermeylen, de eerste naoorlogse voorzitter was antiactivistisch (Frank Lateur profileerde zich eerder als pro-activistisch), diende zijn ontslag in maar werd in 1924 opnieuw bereid gevonden om het voorzitterschap op zich te nemen (tot 1939). Sinds haar oprichting zette de VVL zich als pluralistische vereniging in voor auteursbelangen (o.a. het bepleiten van een vaste boekenprijs), het statuut van de schrijver, het fonds van letterkundigen en de uitkering van een leenvergoeding voor auteurs. Uit deze vereniging zal in 1929 de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen voortkomen.