SCHOORL, N.H., 6/12 1920
Beste Streuvels,
Hartelyk dank voor je brief van den 27en nov[ember][1] & het leuk kiekje van het lustige Trio.[2] Wat lyken de twee oudsten vooral op hun vader. De jongen wordt stellig ook een echte "Streuvels".
Onze reis naar Vlaanderen zal voorloopig nog wel een vrome wensch blyven! Ik heb mijn handen zeer vol (meer dan mijn zakken!)... De Tijden!
Zal heel graag wat "schrifts" van u ontvangen.[3] Zond u gister een productje van mijn pen... een Revue![4]
Hartelyk de uwe
(paraaf Herman Robbers)
SCHOORL
6.12.20
VICHTE
8.XII
Robbers 1920
AAN den Heer Frank Lateur
Ingoijghem (België)
Ingoijghem (België)
Annotations
[1]
Cf. brief van Streuvels aan Robbers van 27 november 1920.
[2]
Drie kinderen van Streuvels: Paula (° 1906), Paul (° 1909) en Dina (° 1916)
[3]
De eerstvolgende bijdrage van Streuvels voor Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, Prutske en de geitjes, kwam er pas in 1922.
[4]
Herman Robbers, De Haagsche Ooievaar, een revue. (Door den schrijver van: 'Kunst en Onafhankelijkheid'). Amsterdam, Elsevier, 1920. Dit boekje bevat 39 bladzijden.