AMSTERDAM, 6 April 1922
Den Weled[el]geb[oren] Heer Frank Lateur.INGOYGHEM.
Zeer geachte Heer,
Uw brief van 30 Maart heeft myn schryven aan U gekruist.[1]
De f[lorijn] 27.50 voor de teekeningen en de foto's hebben wy thans Mejuffrouw Nyland doen toekomen; ik hoop, dat zy U dit reeds bericht zal hebben. Mocht U de teekeningen en de foto's nog niet van [R.W.P.] de Vries J[unio]r (Otto's laan 20, Hilversum) terug hebben, wilt U dan zelf dezen Heer nog eens dringend verzoeken U een en ander dadelyk, wel verpakt, terug te sturen?
Het adres van myn broer in Zwitserland is: "Les Lilas", Baugy S/ CLARENS (het huisje van Scharten is 't). U zoudt my plezier doen door hem betreffende de honorariumzaak alléén te schryven, dat ze tot Uw genoegen geregeld is; zooals ik U reeds meedeelde, is een misverstand de oorzaak van het late antwoord geweest. Herman, die rust noodig heeft, behoeft zich hieraan niet óók min of meer te ergeren.
Mocht U intusschen ten opzichte van het een of ander nog niet tevreden zyn, dan wilt U dat my nog wel even berichten.
Hoogachtend,
Uw Dienstw[illige]
(handtekening Herman Robbers)
Uitgevers-Maatschappij (handtekening Herman Robbers)
"Elsevier"
AMSTERDAM
6.IV.1922
Den Weled[el]geb[oren] Heer Frank Lateur.
"'t Lijsternest"
INGOYGHEM
BELGIË.
"'t Lijsternest"
INGOYGHEM
BELGIË.
Annotations
[1]
Streuvels moest nog het honorarium voor zijn bijdrage Met Viérin te Damme in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift ontvangen. In 1922 keerde de N.V. Uitgeversmaatschappij Elsevier per pagina ten hoogste fl.6 uit. Twee jaar eerder werd nog fl.7.50 betaald. Begin 1921 onderging het tijdschrift zelf een grondige face-lift (het lettertype veranderde, er werd gekozen voor mat in plaats van glanzend papier en het aantal letters per pagina werd van 3250 naar 2350 eenheden gereduceerd), waarbij ook het maximum honorarium verlaagd werd. Met Viérin te Damme is 24 bladzijden lang en kon Streuvels dus maximaal fl.144 opbrengen. Voor het gebruik van foto's en tekeningen (fl.2.50 per exemplaar) kreeg Streuvels van Elsevier in totaal fl.27.50. Dat bedrag werd, op verzoek van Streuvels, aan Juffrouw Nijland in Amsterdam overgemaakt. Cf. Streuvels' brief van 20 januari 1922.
De honorariumkwestie was echter niet hoge genoege afgeloopen. Bij zijn terugkeer uit het zuiden van Frankrijk stuurde Streuvels, op 2 maart, een brief naar Herman Robbers. Er kwam echter geen reactie en Streuvels stuurde daarop een briefkaart om Robbers aan de brief van 2 maart te herinneren. Op 30 maart kreeg Streuvels eindelijk antwoord. John Robbers, de broer van Herman en tevens een van de directieleden van de N.V. Uitgeversmaatschappij Elsevier, informeert Streuvels over de reisbestemming van zijn broer en wijt het laattijdig beantwoorden van Streuvels' brieven aan een misverstand binnen het bedrijf. Hij verzekert Streuvels dat de honorariumkwestie zo snel mogelijk in orde zal gebracht worden. Op 6 april krijgt Streuvels bevestiging van John Robbers dat alles naar wens is uitgevoerd. Het honorarium voor de foto's is reeds naar Juffrouw Nyland gestuurd en de foto's en tekeningen zelf bevinden zich bij R. W. P. De Vries Jr., een van de redacteurs van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Bovendien vraagt John aan Streuvels om zijn broer enkel te schrijven dat de kwestie naar genoegen geregeld is. U zoudt my plezier doen door hem betreffende de honorariumzaak alléén te schrijven, dat ze tot Uw genoegen geregeld is. Herman, die rust nodig heeft, behoeft zich hieraan niet óók min of meer te ergeren. J. Tielrooy, 'Een vijftigjarige: "Elsevier's Maandschrift"', in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 50 (1940), 100, p. 486 (december); brief van 30 maart 1922 in Letterenhuis, E 279/B; brief van 4 april 1922 in Letterenhuis, E 279/B
Cf. antwoord van Streuvels op 8 april 1922.
