Robbers
Hotel De Korenbeurs
Sluis
(Zeeland)
< | Resultaat 103 van 2531 | > |
---|
Claes, Ernest (° Zichem, 1885-10-24 - ✝ Ukkel, 1968-09-02)
Vlaams schrijver en letterkundige.
Claes promoveerde tot doctor met een dissertatie over Potgieter (1910). Hij werd journalist, in 1913 trad hij in dienst als ambtenaar bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers (tot 1951) en hij streed tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij is één van de meest gelezen en meest vertaalde Vlaamse schrijvers. Hij schreef, vaak humoristisch, liefst over zijn geboortestreek, de omgeving van Zichem. Daar situeert zich ook zijn meest bekende boek De Witte (1920, verfilmd in 1934). Naast levensechte en grappige verhalen (Sichemsche Novellen, 1921), schreef hij ook ontroerende werken (Jeugd, 1940; De moeder en de drie soldaten, 1939). Hij blonk uit in de kunst van het typeren (Wannes Raps, 1926; Pastoor Campens zaliger, 1935) en enkele malen ook in stilistische bekwaamheid (Floere het fluwijn, 1950).
De Bom, Emmanuel (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)
Letterkundige, bibliothecaris, journalist.
Was hoofdbibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheek (1911-1919; 1926-1933), die hij reorganiseerde. Hij was ook bedrijvig in de journalistiek, vanaf 1904 als correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant en als redacteur (1920-1926) van de Volksgazet. Hij was medeoprichter van Van Nu en Straks, Vlaanderen en het Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Als een van de eersten in Vlaanderen vroeg hij aandacht voor het toneel van Ibsen en voor de opvattingen van William Morris betreffende boekverzorging. Zijn kleine roman Wrakken (1898), een document van de fin-de-siècle en neerslag van een persoonlijke crisis, is een van de eerste Vlaamse psychologische stadsromans. Daarna schreef hij nog gemoedelijke en stemmingsvolle schetsen en verhalen en talrijke vlotte kronieken. Met Streuvels was hij intiem bevriend en voerde hij een uitgebreide briefwisseling.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Verschoren, Frans (° Sint-Katelijne-Waver, 1874-03-05 - ✝ Westmalle, 1951-12-05)
Vlaams schrijver.
Hij was o.a. leraar in Lier en schoolhoofd in Boom. Hij schreef vnl. pretentieloze, vlot vertellende volksverhalen, o.a. Uit het Nethedal (1908). Opvallend van observatie en typering zijn zijn beschrijvingen van voorvallen uit het kinderleven in Jeugd (1910). Hij schreef over Lier een boek met herinneringen, Het gemartelde Lier (1919). In 1927 publiceerde hij de monografie Tony Bergmann.
Vereniging van Letterkundigen
De (Nederlandse) Vereniging van Letterkundigen (VvL) werd op 15 februari 1905 door 38 schrijvers uit het Nederlandse taalgebied opgericht met als doel de bloei der letteren te bevorderen. Herman Robbers was één van de stichtende leden. Hij kende de uitgeverswereld van binnenuit en zette zich o.a. in voor een betere bescherming van de auteursrechten. De Nederlandse Vereniging zorgde verder voor de oprichting van een Ondersteuningsfonds voor beginnende schrijvers en stelde een modelcontract op. Om één en ander al meteen aan te vatten had het bestuur zich reeds in verbinding gesteld met het Bestuur van de Uitgeversbond om tot een uniform contract tussen uitgever en auteur te geraken; er werd een commissie belast met het ontwerpen van een reglement voor een ondersteuningsfonds en een andere commissie zou adviezen verstrekken omtrent auteurswet en aansluiting bij de Berner Conventie. Herman Robbers richtte een oproep tot de Vlaamse auteurs tot aansluiting bij de VVL. Op 6 april 1907 belegden de promotoren in het Antwerpse hotel Terminus een voorbereidende vergadering ter oprichting van een Vlaamse Vereniging. Een omzendbrief strekkende tot het oprichten van een zustervereniging die nauw met de Nederlandse VVL zou samenwerken en die als een vakvereniging zou fungeren, werd verspreid.
Vereniging van Vlaamse Letterkundigen
De Vereniging van Vlaamse Letterkundigen werd op 23 november 1907 te Antwerpen opgericht onder voorzitterschap van Prosper van Langendonck (1862-1920). De vereniging bepleitte bij de regering de splitsing van de diensten van onderwijs, kunsten en wetenschappen en van de Hogere Raad voor Volksopleiding en de Raad voor de Openbare Bibliotheken en zocht tegelijk toenadering tussen Noord en Zuid. Tussen juni 1914 en maart 1921 lag de werking van de vereniging stil. Na de wapenstilstand kon ze slechts moeizaam haar activiteiten hervatten als gevolg van de kloof tussen activisten en 'passivisten' die zich tijdens de oorlogsjaren had gevormd. August Vermeylen, de eerste naoorlogse voorzitter was antiactivistisch (Frank Lateur profileerde zich eerder als pro-activistisch), diende zijn ontslag in maar werd in 1924 opnieuw bereid gevonden om het voorzitterschap op zich te nemen (tot 1939). Sinds haar oprichting zette de VVL zich als pluralistische vereniging in voor auteursbelangen (o.a. het bepleiten van een vaste boekenprijs), het statuut van de schrijver, het fonds van letterkundigen en de uitkering van een leenvergoeding voor auteurs. Uit deze vereniging zal in 1929 de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen voortkomen.