<Resultaat 681 van 2531

>

Beste Streuvels,
Je brief van den 3en[1] ontving ik zooeven, hier in den Haag — Wy zyn op tournee, myn vrouw en ik; maar wat naar Schoorl geadresseerd wordt bereikt my altyd.
Ja, dat stukje van Miek J[anssen] had zeker veel interessanter kunnen zijn — zy is geen fameuse schryfster — maar ik vind het onderwerp merkwaardig genoeg. Dat gyzelf die foto's hebt gemaakt had zy my waarachtig wel eens kunnen vertellen! Van M[ichel] de Klerks portret [2]zal ik u Dinsdag uit Amsterdam een tweede exemplaar laten zenden. Het was de Klerk, de jonggestorven architect, die het teekende. Het is inderdaad prachtig.
Willem Putmans stukje (Armoede) heb ik hem juist vanochtend teruggestuurd. Het zou, mits goed gespeeld, op het tooneel wel eenig effect kunnen hebben, dunkt me, maar als lectuur vind ik het onvoldoende. Geen enkel nieuw gezichtspunt op een oud geval.
Simons is al geruimen tyd ziek. Dat hy thans erger zyn zou, [3]heb ik niet gehoord, maar het is zéér mogelyk by zyn kwaal: een blaaslijder.
Naar uw stuk "antiek proza" (schryven wij dat niet allemaal eens?) ben ik natuurlyk zeer benieuwd. Van antiek proza gesproken — dien tweeden roman van Roelants: Het leven dat wy droomden,[2] vind ik zeer goed, zeer fijn en indringend. Kent ge het boek? Ik zal er 15 februari (7 uur) voor de Avro over spreken.[3] Maar wat moet dat nu worden, deze Roelants in eén redactie met den ultra-moderneling Menno ter Braak? [4]Zy beiden, en du Perron, gaan 'Forum' redigeren, of liever: zyn daar al mee bezig.[4] Ik vermoed dat Roelants weldra de derde streng zal blijken die den kabel... verbreekt![5]
Ge moet eens zien te krygen: Alleenspraak, een bundeltje verzen van Chr[is] de Graaff (uitgave De Gemeenschap)[.][6] Dat is ook iets fijns, echts, deugdelyks — zonder modernigheid.
Ik reik u de hand over weiden en rivieren. Groet de uwen van ons beiden & geloof my
altyd de uwe
(handtekening Herman Robbers)
Gy weet toch dat van Looys Gedichten nu ook verschenen zijn?[7]
'S-GRAVENHAGE 6.II.1932
Den Heer Frank Lateur
Ingoyghem
België
 

Annotations

[1] Cf. brief van Streuvels aan Robbers van 3 februari 1932.
[2] Maurice Roelants, Het leven dat wij droomden. Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1931.
Robbers besprak deze roman in de 'Kroniek' van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift van april 1932 (p. 283-284).
[3] Robbers werd door P.H. Ritter Jr. uitgenodigd om op maandag 15 februari, tussen 7.00 en 7.30, voor de AVRO, in het programma 'het boekenhalfuurtje', een bespreking te geven van Roelants' tweede roman Het leven dat wij droomden. P.H. Ritter Jr. en Jan J. Van Herpen, Al wat in boeken steekt: dertig jaar radiowerk van P.H. Ritter jr bij de AVRO, p. 199
[4] Het Nederlandse letterkundige tijdschrift Forum werd eind 1931 opgericht door Menno Ter Braak en Edgar Du Perron. De oprichters vormden samen met Maurice Roelants de redactie.
De directe aanleiding tot het oprichten van Forum was de discussie rond Binnendijks bloemlezing Prisma (1930), waaraan vooral door Ter Braak, Binnendijk, Du Perron en H. Marsman werd deelgenomen. De discussie draaide rond de tegenstelling tussen 'vorm of vent', de tegenstelling tussen de opvatting dat een literair kunstwerk allereerst dient te worden beoordeeld als een autonome structuur, los van de auteur (Binnendijk) en de opvatting dat literatuur uitdrukking is van een oorspronkelijke persoonlijkheid (Ter Braak en Du Perron). De discussie laaide zo hoog op dat het tijdschrift De Vrije Bladen, waarvan Marsman en Binnendijk redacteur en Ter Braak en Du Perron medewerker waren, eraan ten gronde is gegaan. Toen een poging tot reorganisatie mislukte, werd Forum opgericht.
Het programma van Forum kantte zich tegen de ontwikkeling van de poëzie in de esthetiserende richting en stelde de persoonlijkheid van de kunstenaar boven de vorm waarin hij schreef. De schrijver moest zichzelf oprecht en onverhuld tonen in zijn werk (honnête homme), en moest zich als individualist niet conformeren aan een andere visie dan die van zichzelf. Vanaf de tweede jaargang gaf het tijdschrift uiting aan politieke betrokkenheid. Het keerde zich tegen het nationaal-socialisme en verdedigde de vrije persoonlijkheid tegenover collectivistische systemen.
Na de tweede jaargang verliet Du Perron de redactie en vertoonde Forum een volkomen tweeledige structuur met twee van elkaar onafhankelijke redacties: een Nederlandse (Menno Ter Braak, Simon Vestdijk en Victor Van Vriesland) en een Vlaamse (Marnix Gijsen, Raymond Herreman, Maurice Roelants en Gerard Walschap). Na de vierde jaargang (1935) hield Forum op te bestaan door een conflict tussen de Nederlanders en de Vlamingen over het al dan niet opnemen van een 'pornografisch' geacht verhaal van V. Varangot. Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur, p. 120; Encarta Encyclopedie Winkler Prins Editie
[5] Robbers' vermoeden was niet ongegrond. Maurice Roelants kon zich vinden in de visie van Ter Braak en du Perron dat de persoonlijkheid het eerste en laatste criterium is bij de beoordeling van de kunstenaar. Hij ging dus akkoord met de opvatting dat literatuur de uitdrukking is van een oorspronkelijke persoonlijkheid. Waarin Roelants fundamenteel verschilde van Ter Braak en Du Perron was zijn visie op polemiek. Hun opvattingen over polemiek raakten bij mij weinig levende spanningen en zouden mij verrassingen van bitsigheid reserveren, die minder of heel weinig tot mijn eigen aard behoorden. De polemiek zou een vorm van zelfbevestiging en strijdbaarheid huldigen, zgn. opbouwende kritiek, die bestendig naar altijd vluchtende objectieve criteria zoekt. Hun formulering daaromtrent was meer hun dan mijn zaak. Ik voelde mij geen wereld- of literatuurhervormer.
Roelants bekende later dat hij zich nooit goed gevoeld had binnen de drieledige redactie. Menno ter Braak en Eddy du Perron waren uitmuntende gezellen. Wij konden desondanks met elkaar flink bekvechten, wat zij trouwens onderling ook dikwijls fel deden. Maar in het driespan zat het gareel mij persoonlijk toch niet uiterst goed. Onze bezorgdheden waren niet precies op dezelfde wijze gespreid. Onder de christelijke waarden liggen in het Noorden de kaarten van het katholicisme en het calvenisme, dat er zo zeer is op afgekleurd, anders dan in het Zuiden. Mijn beide kameraden-kornuiten, als men dit woord zonder pejoratieve zin wil aanvaarden, sloegen heel graag een kerkraam of een tempelruit in. Daarbij speelde ik, omdat ik, hoe breed ik de vrije meningsuiting ook uitmat, eerbied voor mijn eigen opvattingen opeisen moest, de bekende figuur uit het voetbalspel: ik hinderde soms de tegenspelers, door hun aanloop bewust te doorkruisen. En zij koelden bewust mijn ijver af, hoeveel punten van eensgezindheid er ook waren. Maurice Roelants, Roman van het tijdschrift Forum of les liaisons dangereuses, p. 28-29, 35
[6] Chris De Graaff, Alleenspraak. Utrecht, De Gemeenschap, 1931.
[7] Gedichten door Jac. Van Looy 1884-1925. Leiden, Slijthoff, 1932. Deze gedichtenbundel telt 127 bladzijden.

Register

Naam - persoon

De Graaff, Chris (° 's Hertogenbosch, 1890-09-13 - ✝ Amsterdam, 1955-02-04)

Journalist, dichter en redacteur van De Gemeenschap.

De Klerk, Michel (° Amsterdam, 1884-11-24 - ✝ Amsterdam, 1923-11-24)

Nederlands architect, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Amsterdamse School.

De Klerk hield er als architect eigen, persoonlijke opvattingen op na. Veel van zijn gebouwen in Amsterdam vallen op door hun golvende gevels, de zorgvuldige detaillering, het virtuoze metselwerk en de vele fantastische elementen. Een en ander komt ook tot uiting in zijn interieur- en meubelontwerpen. Van De Klerk is ook een aantal portrettekeningen en schetsen bekend.

Perron, (charles) Edgar Du (° Nederlands-Indië, 1899-11-02 - ✝ Bergen, N.H., 1940-05-14)

Nederlands schrijver en dichter, beïnvloed door de Franse literatuur en het modernisme.

Samen met zijn vriend Menno ter Braak richtte hij het tijdschrift Forum op (1932-1935). Hierin publiceerde hij zijn Uren met Dirk Coster (1933), een reeks fel-polemische essays waarin hij afrekende met de typische Hollandse geest van gewichtdoenerij, ethische schoolmeesterij en galmende preektoon. Zijn autobiografische roman Het land van herkomst (1935) wordt beschouwd als een van de belangrijkste uitingen van het intellectuele modernisme in Nederland. Du Perron stelde het individu van de schrijver nadrukkelijk boven de vorm. De schrijver moest oprecht en moedig zijn persoonlijkheid en opvattingen in zijn werk tot uitdrukking brengen en onder geen beding conformeren aan de gemeenschap of ideologiën. Du Perron vertoonde een voorkeur voor 'parlandopoëzie'.

Janssen, Miek (° Arnhem, 1890-04-11 - ✝ Hilversum, 1923-11-20)

Nederlandse omstreden dichteres en schilderes, enkel bekend gebleven door haar vermeende relatie met en boeken over de bekende Nederlandse schilder Jan Toorop, diverse artikelen en haar herinneringen aan hem.

Romans: Jan Toorop (1915), Schets over het leven en enkele werken van Jan Toorop (1920); dichtbundels: Aan den einder (1915), Schaduw van den toren (1916), De wroeging. Spel bestaande uit acht beelden (1922).

Putman, Willem (° Waregem, 1900-06-07 - ✝ Brugge, 1954-09-03)

Vlaams schrijver, zoon van de boekhandelaar en toneelschrijver en -uitgever Palmer Putman. Toneelauteur.

Hij werd beschouwd als een vroegrijp genie en ontpopte zich tot een modieus veelschrijver. Hij schreef toneelstukken, werd theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant, debuteerde als romancier en publiceerde twee bundels theaterkritiek. Beroepshalve werkte hij van 1922 tot 1926 als ambtenaar, meer bepaald als vertaler, bij het ministerie van justitie, en van 1926 tot 1944 als rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in de provincie West-Vlaanderen. Volgens Robert Verschuere had Streuvels 'aanvankelijk een grote waardering voor de schrijver Willem. Alhoewel letterkundig begaafd [...] was Willem vooral op muzikaal gebied zeer begaafd. Het was een veelzijdig talent, een fijnzinnig artiest als romancier en toneel-schrijver. Streuvels beweerde dat Willem op tienjarige leeftijd grote stukken speelde van wereldberoemde meesters.'

Putman, Willem (° 1900 - ✝ 1954)

Letterkundige. Aanvankelijk schreef hij toneel onder het pseudoniem 'Willem Hegeling'. 1922 1926 was hij ambtenaar bij het ministerie van Justitie, 1926 1944 rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in West-Vlaanderen. Intussen was hij ook dramaturg en theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Tot zijn voornaamste werken uit die periode horen het realistische Het oordeel van Olga (1920) en de impressionistisch-romantische drama's Het stille huis (1921) en Mama's kind (1923). Van belang voor de geschiedenis van het Vlaamse toneel in het interbellum is zijn Tooneeldagboek 1926-1938 (1939).

Roelants, Maurice (° Gent, 1895-12-19 - ✝ Sint-Martens-Lennik, 1966-04-25)

Aanvankelijk onderwijzer, later journalist en schrijver.

Roelants behoorde tot de groep van 't Fonteintje, daarna tot de redacties van Vandaag, Forum en het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Als schrijver was hij van betekenis doordat hij de modernistische psychologische roman in Vlaanderen introduceerde en afstand nam van de plattelandsromans van het realisme. Roelants legde in zijn romans alle nadruk op de karakteruitbeelding van de personen; zijn thema is de ziel van de mens. Zijn stijl is zeer verzorgd. Roelants schreef ook kritische beschouwingen over de Vlaamse literatuur.

Roelants, Maurice (° 1895 - ✝ 1966)

Gentse romanschrijver, dichter, journalist en criticus. Als echtgenoot van Madeleine van Hende werd hij een zwager van Karel van de Woestijne. Vooral in de Zwijnaardse periode van Van de Woestijne zagen de twee auteurs elkaar daardoor zeer geregeld.

Simons, Leo (° 's-Gravenhage, 1862 - ✝ Rotterdam, 1932)

Nederlands letterkundige en uitgever.

Leo Simons richtte in 1905 de Wereldbibliotheek op, een 'Maatschappij voor goede en goedkope lectuur', en was tot 1930 directeur. In deze functie heeft hij belangrijke arbeid verricht voor de volksontwikkeling, in het bijzonder door de verspreiding van het goede en goedkope boek. Hij publiceerde o.m. de studies Vondel's Gijsbrecht (1902) en Vondel's dramatiek (1912), schreef Joods nationalisme en assimilatie (1925), hield tal van voordrachten en schreef ook een aantal komedies en zedenspelen. Belangrijk is zijn geschiedkundige werk Het drama en het tooneel (5 dln., 1921-1932). Simons had een universitaire opleiding genoten en was een overtuigd Grootnederlander. Hij had in 1891 het Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres in Gent bijgewoond en daar Emmanuel De Bom leren kennen. Hij heeft 3 jaar in een Londense uitgeverij geleerd. Na zijn huwelijk was hij in Amsterdam gaan wonen.

Simons, Leo (° 1862 - ✝ 1932)

Joodse Nederlander die werkte als theatercriticus en redacteur van het weekblad Hollandia (1889-1903). Oprichter van de 'Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur', beter bekend als de Wereldbibliotheek (1905). Hij gaf aan vele Vlaamse schrijvers de kans om in zijn fonds te publiceren en was zeer goed bevriend met De Bom. Zie onder meer de studie Oog voor Vlaanderen. Leo Simons en de Vlaamse ontvoogdingsstrijd van Willem van den Steene (Gent, KANTL, 2001).

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Ter Braak, Menno (° Eibergen, 1902-01-26 - ✝ 's-Gravenhage, 1940-05-14)

Nederlands letterkundige.

Studeerde letteren en geschiedenis te Amsterdam, was oprichter en enkele jaren leider van de Filmliga en werkte sinds de oprichting (1924) mee aan De Vrije Bladen. In 1931 stichtte hij samen met Du Perron en Roelants het maandblad Forum dat in vier jaargangen een stijgende invloed uitoefende, voor het aan interne tegenstellingen te gronde ging. In 1933 benoemd tot literair redacteur van Het Vaderland, wist hij zijn wekelijkse kroniek een cultuurhistorisch belang en een persoonlijke stijl te geven, ver boven het niveau van de gewone dagbladkritiek. Als polemisch denker gevormd door Dèr Mouw, Carry van Bruggen, Multatuli, Stendhal en Nietzsche keerde hij zich tegen elk overgeleverd gezag in opvoeding, godsdienst, kunst, wetenschap en maatschappij. Zijn geruchtmakende afrekeningen met tegenstanders waren veelal tevens daden van zelfbevrijding, fasen van een innerlijk groeiproces. Ter Braak as geestig en scherpzinnig als Busken Huet, maar schoot evenzeer te kort in scheppende verbeelding. Toch zou men de deels autobiografische romans uit zijn oeuvre niet willen missen. De opkomst van het Duitse nationaalsocialisme en zijn contact met Duitse emigranten, zoals Thomas Mann, maakten hem van individualist tot 'politicus zonder partij'. De democratie erkende hij als minimumvoorwaarde voor vrijheid van denken, het levensbelang van de intellectueel. Zonder dogma's, zonder principes, zonder illusies hield hij vast aan de idee van l'honnête homme en het zindelijk denken, en hoopte op een nieuwe leidinggevende elite. In mei 1940 koos hij vrijwillig de dood.

Van Looy, Jacobus (° Haarlem [Nederland], 1855-09-12 - ✝ Haarlem [Nederland], 1930-02-24)

Nederlands prozaschrijver, dichter en schilder, typisch vertegenwoordiger van de kunst der Tachtigers en tevens een van de belangrijkste auteurs van het Nederlands impressionistisch proza. Zijn literair werk kan getypeerd worden als schetsmatig, fragmentarisch en ongeordend. Jaapje (1917), waarin Van Looy zijn weeshuisherinneringen verwerkte, mag tot zijn bekendste werken gerekend worden. Als schilder wordt Van Looy gerekend tot de Amsterdamse school. Hij maakte naast figuurstukken ook portretten.

Naam - uitgever

De Gemeenschap

Uitgeverij die voorkwam uit het gelijknamige tijdschrift. Ze publiceerde o.a. werk van Hendrik Marsman, F. Bordewijk, Paul van Ostaijen. Aan het hoofd van de uitgeverij stond aanvankelijk (vanaf 1925) Albert Kuyle. Later werd hij opgevolgd door Cornelis Vos.