<Resultaat 2356 van 2531

>

De Weled[ele] Heer F[rank] LATEUR
't Lijsternest
Ingooigem

Betreft: Boek van het Jaar 1960
Waarde collega,
In onze uitgave Winkler Prins "Boek van het Jaar" 1960[1] zouden wij gaarne ons artikel LETTERKUNDE, 1959 illustreren met een foto die van U genomen werd, samen met koning Boudewijn, tijdens zijn bezoek in oktober j[ongstleden][2]
Is het U mogelijk dat U ons een geschikte foto stuurt of kunt U ons mededelen waar wij die zouden kunnen vragen?[3]
U bij voorbaat dankend voor de te nemen moeite, verblijven wij inmiddels met vriendelijke groeten en met de meeste hoogachting.
N.V. Uitg[eversmaatschappij] ELSEVIER
Belg[ische Redactie Winkler Prins] Uitgaven
(handtekening R.F. Lissens)
Prof. Dr. R.F. Lissens
BRUXELLES-BRUSSEL 27.1.60
De Weled[ele] Heer F[rank] Lateur
't Lijsternest
INGOOIGEM
 

Annotations

[1] Winkler Prins stichting, Winkler Prins Boek van het jaar. Amsterdam, Elsevier, 1960.
[2] Op 15 oktober 1959 kreeg Streuvels op het Lijsternest een (eerste) bezoek van koning Boudewijn, vergezeld van de heer Paelinck. Het bezoek duurde drie uur. De koning maakte foto's van Streuvels en at samen met hem krentenbrood. L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 129
De bedoelde foto wordt afgebeeld in de Kroniek van Stijn Streuvels, p. 128.
[3] Het artikel 'LETTERKUNDE. België' wordt geïllustreerd met een foto van Koning Boudewijn in gesprek met Adriaan Roland Holst, nadat deze de Grote Prijs der Nederlandse Letteren heeft ontvangen op 25 oktober. Rechts: Herman Teirlinck p. 707

Register

Naam - persoon

Boudewijn I (° Brussel, 1930-09-07 - ✝ Motril, 1993-07-31)

Oudste zoon van koning Leopold III en de Zweedse prinses Astrid.

Ontving vanwege de Tweede Wereldoorlog, de wegvoering van het gezin naar Duitsland (7 juni 1944) en het verblijf in Zwitserland (7 mei 1945 - juli 1950) niet de vorming aan de Militaire School en de universiteit die hij onder normale omstandigheden als kroonprins had moeten ontvangen. Boudewijn besteeg ten gevolge van de Koningskwestie die leidde tot de abdicatie van zijn vader, op 17 juli 1951 als 21-jarige de troon. Op 15 december 1960 huwde hij de Spaanse edelvrouw Fabiola de Mora y Aragon. Het paar had geen kinderen. Ondanks zijn zwakke gezondheid stierf Boudewijn nog vrij onverwachts in zijn buitenverblijf. Zijn broer Albert volgde hem op 9 augustus 1993 op. Vooral vanaf de jaren 1970 werd Boudewijn in toenemende mate geconfronteerd met de wijziging van een unitair naar een federaal staatsconcept. Als constitutionele monarch uitte hij geregeld zijn bijzondere bezorgdheid over de gevolgen van het staatshervormingsproces voor de eenheid van het land. Hoewel hij de bestaande verschillen tussen de in België levende gemeenschappen aanvaardde, pleitte hij steeds voor het voortbestaan van een sterke nationale kern. Alhoewel hij de grondwetsherziening van 1970-1971 steunde en aandrong op een snelle regeling van de federale hervormingen, genoot hij omwille van enkele incidenten geen grote populariteit in vooral tradioneel Vlaams-nationalistische middens. Er werd aanhoudend geprotesteerd tegen het uitblijven van amnestie en in Antwerpen werd de koning in 1976 zelfs onthaald op eieren en tomaten. Ook zijn goedkeuring van het Egmontpact (1977) en zijn korte ontmoeting met José Happart in 1979 verwekten veel Vlaams ongenoegen. Na de volgende fase van de staatshervorming (1980) riep de koning op tot communautaire rust door wederzijdse tolerantie en benadrukte hij andermaal de rol van Brussel als bicultureel centrum en bindmiddel. Tijdens het afwerken van het tweede luik van de staatshervorming (1987-1988) zou de koning herhaaldelijk persoonlijk zijn tussengekomen. In 1988 verdedigde hij in elk geval het bereikte akkoord, noemde België een federale staat en pleitte opnieuw voor een rustperiode in de communautaire hervormingen. Na het Sint-Michielsakkoord (1992) ontstond een conflict met Vlaams minister-president Luc Ban den Brande, die op 11 januari 1993 had gepleit voor een verdergaande hervorming in conferale zin. Boudewijn tikte Van den Brande persoonlijk op de vingers, wat zijn populariteit in Vlaanderen deed dalen. Toen Boudewijn echter kort daarna overleed, ontstonden zowel in Vlaanderen als Wallonië opvallend massale sympathiebetuigingen, die door sommige waarnemers beschouwd werden als een uiting van een Belgisch nationaal gevoel bij brede lagen van de bevolking.