<Resultaat 375 van 2531

>

Waarde Uitgever,
Hierbij stuur ik U een ex[em]pl[aar] van Vl[aamsch] Messeboekje.[1] Van deze uitgave verschenen enkel 100 ex[em]pl[aren] (verder geen gewone druk) enkele van die 100 op een iets grooter formaat, vierkant. De vorige uitgaaf, van de jaren '60?, moet eene hooge zeldzaamheid zijn; ik bezit er één ex[em]pl[aar] van.[2] Denk nu maar even na: wàt er van zulk eene nieuwe uitgaaf te maken is, en in welken vorm Gij dit wenscht uit te geven. Dan bespreken we de voorwaarden en schikkingen.
Over Uw plan aangaande een boek van Gezelle's taalkunde,[3] ben ik te spreken, voor zoover die opstellen niet in Rond den Heerd[4] verschenen zijn. Naar aanleiding van die Vl[aamsche] Volksvertelsels[5] is de erfgenaam van kan[unnik] Duclos[6] uit zijn kot gekomen om zijne rechten op te eischen!!!
Het zou me erg spijten moesten àl de ex[em]pl[aren] van Lenteleven uitverkocht zijn, maar dat er te veel overblijven is ook niet goed![7]
Zondag zie ik Lannoo en spreek hem over Binnenwateren pres[entexemplaren][8]
Onlangs heb ik in eene bespreking met een hoogstaand persoon[9] Uw naam vooruitgezet, over eene zeer belangrijke uitgeverszaak. Gij zult er denkelijk wel binnenkort over hooren.
Hoogachtend
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] Guido Gezelle, Een Noordsch en Vlaemsch messeboekske. Rousselaere, 1860. 'Voor de liefhebber herdrukt en uitgegeven in den Nederlandschen Boekhandel, Gent - Antwerpen, 1902. -- Van het Messeboekje zijn in 't geheel honderd afdruksels getrokken: 1 - 100.'
Cf. vraag van De Bock in zijn brief aan Streuvels van 9 februari 1926.
[2] Guido Gezelle, Een Noordsch en Vlaemsch messeboekske. Met inleidinge, uitleg e.z.v. van den E.H. Guido Gezelle. Rousselaere, Boek- en Steendrukkerij van Stock-Werbrouck, 1860, in 8°, 34 blz.
[3] Cf. brief van De Bock aan Streuvels van 9 februari 1926.
[4] Dit West-Vlaamse weekblad werd in december 1865 gesticht door Guido Gezelle en de Britse, maar eveneens in Brugge wonende oudheidkundige en kunsthistoricus James Weale. Rond den Heerd was een op een breed publiek mikkend pedagogisch en ontspannend blad,dat het beoogde publiek en de dubbele functie van lering en vermaak in de ondertitel aangaf. Het zou immers een 'leer- en leesblad voor alle lieden' worden. In 1866 trok Weale zich terug en moest Gezelle alleen de leiding van het blad op zich nemen. Vanaf juni 1871 werd Duclos zijn actieve medewerker en algauw, in Gezelles plaats, hoofdredacteur. In december 1871 werd hij verantwoordelijk uitgever en iets later, in 1874, verwierf hij de eigendomsrechten van het blad. Hij zou het snel tot een hoge bloei weten te brengen. In totaal werden 25 jaargangen uitgegeven, alle in Brugge gedrukt. A. De Vos, Gezelles Gouden Eeuw: De Zuidnederlandse zeventiende-eeuwse literatuur in het werk van Guido Gezelle, p. 40-43; A.G.H. Bachrach (hoofdred.) e.a., Moderne Encyclopedie van de wereldliteratuur, p. 366
[5] Cf. brief van De Bock aan Streuvels van 23 mei 1925 t.e.m. Streuvels' brief aan De Bock van 12 augustus 1925.
[6] E.H. Brutsaert.
[7] Dit als antwoord op de mededeling van De Bock in zijn brief aan Streuvels van 9 februari 1926 dat van de 'Jubileum-uitgave van Lenteleven niets meer weg [gaat]'.
[8] Dit als antwoord op de mededeling van De Bock in zijn brief aan Streuvels van 9 februari 1926 dat hij Lannoo reeds herhaaldelijk vroeg om een recensie-exemplaar van Op de Vlaamsche binnenwateren voor de Bibliotheekgids.
[9] Wie deze hoogstaande persoon precies was, hebben we niet kunnen achterhalen.

Register

Naam - persoon

Duclos, Adolf Juliaan (° Brugge, 1841-08-31 - ✝ Brugge, 1925-03-06)

Geschied- en oudheidkundige, schrijver van historische romans, folklorist, priester.

Na filosofische studies in het Klein-Seminarie van Roeselare en theologische studies in het Groot-Seminarie van Brugge, waar hij Guido Gezelle leerde kennen en na zijn priesterwijding in 1865 werd Duclos in Torhout aangesteld als leraar en surveillant van de Bisschoppelijke Normaalschool. Hij behoorde tot de generatie van overtuigde neogotici. Daarnaast was hij een overtuigd voorvechter van de Vlaamse taal en cultuur. Duclos was een bijzonder bedrijvig man. Alle aspecten van zijn persoonlijkheid - kunstminnaar, Vlaamsgezind priester en taalparticularist - komen duidelijk tot uiting in de honderden artikels die hij publiceerde in het West-Vlaamse particularistische weekblad Rond den Heerd, waarvan hij vanaf 1871 hoofdredacteur wordt en later verantwoordelijk uitgever en eigenaar. Hij bracht het tijdschrift tot bloei en zou het laten uitgroeien tot het officiële orgaan van het Davidsfonds Brugge (gesticht in 1875). Gedurende bijna twintig jaar stond Duclos in Rond den Heerd en daarbuiten op de bres voor het West-Vlaamse dialect en het taalparticularisme. Zijn onwrikbare standpunt en te grote zelfverzekerdheid zorgden ervoor dat er wrijvingen ontstonden met Gezelle en de andere West-Vlamingen. Als gevolg daarvan daalde zijn prestige. Er verschenen van hem gelegenheidsgedichten en historische romans. Naast religieuze, devotionele en hagiografische literatuur, schreef hij ook historische en oudheidkundige werken (o.a. reisgidsen). In 1881 verscheen van hem Reyvaart of de wraak van den tempelier. Vaderlandsche tafereelen 1319-1322. Het opmerkelijke is wel dat het hoofdwerk van de flamingantische veelschrijver Duclos, Bruges. Histoire et Souvenirs, in het Frans is gesteld.

Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)

Priester-dichter en leraar.

Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester, dichter, taalkundige en journalist. Zijn zus Louise Gezelle (1834 1909 was de moeder van Stijn Streuvels, die bijgevolg een neef was van Guido Gezelle.

Lannoo, Joris (° Tielt, 1891-02-20 - ✝ Tielt, 1971-12-08)

Directeur van drukkerij-uitgeverij Lannoo te Tielt.

Joris Lannoo begon zijn humaniorastudie aan het Tieltse college, maar moest die in 1909 noodgedwongen stopzetten. Op 1 juni 1909 nam hij samen met zijn broer Rafaël een kleine Tieltse drukkerij, drukkerij Horta, over. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als officier aan het front van de Yzer streed, bevond de uitgeverij zich in verval, maar door grote inspanningen werkte Lannoo zich opnieuw op. In 1929 vestigde hij zich in de Kasteelstraat, waar hij een groot bedrijf oprichtte en leidde tot in de jaren '60, toen een ziekte hem geleidelijk het werk uit handen nam en zijn zonen hem opvolgden. Hij gaf veel Vlaamse werken uit van o.a. Stijn Streuvels, Guido Gezelle, Emiel van Hemeldonck, ... Verder was hij ook nog stichtend lid van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. Hij legde contacten met Nederlandse uitgevers als de R.K. Boekcentrale, Van Langenhuysen en Veen, met wie hij jaren samenwerkte. Het bedrijf omvat thans drie afdelingen: drukkerij, grafiek en uitgeverij.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Lenteleven (1899). [bundel]
Achtste druk, Jubileum-Uitgave, Antwerpen: De Sikkel; Amsterdam: L.J. Veen; Santpoort: C.A. Mees, 1924, 258 + [VI] p., 23,3 x 18,5 cm.
Extra info:
Met een portret van Stijn Streuvels door Jules Fonteyne (Maart 1924) en dat door Julius De Praetere (1902). Met een inleiding, Vijf en twintig jaar..., waarvan de eerste bladzijde in facsimile, door Stijn Streuvels. Gedateerd: Ingoyghem den 21 Maart 1924. Colofon: 'Van dit boek werden gedrukt vijftien exemplaren op Keizerlijk Japansch papier, genummerd van I tot XV; twintig exemplaren op Hollandsch Van Gelder, genummerd van XVI tot XXXV en drie honderd vijf en zestig op Alfa, genummerd van 36 tot 400.'
Streuvels, Stijn, Lenteleven (1899).
Druk
Streuvels, Stijn, Op de Vlaamsche binnenwateren (1925). [bio]
[Eerste druk], Thielt, J. Lannoo, [1925], 168 p., 20,2 x 14,7 cm.
Extra info:
Met tal van illustraties. Colofon: 'Van deze uitgaaf wierden 50 exemplaren getrokken op simili japon papier. Genummerd 1-50. Band- en boekversiering van Karel Noppe.'
Streuvels, Stijn, Op de Vlaamsche binnenwateren (1925).
Voorpublicatie
  • De Kampioen, XLII, 1925, nr. 9 t.e.m. nr. 18 (= 27 februari t.e.m. 1 mei), p. 181-182, 201-206, 221-225, 242-245, 261-262, 281-282, 310-317, 337-342, 365-366, 389-390.
  • De Auto, I, 1925, vanaf nr. 3 (= juni).
Druk
  • [Eerste druk], Thielt, J. Lannoo, [1925], 168 p., 20,2 x 14,7 cm.
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1925], 168 p., 20,2 x 14,7 cm.
  • Tweede druk, Kortrijk, Uitgeverij 't Leieschip P.V.B.A., 1951, 160 + [IV] p., 22,8 x 15,5 cm. Boekversiering van Karel Noppe.
  • [Derde druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 521-623.