<Resultaat 2123 van 2531

>

STYN·STREUVELS
Waarde heer De Bock,
Waar, hoe of wanneer die Genoveva bij 't Vl[aamsch] Volkstooneel gespeeld werd,[1] herinner ik mij niet meer,— ook niet wat ik met dien tekst heb uitgericht: maar het boekje heb ik nog wel in mijn bezit. Het is inderdaad van Wouters en van 1664. Ed[itie] Antwerpen. Bij Godtgaf Verhulst, op de groote Merct, in de lance.[2]
Zeer tot Uwen dienst
Uw (handtekening Stijn Streuvels)
VICHTE 25.IV.51
Den heer Eug[ène] De Bock
De Sikkel
Lamorinièrestr[aat] 116
Antwerpen
 

Annotations

[1] Cf. vraag van De Bock in zijn brief aan Streuvels van 23 april 1951.
[2] De Heylige Genoveva ofte Herkende onnooselheyt. Bly eindende-treurspel (in vaerzen door Ant. Fr. Wouters), vertoont op de Antwerpsche Vertooghplaets den 21 april 1664. T' Antwerpen, by Godgaf Verhulst (1664). In-4°.

Register

Naam - persoon

De Bock, Eugène (° Borgerhout, 1889-04-23 - ✝ Schoten, 1981-07-22)

Uitgever.

Was de zoon van een onderwijzer. De Bock studeerde aan het Antwerpse atheneum, werkte van 1907 tot 1912 op een handelskantoor, van 1912 tot het eind van de oorlog op de Antwerpse Stadsbibliotheek en was sedert 1919 als uitgever werkzaam. Op het atheneum was De Bock redacteur van De Goedendag; vanwege een artikel over de verfransing van het onderwijs werd hij in 1907 van de school verwijderd. Jeugdvrienden waren Antoon Jacob, Leo Picard en Herman Vos. Het flamingantische Antwerpse milieu waarin De Bock aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog verkeerde, staat getekend in zijn sleutelroman Jeugd in de Stad (1918). De Bock, die in de turnbeweging actief was en in 1910 in Albert Verweys tijdschrift De Beweging opstellen over gymnastiek publiceerde, debuteerde in 1912 met een rehabiliterend boek over Hendrik Conscience, wiens eeuwfeest dat jaar te Antwerpen gevierd werd met een grootse tentoonstelling, waarin De Bock een belangrijk aandeel had. In 1913 richtte hij met Jacob, August Borms en anderen de Vereeniging voor Beschaafde Nederlandsche Uitspraak op, waarvan Jacob voorzitter en De Bock secretaris werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij Antwerps correspondent van De Vlaamsche Post (Picard, Gent) en Het Vaderland (Den Haag); in 1918 was hij redactiesecretaris van het gematigd-activistische tijdschrift De Stroom. Om zijn activistische overtuiging werd hij na de oorlog uit de gemeentelijke dienst verwijderd. In 1919 startte De Bock met wat zijn levenswerk zou worden: de uitgeverij De Sikkel. In 1920 stichtte hij met Vos en andere uit het activisme komende jongeren het tijdschrift Ruimte (1920-1921), dat door hem werd uitgegeven. In 1929 was hij medestichter van de Vereniging ter bevordering van het Vlaamse Boekwezen. De Bock, die als uitgever engagement paarde aan eruditie en goede smaak, was zelf een belangrijk kenner van Conscience en van de herlevende Vlaamse literatuur en beweging in de tweede helft van de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw. Daarnaast ging zijn belangstelling naar de rederijkers (Colijn van Rijssele, 1958; Johan Baptist Houwaert, 1960) en naar de geschiedenis van boek en boekhandel. Zijn arbeid op historisch terrein werd in 1949 bekroond door een grote synthese van kunst en cultuur van de Nederlanden.

Verhulst, God(t)gaf (° 1592 - ✝ 1677)

Antwerpse drukker uit de zeventiende eeuw.

Toen hij in 1615 trouwde, werkte hij nog als gast bij dezen of genen drukker of boekverkoper (bij wie hij de drukkunst aanleerde weet men niet). Het was slechts in 1616-1617 dat hij onder het bestuur van de deken Jan Moerentorff II, aan de Sint Lucasgilde, zijn inkomgeld als vrijmeester betaalde. Hij had een welbezochte winkel en verkocht veel, des te meer daar de boeken die hij uitstalde en drukte, bijzonder voor de schoolknapen en het volk bestemd waren, wat niet belette dat de geleerden ook bij hem kochten. Hij hertrouwde twee maal. Al zijn zonen werden boekverkoper en/of drukker, waardoor we kunnen zeggen dat hij de vader van een Antwerpse drukkersfamilie is geweest, die heel wat aanzien verworven heeft.

Wout(h)ers, Antoon Frans (° Antwerpen, 1641-05-01 - ✝ Antwerpen,)

Jurist en (toneel)schrijver.

Wouters werd net als zijn vader advocaat. Voor het toneel dichtte hij: De heylige Genoveva ofte herkende onnooselheyt, blij-eindende treurspel in vaerzen door Ant. Fr. Wouthers, vertoont op de Antwerpsche vertooghplaets den 21 April 1664. Antw. 1664; Detwee gelyke schippers, klucht, Antw. 1675; Edelmoedige ondankbaerheyd; Strijd van de Min en het Geluk. Zijn werken van anderen aard verschenen onder de titels: Civilia busta Philippi, ofte borgerlycke uytvaert over Philippus den Vierden, Coninck van Spanien, gedaen door de overheyt ende het volk van Antwerpen, in hunne hooftkerck den 17 dagh der Wintermaendt (1665); Aen den Edelen Joncker H.F. van den Werve sich beghevende in de Seraphinsche orde van den H. Fransiscus.