"HET LIJSTERNEST"
INGOYGHEM
____
< | Resultaat 2227 van 2531 | > |
---|
Buysse, Cyriel (° Nevele, 1859-09-20 - ✝ Afsnee, 1932-07-25)
Vlaams prozaschrijver.
Buysse nam zowel in Noord als Zuid deel aan het letterkundige leven: in 1893 behoorde hij tot de stichters van Van Nu en Straks en in 1903 richtte hij samen met Couperus en Van Nouhuys het maandblad Groot-Nederland op, dat hij tot aan zijn dood zou blijven redigeren. Hij was een typisch vrijzinnige, liberale kosmopoliet. Z'n werk sloot aan bij het oudere Vlaamse realisme (Stijns, Loveling), doch was tevens door het Franse naturalisme (Zola, De Maupassant) beïnvloed. Hoewel hij minder vergroeid was met het eigenlijke volk dan Streuvels en een objectievere afstand tot zijn personages bewaarde, toch was hij niet diens mindere. Zijn schrijftrant was niet overladen zoals die van vele naturalistische schrijvers en hij werd met de jaren soberder, waardoor zijn werk weinig verouderd aandoet, al behoren de beschreven toestanden tot het verleden. Het heeft nooit goed geboterd tussen Streuvels en Buysse.
Buysse, Cyriel (° 1859 - ✝ 1932)
Vlaamse romanschrijver van wie het werk gedeeltelijk in de naturalistische (en later realistische) traditie is geschreven. Virginie Loveling was zijn tante. Hij woonde afwisselend in Afsnee en Den Haag. In 1893 behoorde hij tot de stichters van Van Nu en Straks, en in 1903 richtte hij samen met Louis Couperus en Willem van Nouhuys het maandblad Groot Nederland op, dat hij tot zijn dood zou blijven redigeren.
De Bock, Eugène (° Borgerhout, 1889-04-23 - ✝ Schoten, 1981-07-22)
Uitgever.
Was de zoon van een onderwijzer. De Bock studeerde aan het Antwerpse atheneum, werkte van 1907 tot 1912 op een handelskantoor, van 1912 tot het eind van de oorlog op de Antwerpse Stadsbibliotheek en was sedert 1919 als uitgever werkzaam. Op het atheneum was De Bock redacteur van De Goedendag; vanwege een artikel over de verfransing van het onderwijs werd hij in 1907 van de school verwijderd. Jeugdvrienden waren Antoon Jacob, Leo Picard en Herman Vos. Het flamingantische Antwerpse milieu waarin De Bock aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog verkeerde, staat getekend in zijn sleutelroman Jeugd in de Stad (1918). De Bock, die in de turnbeweging actief was en in 1910 in Albert Verweys tijdschrift De Beweging opstellen over gymnastiek publiceerde, debuteerde in 1912 met een rehabiliterend boek over Hendrik Conscience, wiens eeuwfeest dat jaar te Antwerpen gevierd werd met een grootse tentoonstelling, waarin De Bock een belangrijk aandeel had. In 1913 richtte hij met Jacob, August Borms en anderen de Vereeniging voor Beschaafde Nederlandsche Uitspraak op, waarvan Jacob voorzitter en De Bock secretaris werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij Antwerps correspondent van De Vlaamsche Post (Picard, Gent) en Het Vaderland (Den Haag); in 1918 was hij redactiesecretaris van het gematigd-activistische tijdschrift De Stroom. Om zijn activistische overtuiging werd hij na de oorlog uit de gemeentelijke dienst verwijderd. In 1919 startte De Bock met wat zijn levenswerk zou worden: de uitgeverij De Sikkel. In 1920 stichtte hij met Vos en andere uit het activisme komende jongeren het tijdschrift Ruimte (1920-1921), dat door hem werd uitgegeven. In 1929 was hij medestichter van de Vereniging ter bevordering van het Vlaamse Boekwezen. De Bock, die als uitgever engagement paarde aan eruditie en goede smaak, was zelf een belangrijk kenner van Conscience en van de herlevende Vlaamse literatuur en beweging in de tweede helft van de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw. Daarnaast ging zijn belangstelling naar de rederijkers (Colijn van Rijssele, 1958; Johan Baptist Houwaert, 1960) en naar de geschiedenis van boek en boekhandel. Zijn arbeid op historisch terrein werd in 1949 bekroond door een grote synthese van kunst en cultuur van de Nederlanden.
Zola, Emile (° Parijs, 1840-04-02 - ✝ Parijs, 1902-09-29)
Frans (toneel)schrijver en essayist.
Zola debuteerde met meer dan 10.000 verzen in de stijl van Victor Hugo en schreef feuilletonromans als La confession de Claude (1865). Hij verdedigde de impressionistische schilderkunst en ontwikkelde de principes van een naturalistische schrijfkunst, hield zich echter zelf niet altijd even strikt aan zijn opgesteld programma.In La Terre beschrijft Zola het boerenleven met een grof en ruw realisme.
De Nederlandsche Boekhandel
Begin 1893 ging De Nederlandsche Boekhandel, de eerste professionele Nederlandstalige boekhandel in Antwerpen, op initiatief van Max Rooses van start aan de Antwerpse Sint-Jacobsmarkt. De zaak — met tot in 1931 de Nederlander L.H. Smeding als directeur — was bijna volkomen in Noord-Nederlandse handen, en de import van het Noord-Nederlandse boek maakte de allereerste bestaansreden uit. Daarnaast wilde men echter eveneens de uitgave en de verspreiding van oorspronkelijk Vlaams literair werk behartigen. De verkoop gebeurde niet enkel via de winkel zelf, maar ook via vertegenwoordigers die het land afreisden met boeken. Bovendien richtten oudgedienden van De Nederlandsche Boekhandel elders in het land eigen zaken op. Als uitgever trad De Nederlandsche Boekhandel niet meteen op de voorgrond; wel verbond hij zijn naam aan enkele boekuitgaven van Van Nu en Straksers, zoals De Bom, Hegenscheidt en Van Langendonck, hoewel hun toonaangevende werk bij uitgevers in Nederland verscheen, zoals precies Streuvels' werk dat voor een groot deel bij L.J. Veen in Amsterdam verscheen. Veen stond wel in nauw contact met Smeding. In 1932 werd Herman Oosterwijk directeur van De Nederlandsche Boekhandel.