Gent 23 Maart 1940
Zeer Geachte Heer Lateur,
Daar de hoogere inspectie van het middelbaar onderwijs van geen Gezelle-bloemlezing wil weten[1] is er volgens ons oordeel geen speciale bloemlezing voor België noodig en is er dus ook geen reden om den verkoop in België van een Hollandsche bloemlezing te verhinderen.
De heer Grymonprez van Zonnewende laat mij weten dat U hem het restant aangeboden hebt van Werkmenschen en vraagt ons hoe dat eigenlijk zit daar het boek ook genaaid en gebonden op al onze prospectussen van Streuvels-werken voorkomt en ook in onzen catalogus is opgenomen. Wij kochten het boek met 100 exemplaren tegelijk van Vermaut[,] deden er een tweede omslag rond met uw portret op en lieten ook steeds een partij binden in hetzelfde groene bandje als de boeken die wij van Veen kochten.[2] Ik antwoord aan M[ijnhee]r Grymonprez dat ik het spijtig zou vinden dat het boekje Werkmenschen uit onze exploitatie zou uitgelicht worden en dat ik meen dat U als auteur en hij als boekhandelaar er naar mijn meening weinig baat kunnen bij vinden.[2]
Met vriendelijke groeten en oprechte hoogachting
Uw d[ienstdoende]
(handtekening Maurits De Meyer)
(handtekening Maurits De Meyer)
Annotations
[1]
Cf. hiervoor ook de brief van de Standaard Boekhandel aan Stijn Streuvels van 20 maart 1940.
[2]
Cf. hiervoor verder de brief van de Standaard Boekhandel aan Stijn Streuvels van 15 april 1940.
