INGOYGHEM.
(handtekening Maurits De Meyer)
< | Hit 1497 of 2531 | > |
---|
Acket, Désiré Antoine (° Antwerpen, 1905-05-04 - ✝ 1987-07-29)
Xylograaf, tekenaar, grafisch kunstenaar.
Désiré Acket, de echtgenoot van Nelly de Gouy, kreeg zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) en aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Hij verwierf faam als houtgraveur en publicitair tekenaar en verzorgde tal van boekillustraties en ex-libris. Hij was o.a. lid van de Gravure originale Belge, van de Nederlandse Ex-libris Kring, van de Antwerpse Ex-libris Kring en van Bianca e Nero Ex-libris Associazione Italiana.
De Gouy, Nelly (° Antwerpen, 1910-03-16 - ✝ Antwerpen, 1980-09-27)
Tekenares en illustratrice.
Nelly De Gouy studeerde aan de KASK en aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Zij werkte er in het atelier van E. Pellens. Jules de Bruycker leerde haar de technieken aan van de sterk-water-plaat. Hoewel ze in Antwerpen woonde, koesterde zij een grote bewondering voor de Franse cultuur, want naast een typisch vrouwelijke tederheid in de uitingsvorm van haar werk, lag ook iets van de Franse elegantie in. Ze tekende en graveerde tal van illustraties, o.a. voor Kerstvertellingen van Marie Gevers, voor werken van Stijn Streuvels en van Jan Vercammen. Zij verluchtte de Grand Meaulnes van Alain-Fournier, Plaisir et les Jeux van Duhamel en Les mémoires de Casanova. Ze beoefende eveneens de kleurhoutgravure.
De Jaegher, Luc (° Borgerhout, 1912-11-20 - ✝ Brugge, 1987-06-24)
illustrator, graveur en schilder.
De Jaegher kreeg zijn opleiding aan het NHISK te Antwerpen. Hij was er leerling aan het schildersatelier van Isidoor Opsomer, hij ging bij Louis Peeters voor het etsen en bij Edward Pellens voor de houtgravure. In 1970 werd hij als graveur onderscheiden met de grote prijs van Rome, een prijs die meestal voor schilderkunst werd toegekend. Tijdens WO II vestigde hij zich te Brugge. Hij werd er leraar, later ook directeur, van de SASK te Brugge. De helft van zijn creaties zijn boekillustraties en ongeveer een vierde ex-libris, bijna alle in de houtgravure-techniek uitgevoerd. De kunstenaar werkte vooral voor Vlaamse uitgeverijen uit Antwerpen en Brugge en illustreerde publicaties van de gekendste Vlaamse auteurs uit het midden van onze eeuw. Zijn grafisch werk is meestal verhalend, technisch knap, het streeft geen gezochte effecten na en het is uitgevoerd in een zuivere lijnwerking en met een picturaal karakter.
Gorus, Jaak (° Dendermonde, 1901-11-21 - ✝ Antwerpen, 1981-01-23)
Schilder, graficus.
Gorus studeerde achtereenvolgens aan de Koninklijke Academie te Gent (bij J. Delvin), te Antwerpen en aan de schilder- en graveerklas van het Antwerpse Hoger rijksinstituut (bij I. Opsomer). In 1946 werd hij leraar aan de Academie te Antwerpen (tot 1968). Hij was lid van de Koninklijke Academie van België en stelde verschilllende albums over het Antwerpse volksleven samen. Hij illustreerde tal van boeken.
Hendrickx, Jos (° Borgerhout, 1906-03-13 - ✝ Antwerpen, 1971-11-16)
Vlaams kunstschilder, tekenaar, aquarellist, graficus en glasschilder.
J. Hendrickx startte zijn artistieke opleiding in 1922 aan de KASK te Antwerpen en behaalde er onderscheidingen voor schilderen en grafiek. In 1925 ging hij in de leer aan het Nationaal Hoger Instituut te Antwerpen. Hij leerde er de houtsnijkunst bij E. Pellens, het figuurschilderen bij I. Opsomer. Hij verzorgde gelegenheidsgrafiek en maakte tekeningen van figuren en landschappen (bomen). Zijn christelijk geloof dreef hem ook tot de religieuze kunst. Dat uitte zich in de glazenierskunst. Hij maakte glasramen o.a. voor de Sint-Jozefskerk te Antwerpen.
Lannoo, Joris (° Tielt, 1891-02-20 - ✝ Tielt, 1971-12-08)
Directeur van drukkerij-uitgeverij Lannoo te Tielt.
Joris Lannoo begon zijn humaniorastudie aan het Tieltse college, maar moest die in 1909 noodgedwongen stopzetten. Op 1 juni 1909 nam hij samen met zijn broer Rafaël een kleine Tieltse drukkerij, drukkerij Horta, over. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als officier aan het front van de Yzer streed, bevond de uitgeverij zich in verval, maar door grote inspanningen werkte Lannoo zich opnieuw op. In 1929 vestigde hij zich in de Kasteelstraat, waar hij een groot bedrijf oprichtte en leidde tot in de jaren '60, toen een ziekte hem geleidelijk het werk uit handen nam en zijn zonen hem opvolgden. Hij gaf veel Vlaamse werken uit van o.a. Stijn Streuvels, Guido Gezelle, Emiel van Hemeldonck, ... Verder was hij ook nog stichtend lid van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. Hij legde contacten met Nederlandse uitgevers als de R.K. Boekcentrale, Van Langenhuysen en Veen, met wie hij jaren samenwerkte. Het bedrijf omvat thans drie afdelingen: drukkerij, grafiek en uitgeverij.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Severin, Mark (° Brussel, 1906-01-05 - ✝ Brussel, 1987-09-10)
Grafisch kunstenaar, schilder en graveur.
Van zijn ouders kreeg Severin de liefde voor de schone letteren mee. Reeds van in zijn kindertijd was zijn voorliefde voor tekenen duidelijk herkenbaar. Ook zijn universitaire studies (kunstgeschiedenis en archeologie) beletten hem niet deze kunstvorm te beoefenen. Zijn eerste opdrachten bestonden erin illustraties voor tijdschriften te verzorgen (o.a. Wandelaar - Sur L' Eau, Gent). Toen Severin zich in 1931 in Londen ging vestigen, begon zijn carrière als affiche-ontwerper. Hij werd er ook artistiek directeur van de firma C.R. Casson. Met de inval van de Duitsers in België (1940) keerde hij noodgedwongen terug naar zijn geboorteland. Vanaf dan legde hij zich toe op de houtgravure. In 1948 werd Severin professor in de graveerkunst aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen.
Van Straten, Henri (° Antwerpen, 1892-10-05 - ✝ Antwerpen, 1944-09)
Houtsnijder, lithograaf en kunstschilder.
Als leerling van Edward Pellens (houtgravure) aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen en van J.J. Aerts aan de Rijksacademie van Amsterdam leerde Henri Van Straten het vak van houtsnijder en lithograaf. In 1914 werd hij gemobiliseerd en als krijgsgevangene geïnterneerd in Nederland. Kort na de wapenstilstand keerde hij naar België terug, waar hij zijn eerste album, L'Après-midi d'un Faune realiseerde. Door deze uitgave kwam Van Straten in contact met de groep jongeren van 'Lumière', waarvan hij kort nadien deel ging uitmaken en waarin hij een zeer grote rol heeft gespeeld (o.a. in het marionettentheater van de groep). Van Stratens eerste houtgravures waren modernistisch. Aanvankelijk werden ze beïnvloed door expressionistische en kubistische tendensen en onderging hij enige invloed van Masereel, maar al spoedig ontwikkelde hij zijn eigen thema's (havenwereld, onderdrukten, nudisten etc.). Van Straten illustreerde o.a. De Gulsigheydt van Willem Ogier (1921), Het Gesprek in Tractoria van F. Toussaint van Boelaere (1923) - beiden bij De Sikkel uitgegeven; De Pastoor van den Bloeyenden Wyngaert van Felix Timmermans en Bei uns in Deutschland van Ernest Claes. Vanaf de jaren 1937-1938 legde Van Straten zich toe op de lithografie. Hij kwam jammerlijk om bij de bevrijding van Antwerpen. Officieel is zelfs de juiste datum van zijn overlijden niet bekend.