HUIDEVETTERSSTRAAT 57-59
ANTWERPEN
4/4/1946.
Directie
Den Weledelen Heer Lateur
INGOOIGEM.
Beste Heer Lateur,
Ik heb reeds een paar maal een onderhoud gehad met
Langaskens. De man is zeer duur maar werkt ook conscientieus.
[1] Hij kan teekenen. Zijn figuren zijn uit het leven gegrepen en hij is zeer decoratief. Hij doet de natuur geen geweld aan en houdt niet van dwaze misvormingen.
Hij heeft reeds heel wat voorstudies gemaakt, voor "De
Oogst",
[2] maar wenscht met U te spreken vóór hij iets definitief afwerkt. Hij had pikkers
[3] geteekend met een zeis
[4] in plaats van met een pik.
[5] (In Holland en ook op vele plaatsen, in Frankrijk wordt het koren gemaaid met de zeis). Hij vindt het jammer dat hij niet kan wachten tot den volgenden oogst met zijn illustratie omdat hij meent dat hij dan levendiger en waarachtiger zou kunnen werken. In alle geval indien hij eens bij U ter plaatse geweest is en met U gesproken heeft zal hij wel zijn plan kunnen trekken.
Daar hij ook van de jongste niet meer is heb ik hem beloofd hem eventueel met den auto naar Ingooigem te brengen. Kunt U hem eens ontvangen, een van de volgende dagen? Wat denkt U van Maandag 15 April?
[6]
Hij zou een tiental groote aquarellen maken en 12 of 15 kleine. Het zal een mooi boek worden van 104 à 112 bladzijden.
[7] Wilt gij mij een woordje laten geworden op mijn adres te Sombeke (Waasmunster) want het is niet zeker dat ik voor Dinsdag van de volgende week hier nog op het kantoor kom.
Met hartelijke groeten,
Hoogachtend,
(handtekening Maurits De Meyer)
Annotations
[1]
Eerlijk en zorgvuldig, nauwkeurig.
[2]
Maurits De Meyer was in 1946 de
twaalfde druk (weeldeuitgave) van De oogst aan het voorbereiden. Hij had daarvoor de bekende illustrator Langaskens aangesproken maar deze schilder voorzag het boek uiteindelijk niet van tekeningen. Cf. verder Streuvels' brieven aan de Standaard Boekhandel van
7 en
15 april 1946. Streuvels achtte hem niet in staat dit werk degelijk te kunnen illustreren.
[4]
zeis: werktuig bestaande uit een lang, boogvormig, puntig toelopend mes, aan de binnenzijde scherp, aan een lange stok om gras en koren te maaien
[5]
pik: soort van kleine zeis met korte steel, die men met de rechterhand zwaait om de korenhalmen af te hakken
[7]
Het boek telt uiteindelijk 84 + [IV] bladzijden, maar bevat geen illustraties.