FRANK·LATEUR
Ingoyghem den 20 Nov[ember], '30
Waarde Heer,
Ik begrijp heel goed al Uwe bewijsvoeringen,[1] maar daarmede ben ik nog niet veel gevorderd,— [']t[ is te zeggen] dat er moet eene duidelijke lijn getrokken worden. Laten wij het volgende vaststellen: in princiep gaat de oplaag van Davidsfonds naar de leden, uitsluitend,— ik meende U reeds gezegd te hebben, dat zulks de doelmatigste manier is om leden aan te werven, dat de boeken daarbuiten niet te krijgen zijn, ten minste niet bij het Davidsfonds zelf. Het recht dus om het boek te drukken voor de leden in 1931,— het overschot dient dan uitsluitend voor leden die later bijkomen.
Laat aan mij dan het recht om met een Hollandschen uitgever te contracteeren[2] — van nu af — voor eene Hollandsche uitgaaf, die aan niet minder dan aan 15 fr[anc]s per ex[em]pl[aar] mag in den handel komen (in België is daarmede voor Davidsfonds alle concurrentie uitgesloten en blijft deze uitgave in Holland) ik heb er ook niets tegen dat de uitgaaf van het Davidsfonds de primeur blijft genieten en het boek in Holland, een te bepalen tijd later zou verschijnen. Om eene partij van de oplaag van Davidsfonds voor Holland te laten overdrukken, vind ik niet praktisch, daar de druk te slecht en het papier te gemeen is voor een Hollandsch boek,— liever eene heel aparte uitgaaf, dan komt er ook minder verwarring.
Indien wij het daarover accoord komen, zou er dan dienen hetzelfde princiep toegepast voor Holland gelijk voor België, D[it is] de Holl[andsche] liefhebbers van het boek dwingen lid te worden van het Davidsfonds dat hen feitelijk maar zooveel kosten zal als de prijs van dit ééne ex[em]pl[aar] der Holl[andsche] editie.[3]
Gelief mij daar omtrent Uwe meening te laten weten, indien er verder moet onderhandeld worden, kan dat gerust, of indien Gij geen bezwaar vindt in 't geen ik voorstel, kan het contract in dien zin opgemaakt worden.[4]
Hoogachtend met genegen groet
(handtekening Stijn Streuvels)
21 NOV 1930
LEUVEN
P[ostscriptum] Het is verstaan dat het recht
tot vertalen aan den auteur voorbe-
houden blijft, en dit dus in het
contract dient vermeld te worden.[5]
tot vertalen aan den auteur voorbe-
houden blijft, en dit dus in het
contract dient vermeld te worden.[5]
Annotations
[1]
Cf. Amters bewijsvoeringen, dat aan Streuvels' wensen voldaan is inzake de uitgave van Alma met de vlassen haren, in zijn brief van 18 november 1930.
[2]
Waarschijnlijk wordt het uitgeversbedrijf Paul Brand uit Hilversum bedoeld.
[3]
De afdelingen van het Davidsfonds moesten 15 frank per lid afdragen aan het hoofdbestuur, dat zeven 'volksboeken' per jaar uitgaf waaruit elk lid er vijf mocht kiezen. L. Wils, Honderd jaar Vlaamse Beweging. III, Geschiedenis van het Davidsfonds in en rond Wereldoorlog II., p. 91
[4]
Cf. brief van het Davidsfonds aan Stijn Streuvels van 21 november 1930.
[5]
In het contract voor Alma met de vlassen haren, d.d. 27 november 1930, wordt vermeld dat de 'schrijver in alle opzichten eigenaar van het boek blijft, [...]' (art. 3).