<Resultaat 959 van 2531

>

STYN·STREUVELS
à Monsieur D[octeu]r A[dolf] Spemann
Stuttgart

Cher D[octeu]r Spemann,
j' Ai trouvé ici à mon retour de Hamburg[1] une longue lettre de G[erhart] Pohl, comme suite à votre entretien avec lui[2] et mon option avec la firme Engelhorn,[3] avec la conclusion, qu' il me place devant le dilemme: le choix entre Pohl & Engelhorn, avec de mirifiques avantages pour moi quant au choix Pohl...
Le lendemain j' ai reçu la lettre en réponse an die Kündigung du contrat Pohl-Streuvels[4] - (un ton tout différent!) avec réfutations de ce que nous lui avons produit: "....... muss ich gegen die Unterstellung Widerspruch einlegen, dass die Reichsschrifttumskammer unseren Vertrag als gegen ihre Richtlinien verstossend empfinden könnte.[5]
Ich erkläre Ihnen hiermit, dass ich selbst Mitglied dieser Vereinigung bin, und dass ein leitender Herr des Verbandes, Herr D[okto]r Krieger, mir offiziel erklärt hat, dass die Bedingungen die üblichen sind. Auch mir erscheinen die Richtlinien meines Verbandes vorbildlich und ich muss gegen die (indirekt gegebene) Unterstellung, dass ich gegen diese Grundlinien als Mitglied verstossen hätte, mit aller Klarheit und Energie Widerspruch erheben'.
Sie wissen, dass auch Fr[äu]l[ein] Schmülling der Ansicht war, die Sie nun leider vertreten, und dass wir — in gütlicher Vereinbarung — den Verband angefragt haben: — ich in Berlin, [Fräulein] S[ch]m[ülling] im Rheinland. Wir haben beide die gleiche Auskunft bekommen, dass mein Standpunkt der richtige sei und dass gegen meine Forderung kein Einwand zu erheben sei.["]
Voilà la situation. Je crois qu' il sera prudent de ne pas répondre pour le moment, et d' attendre votre point de vue.[6]
Je dois Vous dire encore, que la personne que j' ai rencontré à Thansen et que j' ai mentionné comme membre de la Schrifttumskammer dans ma lettre à Pohl, est le Prof[esseur] Blunck de Berlin,[7] qui me connaît de longue date et que j' ai rencontré dans le temps à Anvers.[8] Seulement Vous devez savoir que je n' ai pas parlé au prof[esseur] Blunck de mon contrat avec Pohl, pour la bonne raison que j' ai seulement appris son titre de président à la Schrifttumskammer, quand il était parti. En tout cas il pourra Vous être utile de savoir que Vous trouverez chez le prof[esseur] Blunck une connaissance.
Je laisse à Vous de mener notre "affaire" à bonne fin, ou de donner des directives.[9]
Avec mes Salutations Cordiales
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] Op 11 mei 1935 werd Streuvels uitgenodigd door de Hamburgse professor Conrad Borchling om twee lezingen te komen houden. De uitnodiging werd verzonden vanuit het Germanische Seminar der Universität Hamburg onder de leiding van de Direktoren, Professor Dr. Borchling en Professor Dr. Agathe Lasch. Het Germaanse seminarie zou op zondag 26 mei op Hof Thansen in de Lüneburger Heide zijn 'Landheim', een kostschool, inwijden. Dit zou gebeuren in de aanwezigheid van enkele genodigden, sympathisanten van de Neder-Duitse taal. Borchling nodigde Streuvels bovendien uit voor een tweede lezing op maandagavond 27 mei, ditmaal in de Hamburgse universiteit zelf en dit voor een grote kring studenten. De treinreis werd vergoed en het honorarium bedroeg honderd Reichsmark. U zult hier in Hamburg mijn gast zijn; op Thansen zijn we allen de gast van de Hofbesitzer (de eigenaar van de hoeve). Op 26 mei mocht Streuvels gewoon in het Vlaams spreken, de voorlezing in Hamburg zelf zou voor de helft in het Duits moeten gebeuren, d.w.z. voorlezen uit de goede Duitse vertalingen van Uw werk. Brief van Conrad Borchling aan Stijn Streuvels, Letterenhuis, B 7404/B
[2] Op 20 mei 1935 had Adolf Spemann, tijdens zijn verblijf in Berlijn, een onderhoud gehad met Gerhart Pohl. De bedoelde brief van Pohl aan Streuvels vonden we echter niet terug in de geraadpleegde archieven.
[3] Met dit 'Optionsvertrag', d.d. april 1935, verbond Streuvels zich ertoe zijn werken die nog niet in het Duits waren vertaald, allereerst aan J. Engelhorns Nachf. aan te bieden.
[4] Streuvels had op 29 september 1934 een langlopende overeenkomst afgesloten met Gerhart Pohl als literair-agent. Tijdens zijn bezoek aan het Lijsternest op 8 april 1935 had Spemann de overeenkomst met Pohl mogen inzien. Voor het contract van Prütske waren weer eens drie handtekeningen nodig geweest: die van Streuvels, die van Spemann en ook nog die van Pohl. Ik ben van Uw meening, schreef Streuvels aan Nimtz, dat Dr. Spemann (en de uitgeverij Engelhorn) een heel ander slag menschen zijn, waarmede men gerust en in vertrouwen kan handelen. En het is feitelijk een fataal toeval dat wij Dr. Sp niet eenige weken eerder ontdekt hebben, om alzoo de tusschenpersoon Pohl uit te schakelen,- die feitelijk verder - nu de zaken bij Engl zoo staan - wij hadden kunnen missen, en hetgeen hem nu als 1/3 uitbetaald wordt, aan ons beiden ware ten goede gekomen. Maar... het is nu zoo. H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 226, p. 265; brief van Streuvels aan Nimtz, d.d. 13.02.1935, Letterenhuis, S 935/B2
[5] In Berlijn had Spemann op 23 mei gesproken met Dr. Günther Haupt, de belangrijkste medewerker van Dr. Blunck en plaatsvervangend hoofd van de Reichsschrifttumskammer (cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van 11 juni 1935). Spemann had (een kopie van) het akkoord tussen Streuvels en Pohl voorgelegd en Dr. Haupt had geschrokken gereageerd. Mocht Streuvels zelf zijn problemen aan de 'Reichsschrifttumskammer' voorleggen, dan was de zaak Pohl gemakkelijk op te lossen. De dag van zijn vertrek uit Berlijn had Spemann ook nog gesproken met Dr. Carl Haensel. Dr. Haensel, financieel adviseur van het 'Reichsverband Deutscher Schriftsteller' (RDS), had Spemann verzekerd dat de vereniging dergelijke personen, die zich tussen auteur en uitgeverij proberen op te dringen, zonder zelf iets te presteren, zoveel mogelijk zal proberen tegen te houden. Spemann spoorde Streuvels aan zijn contract met Pohl te verbreken. Mocht Pohl zich verzetten, dan kon de 'Reichsschrifttumskammer' nog ingrijpen. Tegen deze hiërarchie, met aan de top Dr. Goebbels, zou Pohl niets kunnen ondernemen. Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van 25 mei 1935; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 227-229.
[6] Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels van 11 juni 1935.
[7] Op zijn zevenenveertigste was Blunck voorzitter geworden van de 'Reichsschrifttumskammer'. Hij was op het Germanische Seminar in Hamburg naar Streuvels' lezingen komen luisteren en blijkbaar hebben ze er dan allerlei zaken besproken.
[8] Streuvels en Blunck hadden elkaar persoonlijk leren kennen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tijdens die periode werkte Blunck eerst in Brussel, daarna in Brugge, waar hij als assessor (rechter) was verbonden aan de 'Zivilverwaltung' (burgerlijk bestuur). Hij beschouwde Hugo Verriest en Stijn Streuvels als zijn directe 'buren'. H.F. Blunck, Licht auf den Zügeln. Lebensbericht 1. Band, pp. 272-273; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 215.
[9] Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels van 11 juni 1935.

Register

Naam - persoon

Blunck, Hans Friedrich

Krieger

Pohl, Gerhart (° Trachenberg, 1902-07-09 - ✝ (West-)Berlijn, 1966-08-15)

Duits schrijver en redacteur.

Schmülling, Hermine (° Kleef, 1881 - ✝ Repelen, 1936-11-09)

Duits vertaalster van Vlaamse literatuur, die veel heeft bijgedragen tot de verspreiding van Streuvels' werk in Duitsland. In 1936, tijdens de opkomst van de NSDAP, pleegde ze zelfmoord. Ze vertaalde "Prütske" (1935, o.t. "Prutske") en een aantal kerstnovellen die werden gebundeld in "Weihnachtgeschichten" (1937).

Spemann, Adolf (° Menton, 1886-03-12 - ✝ Garmisch-Partenkirchen, 1964-10-10)

Duitse uitgever die in 1910 instapte in Engelhorn Verlag, de uitgeverij die zijn vader Wilhelm Spemann in 1873 had opgericht. Nadat hij de leiding had overgenomen, bouwde hij de uitgeverij uit tot een belangrijke literaire uitgeverij. Hij wilde het werk van Streuvels populair maken in Duitsland en heeft daar jarenlang erg veel moeite voor gedaan door de boeken van Streuvels te publiceren, maar ook door te proberen om Streuvels in Duitsland lezingen te laten geven. In 1956 verkocht hij de uitgeverij aan het Deutsche Verlags-Anstalt. Hij vertaalde zelf enkele werken van Streuvels:

  • "Das herrliche Sonnenlicht" (1941, o.t. "Het glorierijke licht")
  • "Frühling. Erzählung." (1953, o.t. "Lente")

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Naam - uitgever

Engelhorn Verlag

Duitse uitgeverij die in 1860 werd opgericht door Johann Christoph Engelhorn. In 1876 trad zijn zoon Carl Engelhorn toe tot het bedrijf, na zijn studies in de Verenigde Staten. Hij introduceerde het idee van eeen romanbibliotheek, een reeks waarin om de twee weken een goedkope uitgave verscheen van een populaire Duitse schrijver. In 1910 werd het bedrijf verkocht aan Paul Schumann en Adolf Spemann; vanaf Schumanns dood in 1937 leidde Spemann de uitgeverij alleen.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Prütske, Die Geschichte einer Kindheit. (1935). Vertaald door: Schmülling, Hermine. [bio]
Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. Mit zwei Bildern. Einbandvignette nach einem Relief von Prütske. 1. Auflage (1. - 5. Tausend), Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., März 1935, 190 + [II] p., 19,5 x 12,3 cm. Lebendige Welt. Erzählungen - Bekenntnisse - Berichte. Herausgeber der deutschen Streuvels-Ausgabe: G. Pohl.
Vertaling van:
Streuvels, Stijn, Prütske, Die Geschichte einer Kindheit. (1935). Vertaald door: Schmülling, Hermine.
Druk
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. Mit zwei Bildern. Einbandvignette nach einem Relief von Prütske. 1. Auflage (1. - 5. Tausend), Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., März 1935, 190 + [II] p., 19,5 x 12,3 cm. Lebendige Welt. Erzählungen - Bekenntnisse - Berichte. Herausgeber der deutschen Streuvels-Ausgabe: G. Pohl.
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. 2. Auflage, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., 1937, 190 + [II] p., 19,7 x 12,4 cm. Lebendige Welt. Erzählungen - Bekentnisse - Berichte (uitg.).
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. 3. Auflage, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, September 1940, 190 + [II] p., 19,8 x 12,5 cm. Schutzumschlag von Fritz Busse. Einband von Ilse Schüle. Lebendige Welt. Erlebnisbücher und Tatsachenromane.
  • Stuttgart, Engelhornverlag, 1944, 190 p. Lebendige Welt. [Neue Aufl.] (Deutsche Bücherverzeichnis, 1941-1950, niet bevestigd door de uitgever).
  • Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, 1944, 185 + [VII] p., 19,5 x 12,3 cm. Adolf Spemanns Sonderausgabe.
  • Übertragen von Hermine Schmülling, in: Ausgewählte Werke in zwei Bänden. Erster Band, [1945], p. 529-687.
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. 4. Auflage, Stuttgart, Deutsche Verlags-Anstalt, 1961, 167 + [I] p., 19,1 x 11,8 cm.

Naam - instituut/vereniging

Reichsschrifttumskammer

Vanaf 22 september 1933 gold in Duitsland de 'Reichskulturkammer'-wet. Deze wet bepaalde in 7 paragrafen het culturele landschap in Duitsland. In het kader van de nationaal-socialistische gelijkschakeling werden alle professionele kunstenaars verenigd in de 'Reichskulturkammer'. Joseph Goebbels (Reichspropagandaminister) stond aan het hoofd van deze organisatie, die diende om politieke tegenstanders en ongewenste personen uit te schakelen, aangezien het lidmaatschap een vereiste was tot verdere beroepsuitoefening. De 'Reichskulturkammer' werd opgedeeld in een 'Schrifttums-', 'Theater-', 'Film-', 'Musik-' en 'Pressekammer' en een 'Kammer der bildenden Künsten'. Voor de literatuur speelde vooral de 'Reichsschrifttumskammer' een belangrijke rol. Deze 'Kammer' was verantwoordelijk voor die personen die 'von der Urproduktion der Dichtung angefangen, bis zum gewerblichen Vertrieb am Schrifttum arbeiten'. Op 21 december 1933 werd bekend gemaakt welke personen in het 'Reichsverband Deutscher Schriftsteller' (RDS), de voorloper van de Reichsschrifttumskammer, opgenomen dienden te worden. Naast schrijvers en dichters behoorden ook uitgevers, boekhandelaren en bibliothecarissen tot de RDS. Vele schrijvers die het niet eens waren met de nationaal-socialistische ideeën, ontvluchtten Duitschland. Het RDS telde ca. 12.000 leden, die vanaf 1 oktober 1935 automatisch leden werden van de 'Reichsschrifttumskammer' (en wier lidgeld voortaan diende om de RSK ('Reichsschrifttumskammer') uit te bouwen.

In 1935 werd de RDS ontbonden en met de 'Reichsschrifttumskammer' versmolten. Een aanvraag tot lidmaatschap bestond uit een uitvoerige vragenlijst met betrekking tot de levensloop. Daarbij moest men ook een bewijs van herkomst voegen, een advies van de NSDAP, de Gestapo en van de leiding van de 'Reichsschrifttumskammer'. Werd men geweigerd of werd men later uitgesloten, dan werd dit op vier plaatsen vermeld: in het beursblad van de Duitse boekhandel, in het blad van de uitleenbibliotheken en in de tijdschriften Der Schriftsteller en Der Autor.

Een van de belangrijkste taken van de 'Reichsschrifttumskammer' was het opstellen van heel vertrouwelijke lijsten met de ongewenste literatuur. Met de 'Liste I des schädlichen und unerwünschten Schrifttums' (eind 1935) had men het middel bij uitstek om een systematische en gerichte invloed uit te oefenen op de literatuurproductie. Alle geëmigreerde auteurs werden verboden en ook buitenlandse literatuur werd in grote lijnen als schadelijk geclassificeerd. De 'Reichsschrifttumskammer' werd tot in 1937 geleid door Hans Friedrich Blunck. In 1937 werd hij opgevolgd door Hanns Johst.

Indextermen

Naam - instituut/vereniging

Reichsschrifttumskammer

Naam - persoon

Blunck, Hans Friedrich
Krieger
Pohl, Gerhart
Schmülling, Hermine
Spemann, Adolf
Streuvels, Stijn

Naam - uitgever

Engelhorn Verlag

Titel - werken van Streuvels

Prütske