STYN·STREUVELS
Ingoyghem le 24 Décembre, '35
Cher D[octeu]r Spemann,
Voilà donc l' affaire réglée... à la satisfaction et le repos de tous les hommes de bonne volonté,— Paix sur la terre! à la date symbolique de Noël.[1]
Vous trouverez ci-joint les deux exemplaires du nouveau contract signés[.][2]
Je Vous communique également la lettre d' adieu de G[erhart] Pohl, comme document, et aussi pour Vous faire savoir qu' il me reste encore à recevoir la somme de M[ark] 275 des honoraires futurs de Knecht Jan[3] — somme à soustraire de la part qui revient au traducteur (dans le cas: Nico Rost qui a anticipé de mes honoraires (mais ceci est une autre histoire — et Ackermann est sa victime.[4] Veuillez en tenir note.
Espérons que toutes les difficultés seront maintenant définitivement écartées — pour nous permettre de travailler en paix.
Avec mes remerciements pour Votre bonne entremise
et mes salutations Cordiales
et mes salutations Cordiales
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Streuvels antwoordt hier op de geruststellende mededeling die Spemann deed in zijn brief van 21 december 1935, dat in de zaak met Pohl een akkoord was bereikt.
[2]
Het 'Zusatzvertrag' voor Prütske werd op 17 december 1935 door Engelhorn Verlag opgesteld en ondertekend, op 20 december door Gerhart Pohl. Hermine Schmülling zette haar handtekening op 24 december onder het akkoord, Streuvels ondertekende het als allerlaatste op 27 december 1935.
[3]
De bedoelde brief van Pohl aan Streuvels vonden we echter niet terug in de geraadpleegde archieven.
[4]
Na zijn ontslag bij Universum-Bücherei bood Gerhart Pohl de roman Knecht Jan aan uitgever Otto Quitzow aan, die het in 1929 uitgaf met Nico Rost en Werner Ackermann als vertalers. De samenwerking tussen Rost en Ackermann was maar van korte duur en beperkte zich tot die ene roman en één fragment uit Prutske. Rost ging er daarna met de centen vandoor. Tussen beide vertalers kwam het tot een vlammende ruzie. H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 136
