<Resultaat 1287 van 2531

>

Sehr verehrter Herr D[okto]r Spemann,
Ja, was nun?[1] — Wie Sie es gefragt hatten, haben Dina und Isa sofort angefangen mit der Roh-Übersetzung von Glor[ierijke] Licht.[2]
Am ersten August wurde die Kopie dieser Übersetzung — also vor einer Woche — an Ihre Adresse in Stuttgart abgeschickt.[3] Diese hat Sie also nicht — oder noch nicht erreicht? — Die Erklärung der Wörter, welche Sie aufgeben, würden Sie wahrscheinlich gefunden haben in dieser Roh-Übersetzung. Soll ich noch eben warten Ihnen diese Erklärung zu besorgen — oder wünschen Sie diese sofort? Denken Sie dass unsere Übersetzung Sie noch erreichen wird — oder nicht?
Ich warte hierüber auf nähere Nachricht von Ihnen.[4]
D[okto]r JACOBS: Er hatte mir gefragt ihm einzelne Titel andeuten zu wollen von kleineren Stücken aus meinen Werken..., welche noch nicht im Deutschen übersetzt und erschienen waren; Ich habe ihm diese Liste behändigen lassen mit der ausdrücklichen Stipulation und Bedingung: "Übersetzen steht jedem frei, aber mit dem bestimmten Vorbehalt dass er sich zu wenden hat zu D[okto]r A[dolf] Spemann für alle Publikation — weil ich mit der Firma Engelhorn einen Options-Vertrag geschlossen habe[5] und diese Firma also ausschliesslich das Verfügungsrecht hat über alle Ausgaben deutscher Übersetzungen. Ich habe D[okto]r Jacobs wohl deutlich auf diesem Options-Vertrag gewiesen — wie ich es immer tue mit jedem der mir ähnliche Anfragen oder Vorschläge anbietet.[6]
Was "Die Dickschädel" anbetrifft:[7] ich weiss selbst nicht welches Stück hiermit beabsichtigt wird — den Titel des Originals muss er geändert haben[8] und... merken Sie wohl: D[okto]r Jacobs hat mir selbst nicht den Text seiner Übersetzung vorgelegt, was ich immer auffordere — und über die Publikation in der "Gemischte Flamen-Anthologie"[9] oder in der "Frankfurter Zeitung"[10] habe ich nichts vernommen, und auch kein Belegex[em]pl[ar] bekommen!
Ich wiederhole: es hat keinen Zweck mich zu ersuchen "künftig alle ähnliche Wünsche an Sie heranzutragen" — ich schicke Ihnen alle ähnliche Anfragen und tat es immer; kürzlich auch noch mit einer Anfrage von "Brüsseler Zeitung" die mich fragte zur Gelegenheit der Flämischen Woche in Köln, die Novelle "Een nieuw Hoedje" übersetzen und publizieren zu dürfen.
Das Kinderbild ist bei Wunder wiedergefunden![11] Ein Fotoabdruck liegt schon fertig für Sie, und auch eine Menge andere Bildern aus früherer Zeit, welche ich machen lassen habe. Ich warte auf Nachricht von Ihnen vor ich sie Ihnen schicke. Über Militär
befehlshaber
eingetr[offen] 18/8/41
(23 Stück)
Ein Exempl[ar] von Gezelle's Loquela habe ich Ihnen schicken lassen durch meinen Verleger L[odewijk Jacobus] Veen zu Amsterdam, dass sicher wohl schon bei Ihnen in Stuttgart angekommen ist?[12]
Diese Woche kommt in einer Bücher-Auktion zu Gent ein Exempl[ar] vor von De Bo's West-Vlaamsch Idioticon,[13] dass ich zu bemächtigen versuchen werde.
[2]
Vor einigen Tagen erhielt ich schon einige Bücher aus der Wunschliste, die ich Ihnen vorgelegt hatte:[14] ein Paar von Konrad Beste, von Benno von Mechow, und anderen. Die weiteren werden hoffentlich wohl folgen?
Ich habe sofort mit Friederich Griese angefangen — seine Menschen aus der Gegend von Mecklenburg sind merkwürdige Leute, mit einer ganz typischen Art und Psychologie.[15]
Für die Übersetzung auf Deutsch, meine ich, wird "die Kutscherin des Zaren" erst in Erwägung kommen.[16]
In Abwartung Ihrer Nachrichten mit recht herzlichem Gruss.
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] Streuvels reageert hier op de beide brieven van Spemann van 4 augustus 1941. Bij zijn eerste brief stak Adolf Spemann nog een brief over zijn Duitse vertaling van Het glorierijke licht, samen met het manuscript van de vertaling en twee lijsten met moeilijkheden.
[2] Adolf Spemann stelde in zijn brief aan Stijn Streuvels van 21 juli 1941 voor om één van Streuvels' dochters een voorlopige eerste Duitse vertaling van Het glorierijke licht te laten maken, om die daarna met zijn eigen vertaling samen te voegen. Zo kon Frl. Lateur als Übersetzerin ihres Vaters mitgenannt worden.
[3] Volgens Streuvels' briefkaart aan Spemann van 1 augustus 1941 werd dit manuscript op 31 juli verstuurd.
[4] Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels van 12 augustus 1941.
[5] Streuvels sloot bij zijn brief aan Adolf Spemann van 19 april 1935 een ondertekende overeenkomst, waarmee hij (Streuvels) zich ertoe verbond zijn werken die nog niet in het Duits waren vertaald, allereerst aan J. Engelhorns Nachf. aan te bieden.
[6] Streuvels schrijft dit naar aanleiding van Spemanns opmerking hierover in zijn brief aan Streuvels van 4 augustus 1941. Tot zijn grote verrassing was in de Frankfurter Zeitung de Duitse vertaling Die Dickschädel (d.i. de Duitse vertaling van de novelle Vrede) van de hand van Karl Jacobs verschenen. Spemann had op zijn beurt Jacobs hierover een brief geschreven en hem attent gemaakt op het feit dat er een optie-verdrag tussen zijn uitgeverij en Streuvels bestond.
[7] Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van 4 augustus 1941.
[8] Uit de brief van Spemann aan Streuvels van 12 augustus 1941 blijkt het hier om de novelle Vrede te gaan.
[9] Vermoedelijk wordt hier een bloemlezing bedoeld van vertalingen van verschillende Vlaamse schrijvers door Karl Jacobs die in 1943 bij Alber in München uitkwam: Karl Jacobs (vert.) Flandern erzählt, ein Sammelband flämischer Dichter ausgewählt und übertragen. München, K. Alber, 1943.
[10] Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van 4 augustus 1941.
[11] Op 26 juli 1941 meldde Streuvels aan Spemann dat hij het origineel van een kinderfoto niet meer terug vond in zijn collectie. De bedoelde foto is vermoedelijk het portret 'Moeder met de twee zonen bij den rondreizenden portrettetrekker - eene gebeurtenis!' dat op p. 14 van Stijn Streuvels en zijn werk van De Pillecijn werd opgenomen.
[12] Bij deze brief van Streuvels vonden we een briefje met de volgende opdracht: Met vriendelijk verzoek te willen doorsturen aan: Herrn Dr A. Spemann
J. Engelhorns Nachf. Verlag
Augustenstrasse 7 a
Stuttgart. W.
. Verder ook nog de voorzijde van een enveloppe die aan Spemann geadresseerd is en waarop werd geschreven: Drucksache (Buch). Op 12 augustus 1941 meldt Spemann de ontvangst van Loquela.
[13] Leonard Lodewijk de Bo (bew.), Westvlaamsch idioticon. Brugge, Boek- en Steendrukkerij Edw. Gailliard & Comp., 1870-1873. In 1892 volgde er een heruitgave van Joseph Samyn (Gent, Siffer).
Van grote betekenis is De Bo's wetenschappelijke activiteit op het gebied van de taalkunde, inzonderheid de lexicologie van het West-Vlaamse dialect. In samenwerking met collega-priesters uit West-Vlaanderen (vooral met Guido Gezelle, met wie hij in 1850 vriendschap sloot, maar ook met J.-B. De Corte, H.A. De Badts, Pieter Baes en vele anderen) verzamelde hij al vanaf zijn studietijd (1846-1851) bouwstenen voor het West-Vlaamse lexicon op basis van oude geschreven bronnen en de gesproken taal. Die werkzaamheden hielden verband met plannen die op de eerste Nederlandse Taal- en Letterkundige Congressen (van 1849 en 1850) werden bekendgemaakt voor een algemeen Nederduits woordenboek, naderhand het Woordenboek der Nederlandse Taal, met het pleidooi van Zuid-Nederlanders als Jan-Baptist David om het Zuid-Nederlandse taaleigen te laten opnemen in de Nederlandse standaardtaal en met de oproep om met dit doel dialectwoordenboeken samen te stellen. Het jarenlange verzamelwerk van De Bo resulteerde in het volumineuze Westvlaamsch Idioticon Elektronische NEVB
[14] Bij zijn brief aan Adolf Spemann van 2 juli 1941 voegde Stijn Streuvels een lijst van werken die hij had willen bestellen.
[15] In zijn brief van 24 juni 1941 richtte Streuvels zich tot Adolf Spemann met de mededeling dat hij zich had voorgenomen om Grieses hele oeuvre te bestellen. Hij vroeg Spemann tot welke uitgever hij zich daarvoor moest richten.
Op 26 juli 1941 heeft Streuvels de gevraagde boeken al ontvangen en hij verwondert zich over de omvang van de zending. Titelbeschrijvingen van de ontvangen boeken:
  • Friedrich Griese, Die Wagenburg. Eine Erzählung. München, Albert Langen - Georg Müller, 1935.
  • Friedrich Griese, Die Weissköpfe. Roman. München, Albert Langen - Georg Müller, 1939.
  • Van Winter waren reeds verschillende uitgaven verschenen. Eén ervan is: Friedrich Griese, Winter. Roman. Berlin, Otto Quitzow, 1927.
[16] Streuvels was op zoek naar een Duitstalig boek dat zijn dochter Isa Lateur in het Nederlands zou kunnen vertalen.
Streuvels heeft het hier over: Herbert von Hoerner, Die Kutscherin des Zaren. Erzählung. Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, s.d. [1936].
Op 6 september 1941 meldt Stijn Streuvels dat Isa Lateur aan de vertaling van Der graue Reiter van Herbert von Hoerner bezig is voor uitgeverij Die Poorte.

Register

Naam - persoon

Beste, Konrad (° Wendeburg, 1890-04-15 - ✝ Stadtoldendorf, 1958-12-24)

Duits vertaler en schrijver van gedichten, hoorspelen en romans.

De Bo, Leonard Lodewijk (° Beveren, 1826-09-27 - ✝ Poperinge, 1885-08-25)

Vlaams dichter en taalgeleerde, priester.

Hij was een van de figuren van het West-Vlaamse particularisme. Hij schreef Gedichten (1874), publiceerde taalkundige opstellen in Rond den Heerd en Loquela van zijn vriend Guido Gezelle, alsook in de Handelingen der gilde van Sinte Luitgaarde te Brugge. Hij heeft zich vooral naam verworven door zijn Westvlaamsch Idioticon (1870-1873) en een postuum verschenen, door J. Samyn bewerkt en bezorgd Kruidwoordenboek (1888).

Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)

Priester-dichter en leraar.

Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester, dichter, taalkundige en journalist. Zijn zus Louise Gezelle (1834 1909 was de moeder van Stijn Streuvels, die bijgevolg een neef was van Guido Gezelle.

Griese, Friedrich (° Lehsten, 1890-10-02 - ✝ Lübeck, 1975-07-01)

Duits schrijver van voornamelijk streekliteratuur, die het landelijke Duitsland idealiseerde. Tijdens het nazibewind stond hij in hoog aanzien als Blut-und-Boden dichter.

Jacobs, Karl (° Essen, 1906-06-01 - ✝ Essen, 1997-08-23)

Duits schrijver en vertaler van werk van Vlaamse auteurs als Stijn Streuvels, Felix Timmermans, Ernest Claes en Karel van de Woestijne. Van Streuvels verzorgde hij volgende vertalingen:

  • "Die grosse Brücke" (1938, o.t. "De teleurgang van den Waterhoek")
  • "Das heisse Leben" (1939, o.t. "Zomerland")

Lateur, Dina (° Ingooigem, 1916-02-24 - ✝ Gent, 2000-04-06)

Lerares.

Dina Lateur werd als derde kind (van de vier) uit het huwelijk van Stijn Streuvels met Alida Staelens geboren in het Lijsternest in Ingooigem. Door de Eerste Wereldoorlog was de bewegingsvrijheid van de mensen beperkt. Daardoor had Streuvels ruim de tijd om zich met zijn dochter bezig te houden. Maar Dina was ook een inspiratiebron voor Streuvels. Als 'Prutske' werd Dina onsterfelijk gemaakt in het gelijknamige boek van Streuvels. Dina Lateur was gehuwd met een leraar, Frank Demey en werkte zelf als lerares in Sint-Bavo in Gent.

Lateur, Isa (° Ingooigem, 1922-12-13)

Jongste dochter van Frank Lateur. Gehuwd met Hugo Baert.

Spemann, Adolf (° Menton, 1886-03-12 - ✝ Garmisch-Partenkirchen, 1964-10-10)

Duitse uitgever die in 1910 instapte in Engelhorn Verlag, de uitgeverij die zijn vader Wilhelm Spemann in 1873 had opgericht. Nadat hij de leiding had overgenomen, bouwde hij de uitgeverij uit tot een belangrijke literaire uitgeverij. Hij wilde het werk van Streuvels populair maken in Duitsland en heeft daar jarenlang erg veel moeite voor gedaan door de boeken van Streuvels te publiceren, maar ook door te proberen om Streuvels in Duitsland lezingen te laten geven. In 1956 verkocht hij de uitgeverij aan het Deutsche Verlags-Anstalt. Hij vertaalde zelf enkele werken van Streuvels:

  • "Das herrliche Sonnenlicht" (1941, o.t. "Het glorierijke licht")
  • "Frühling. Erzählung." (1953, o.t. "Lente")

Von Mechow, Benno

Naam - uitgever

Engelhorn Verlag

Duitse uitgeverij die in 1860 werd opgericht door Johann Christoph Engelhorn. In 1876 trad zijn zoon Carl Engelhorn toe tot het bedrijf, na zijn studies in de Verenigde Staten. Hij introduceerde het idee van eeen romanbibliotheek, een reeks waarin om de twee weken een goedkope uitgave verscheen van een populaire Duitse schrijver. In 1910 werd het bedrijf verkocht aan Paul Schumann en Adolf Spemann; vanaf Schumanns dood in 1937 leidde Spemann de uitgeverij alleen.

L.J. Veen

In 1887 door Lambertus Jacobus Veen opgerichte Nederlandse uitgeverij. Ze maakte naam met publicaties van Louis Couperus en Stijn Streuvels.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Het glorierijke licht, In blijde herinnering aan den heerlijksten aller zomers die ooit over de wereld praalde, den zomer van het jaar O.H. negentien honderd en elf. (1912). [verhaal]
Streuvels, Stijn, Het glorierijke licht, In blijde herinnering aan den heerlijksten aller zomers die ooit over de wereld praalde, den zomer van het jaar O.H. negentien honderd en elf. (1912).
Voorpublicatie
  • De Nieuwe Gids, XXVII, 1912, dl. 1, p. 48-60.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, MIMXII [= 1912], [II] + 30 + [IV] p., 21,8 x 16,5 cm.
  • Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1919], 32 p., 22,6 x 16,4 cm.
  • [Derde druk], in: Stijn Streuvels, Proza., Mechelen, Het Kompas N.V., 1934, p. 153-179.
  • [Vierde druk], Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1944], 27 + [V] p., 24,7 x 17,8 cm.
  • [Vijfde druk], in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel IV., Kortrijk, 't Leieschip, [1951], p. 355-374.
  • [Zesde druk], in: Het uitzicht der dingen. Het glorierijke licht. Vierde druk, Hasselt, Uitgeverij Heideland, [1962], p. 161-182.
  • [Zevende druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 1107-1124.
Streuvels, Stijn, Een nieuw hoedje (1905). [verhaal]
Streuvels, Stijn, Een nieuw hoedje (1905).
Verhaal
  • De Groene Linde, I, 1905, p. 52-59, 65-73 (eerste halfjaar).
Streuvels, Stijn, Vrede (1902). [verhaal]
Streuvels, Stijn, Vrede (1902).
Voorpublicatie
  • De Twintigste Eeuw, VIII, 1902, dl 1, p. 635-661 (juni).