STYN·STREUVELS
Ingoyghem am 19[.] Aug[ust], '41
Sehr verehrter Herr D[okto]r Spemann,
Ihren Brief vom 12/8/41
[1] hab ich gestern empfangen und melde Ihnen folgendes:
- Ich glaube die Mädchen haben zu zweit an der Übersetzung gearbeitet — aber die Redaktion wird wohl von Isa sein. Sie sind beiden sehr begierig zu erfahren "was" von der Rohredaktion übrig bleibt!?[2]
- - Anbei über die unklaren Punkte:
- Seite 4. - Das gebohnte Grün (geboende groen) v[an] boenen, boensel. D[uits] bohnen, scheuern-schrubben. Z[uid-Nederlandsch] abfärben. West-Fl[ämisch] = gevlekt; kleuring die voortkomt van Metal-oxied, van plantensap u[nd so weiter] — z[um Beispiel] IJzermaal "boent" geweven stoffen. Hier in den zin van "zwaarder", donkerder groen. Zie De Bo, West-Vl[aamsch] Idioticon, Seite 137 [W.] Boenen.
- Seite 4. - Herel = Stengel; aber hier spezifisch Flachsstengel; [Frans] Tige de lin; Eng[e]l[s] Harl - toute substance filamenteuse. Deensch: hör = Flachs; Kiliaan: Herde, Heerde. L[atijn] fibra lini. - Aber das Wort Stengel kommt bereits vor - in Fl[andern] haben wir zwei Wörter für das Begriff Stengel. am besten gebrauchen Sie Stielchen, meine ich.
- Seite 6. - Niederdeinende Ferne. Neder = nieder; deinen = leise auf- und niederwogen; niederwiegender - wogend - wallend... golven = wellen; wellenartige Bewegung, wellenförmiger Boden, herabschiessend, niederwärts - abwärts schiessende Ferne.
- Die Photos[3] gingen vorige Woche, über Brüssel[4] an Ihre Adresse.
An den Verleger
Veen haben Sie um keine Rechnung zu bitten — wir erledigen diese Sache zwischen uns.
Morgen fahre ich nach Gent und werde sehen ob ich das
Idioticon bemächtigen kann.
[5]
Ihre beiden Briefe von 4.8.41
[6] habe ich empfangen... Ich arbeite fleissig an
Heule[7] und lese mit Vergnügen
Griese,
Konrad Beste und
von Mechow.
Mit herzlichen Grüssen
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[2]
Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels van
28 augustus 1941. Adolf Spemann stelde in zijn brief aan Stijn Streuvels van
21 juli 1941 voor om één van Streuvels' dochters een voorlopige eerste Duitse vertaling van
Het glorierijke licht te laten maken, om die daarna met zijn eigen vertaling samen te voegen. Zo kon
Frl. Lateur als Übersetzerin ihres Vaters mitgenannt worden.
[3]
Op
26 juli 1941 meldde Streuvels aan Spemann dat hij het origineel van een kinderfoto niet meer terug vond in zijn collectie. De bedoelde foto is vermoedelijk het portret 'Moeder met de twee zonen bij den rondreizenden portrettetrekker - eene gebeurtenis!' dat op p. 14 van
Stijn Streuvels en zijn werk van De Pillecijn werd opgenomen.
[5]
Op
9 augustus 1941 schreef Streuvels aan Spemann dat hij een exemplaar van het West-Vlaams Idioticon voor hem op de kop had kunnen tikken.
Titelbeschrijving: Leonard Lodewijk de Bo (bew.), Westvlaamsch idioticon. Brugge, Boek- en Steendrukkerij Edw. Gailliard & Comp., 1870-1873. In 1892 volgde er een heruitgave van Joseph Samyn (Gent, Siffer).
Van grote betekenis is De Bo's wetenschappelijke activiteit op het gebied van de taalkunde, inzonderheid de lexicologie van het West-Vlaamse dialect. In samenwerking met collega-priesters uit West-Vlaanderen (vooral met Guido Gezelle, met wie hij in 1850 vriendschap sloot, maar ook met J.-B. De Corte, H.A. De Badts, Pieter Baes en vele anderen) verzamelde hij al vanaf zijn studietijd (1846-1851) bouwstenen voor het West-Vlaamse lexicon op basis van oude geschreven bronnen en de gesproken taal. Die werkzaamheden hielden verband met plannen die op de eerste Nederlandse Taal- en Letterkundige Congressen (van 1849 en 1850) werden bekendgemaakt voor een algemeen Nederduits woordenboek, naderhand het Woordenboek der Nederlandse Taal, met het pleidooi van Zuid-Nederlanders als Jan-Baptist David om het Zuid-Nederlandse taaleigen te laten opnemen in de Nederlandse standaardtaal en met de oproep om met dit doel dialectwoordenboeken samen te stellen. Het jarenlange verzamelwerk van De Bo resulteerde in het volumineuze Westvlaamsch Idioticon Elektronische NEVB
[7]
In
Ingoyghem II getuigde Streuvels over dit autobiografische geschrift:
1939 - Eindelijk het voornemen om te beginnen aan de gedenkschriften, die zouden verdeeld zijn over drie boeken - de drie levensperioden afgelopen op drie dorpen: Heule, Avelghem en Ingoyghem. Een terugblik over 't hele leven, vanaf de eerste kinderjaren. En in 1940:
Nu kan ik rustig doorwerken aan het boek De Maanden en aan Heule. Ah! jeunesse - l' homme ne la possède qu' un temps et le reste du temps la rappelle (Gide). Ik voel er mij tegenover als een derde persoon. Ingoyghem II, p. 180-181 en p. 195.