Het "
Frühling-boekje" ziet er heel netjes uit en de houtsneden van
Dombrowski vind ik prima als houtsneekunst, wat ik er echter in mis - en met de houtsnede-techniek was dit misschien niet te bereiken? - is de lentestemming eigen aan het onderwerp. Het meisje op
bl[ad]z[ijde] 7 kan evengoed in den regen staan als in zonneschijn: deze op
bl[ad]z[ijde] 22 kan evengoed een meisje voorstellen dat men als straf (!) de haren afknipt, in plaats van friseert; deze op
bl[ad]z[ijde] 30: een meisje in de gevangenis... an 't zuchten! de vierde, op
bl[ad]z[ijde] 77 geeft eindelijk de echte stemming weer van het onderwerp. Maar over 't algemeen is er niets van lente-atmosfeer in de illustratie te bespeuren, en dàt is, meen ik toch, een verkeerde opvatting, het kunstvolle van de houtsnedetechniek buiten acht gelaten.
Het boek van
Karl Götz heb ik met veel belangstelling gelezen, het is ... aber: eene treurige geschiedenis. Veel meer genoegen echter heb ik beleefd aan "
Leben und Bauen["] van
Paul Bonatz!
[3] Dàt is er een naar mijn zin en, mag ik zeggen: een echte kunstenaar wien het in zijn leven is meegevallen, en daarbij een echt rechtschapen en eerlijk mensch. zoo'n boek laat een mensch hopen dat het gezonde ras nog niet uitgestorven is.
Ik kan U eveneens melden dat er op mijn rekening een bedrag van
D[eutsche ]M[ark] 268.08 overgeschreven werden.
[4]
Met het gezicht en de oogen is het, gelijk U gemeld werd, volkomen in orde: ik zou haast zeggen dat ik beter zie dan voorheen en dàt is een groote geruststelling. Overigens gaat het met allen heel goed,- we hebben den winter achter den rug en den nieuwen zomer in aantocht; Een nieuwe troost!