STIJN STREUVELS
"HET LIJSTERNEST"
INGOYGHEM
29 Mei, '53
Waarde D[octo]r Spemann,
In de verwachting dat U intusschen welbehouden van de vacantiereis zijt teruggekeerd.....
Voor enkele dagen ontving ik een schrijven van Uw zoon met een in driedubbelgesteld contract om te onderteekenen voor eene
Lizenzuitgave van "Die Gross Brücke".
[1] Ik heb gewacht om die kontracten te onderteekenen tot ik nadere inlichtingen daarover kon verkrijgen. Dit kontract is immers gesteld tusschen
Engelhornverlag en de Deutschen Buch-Gemeinschaft, zonder dat ik daar als auteur verder in vermeld word tenzij om mijn toelating te geven. In
art[ikel] 3
b[ijvoorbeeld] wordt er bepaald over het uit te keeren honorar, doch zonder te vermelden aan wie dit honorar moet uitbetaald worden!
Voor een paar weken ontving ik uit Zürich 16
pres[entexemplaren] van de
Lizenzuitgave van Der Flachsacker (Zürich Büchergilde Gutenberg) heel smaakvol uitgegeven. Doch tot nu nog geen kwestie van honorar!
[2] En zonderling genoeg in Uw brief van 30 Oktober 1951 wordt het voorstel voor die Lizenzuitgave mij medegedeeld,
[3] doch voor zoover ik weet, en nergens kan ontdekken, heb ik geen kontract of verdere melding van voorwaarden ontvangen. Hoe kan dat? Kunt U mij daarover nader inlichten?
[4]
In Uw brief van 10 November 1951 is er kwestie van een overdruk "
Die Puppenfamilie" in Verein "
Gute Schriften" te Basel.
[5] Van ginder heb ik de bedoelde 75
Schw[eizer] franken ontvangen, doch geen enkel
pres[entexemplaar][6]
In Uw brief van 20 November 1951 werd een voorstel gedaan voor eene Lizenzuitgave vanwege
["]Bücher für Alle" van
Der Flachsacker,
[7] is daar iets van terechtgekomen?
[8]
Uit Denemarken heb ik ondertusschen nadere inlichtingen gekregen die heelemaal kloppen met 't geen U er over denkt.
[9] Ik heb een paar boeken opgestuurd ter inzage. Zij vragen ook nog zooveel mogelijk
[2]recensie-materiaal. Moet ik daar persoonlijk zelf voor zorgen, of kunt U dat van Uw voorraad afstaan - ik bedoel: enkele beoordeelingen in de duitsche pers verschenen, van algemeenen aard en verder een en ander over
De Vlaschaard en over
Knecht Jan.
[10]
Het zal mij genoegen doen over een en ander iets te mogen vernemen.
Intusschen met vriendelijken groet
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Cf. brief van Dieter Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
18 mei 1953. Het contract wordt bewaard in het Letterenhuis.
[2]
Cf. hiervoor het contract dat op 9 maart 1951 werd afgesloten tussen de Büchergilde Gutenberg in Zürich en Engelhorn Verlag Adolf Spemann in Stuttgart. Ook Streuvels gaf zijn goedkeuring aan het contract en ondertekende het op 22 maart 1951. Artikel 3 luidt:
Die Büchergilde Gutenberg bezahlt eine Lizenzgebühr von 10 % vom Mitgliederverkaufspreis, mindestens jedoch Sfr. -.60 (sechzig Rappen). Sie verpflichtet sich, bei Erscheinen der Lizenzausgabe eine Anzahlung von Sfr. 2.000.- (zweitausend Schweizerfranken) zu leisten, wovon sie Sfr. 800.- an Herrn Dr. Stijn Streuvels in Ingoyghem direkt und Sfr. 1200.- an den Engelhornverlag überweisen wird; diese Anzahlung wird auf spätere Zahlungen verrechnet. Der Engelhornverlag wird seinerseits den auf die Übersetzerin Frau Anna Valeton entfallenden Anteil sofort an diese weiterleiten. (...)
[4]
Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels d.d.
1 juni 1953.
[6]
Het betreft hier presentexemplaren van:
Drei flandrische Erzähler. Basel, Gute Schriften, 1952, 76 S. Gute Schriften, 87. Enthält u. a.
Die lange Tonpfeife von Felix Timmermans;
Von Hausierern, Landstreichern und Wandergesellen auf des Herrgotts Landstrassen von Ernest Claes.
Op 15 januari 1952 schreef Conrad van Gute Schriften uit Basel aan Streuvels:
Bezugnehmend auf die uns durch Hrn. A. Spemann gütigst erteilte Erlaubnis für den Abdruck eines Teilstückes aus Ihrem Band "Prütske", gestatten wir uns heute, Ihnen mit gleicher Post zwei Belegexemplare zuzustellen. Es würde uns freuen, wenn das Bändchen Ihre Zustimmung finden wird. (...) Brief in Letterenhuis, S 935/B2.
Op
1 juni 1953 meldde Spemann aan Streuvels dat hij bij Gute Schriften had nagevraagd waar de presentexemplaren bleven, omdat die blijkbaar nog niet waren aangekomen. Nochtans had Streuvels op
19 januari 1952 al aan Spemann geschreven dat hij die exemplaren had ontvangen.
[8]
Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels d.d.
1 juni 1953.
[9]
Cf. wat Adolf Spemann in zijn brief aan Streuvels van
30 april 1953 over het agentschap Michaels schreef.
[10]
Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels d.d.
1 juni 1953.