<Resultaat 468 van 2531

>

Waarde heer & Vriend,
Uwe belangstelling in de zaak van den Nobelprijs ten mijnen opzichte, heeft mij aangenaam getroffen.[1] - Ik maak me daarover geen de minste illuzie!!! - er zijn nog zooveel en grootere literaire genieën die vóór mij moeten aan de beurt komen, en het ligt ook niet in mijn karakter om daar zelf iets voor te doen. Ik kan U echter melden: dat de Koninklijke Vlaamsche Academie het initiatief heeft opgevat mij als candidaat [2]voor den Nobelprijs aan te duiden, en prof[essor] Vermeylen belast werd een rapport daarvoor in te dienen. Wat er verder mede gebeurd is, weet ik niet.[2]
Intusschen ben ik aan een groot werk bezig, dat sedert Januari geregeld in De Gids (Amsterdam) verschijnt, en dees najaar een boek worden moet.[3] Ik heb ook eene kleine kerstnovelle voor het Winterjaarboek van de Wereldbibliotheek klaar, dat - met teekeningen van J[ules] Fonteyne - hier met Kerstdag aanstaande, in Luxe-plaquette zal op de markt komen. [3]Daarna za ik de Chineesche Novellen en Gesta Romanorum aanpakken.
Das Inselschiff over Rilke vind ik bijzonder merkwaardig en heb het met veel belangstelling gelezen.[4] Een treurig verlies voor de wereld - de dood van dien dichter! die waarlijk dichter was.
Het deed mij veel genoegen weer eens iets van U te vernemen en groete
hartelijk
Uw
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] Streuvels reageert hier op Kippenbergs brief d.d. 20 april 1927.
[2] Het zal niet Kippenberg maar Adolf Spemann zijn die zich zal inspannen om Streuvels als Germaanse Nobelprijskandidaat in Stockholm te krijgen. Op 7 november 1936 verscheen in Cassandre (1936), nr. 45, een klein artikeltje van Remus 'Et nos amis flamands?', waarin de wens werd uitgesproken dat de regering Streuvels' kandidatuur zou voordragen voor de Nobelprijs, en dat hij zou bekroond worden: Il est temps que nos Lettres flamandes ne soient plus traitées en parente pauvre. Il est temps qu' un Streuvels soit récompensé comme il le mérite.
Streuvels stuurde hiervan een knipsel aan Spemann, waarop hij reageerde met een gedrukte circulaire die aan Duitse hoogleraren voor literatuurgeschiedenis en esthetiek werd gezonden, met verzoek hun handtekening te zetten op een petitie aan het Nobel-comité te Stockholm, om aan Streuvels de prijs toe te kennen. De circulaire, die ondertekend is door vijf universiteitsprofessoren (C. Borchling, Th. Frings, F. von der Leyen, J. Petersen en H. Pongs) eindigt als volgt: Der Nobelpreis für Literatur ist bischer noch niemals an einen Dichter Belgiens gefallen, und mit jedem Jahr wächst deshalb die Wahrscheinlichkeit, dasz er einmal nach Belgien vergeben wird, wir brauchen gerade Ihnen gegenüber nicht zu betonen, wie wichtig es aber dann ist, dasz der bedeutendste flämische Dichter, den Belgien heute besitzt, den Preis bekommt, ein Dichter, der durch zahlreiche deutsche Ausgaben seiner Werke bereits zum deutsche Volksbesitz gehört und unserer deutschen Kultur eng verbunden ist. Heil Hitler!. Zeventig hoogleraars ondertekenden de petitie.
Voor de reactie van Streuvels op deze petitie: cf. Streuvels' brief aan Spemann van 25 februari 1937. Tot ergernis van de Duitsers werd de Fransman Roger Martin du Gard bekroond. De Franse diplomatie werkte blijkbaar efficiënter. L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 102
[3] Bedoeld wordt De teleurgang van den Waterhoek.
De Gids is een in 1836 opgericht en in 1837 voor het eerst verschenen Nederlands maandblad. De inhoud van het blad is in de loop van de jaren aan veel wisselingen onderhevig geweest: soms sterk cultureel, soms ook sociaal en politiek georiënteerd. Vaak ook kwamen deze verschillende aspecten samen en werd dit veelzijdige karakter weerspiegeld in een gemengde redactiesamenstelling van letterkundigen, wetenschappers en journalisten. GWP, deel 10, p. 98
[4] In Das Inselschiff was een artikel over Rilke verschenen n.a.v. diens overlijden.

Register

Naam - persoon

Fonteyne, Jules (° Brugge, 1878-07-22 - ✝ Brugge, 1964-08-11)

Tekenaar - schilder.

Nadat Jules Fonteyne in 1897 als primus aan de Brugse Academie afstudeerde, kreeg hij zijn verdere opleiding in Brussel en aan het Hoger Instituut van Antwerpen, waar hij de prijs behaalde voor graveerkunst. Hij reveleerde als grafisch kunstenaar met zijn eenvoudige illustraties voor het Kerstekind van Stijn Streuvels (1910). In oktober 1914 vertrok hij met zijn familie naar Engeland, waar hij onder invloed van de Prerafaëlieten kwam te staan. Na de oorlog keerde hij terug naar België en tekende er veel kerkmeubels voor de opnieuw opgebouwde kerken. In 1920 werd hij als leraar in de toegepaste kunsten aangesteld aan de Academie. In 1924 werd hij er directeur. Fonteyne manifesteerde zich vooral als etser-tekenaar. Van zijn hand zijn talrijke affiches, prentkaarten en portretten (o.a. een aantal potloodtekeningen en een profieltekening in 1912 van Streuvels, van Jozef Dochy, van Karel de Flou,...) bewaard. Hij vervaardigde ex-librissen en illustreerde talrijke boeken, o.a. van Streuvels (Het Glorierijke Licht en Morgenstond, Sint Jan, De Boomen, Vertelsels van Gokkel en Hinkel; De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant).Zijn tekeningen zijn altijd voluit figuratief en af en toe zelfs suggestief. Bij voorkeur heeft hij in zijn tekeningen de volkse mens geportretteerd zoals hij die in het Brugge van zijn tijd kon observeren.

Rilke, Rainer Maria (° Praag, 1875-12-04 - ✝ Montreux, 1926-12-29)

Een van de belangrijkste Duitse dichters, die ook toneelwerken en (lyrisch) proza schreef. Zijn werk behandelt voornamelijk een existentialistische thematiek en situeert zich tussen traditie en modernisme.

Vermeylen, August (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Schrijver, literatuur- en kunsthistoricus en socialistisch senator.

Vermeylen studeerde geschiedenis aan de Vrije Universiteit van Brussel en promoveerde er in 1894 op het (in het Frans gestelde) proefschrift Het Twaalfjarig Bestand; daarna studeerde hij verder in Berlijn en Wenen en werd in 1899 tot speciaal doctor aan de VUB uitgeroepen. Hij werd hoogleraar in de kunstgeschiedenis in 1901, doceerde geschiedenis van de Nederlandse letterkunde vanaf 1902 en vestigde in 1910 de sectie Germaanse filologie. Hij was lid van de Maatschappij der Nederlandse Letteren te Leiden, werd in 1919 lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde en was in 1922 medestichter van de Vlaamse PEN- club. Vanaf 1923 doceerde hij aan de universiteit van Gent, eerst moderne letterkunde der Germaanse talen en geschiedenis van de Nederlandse literatuur, daarna ook kunstgeschiedenis. In 1930 werd hij de eerste rector van de vernederlandste Rijksuniversiteit Gent. In 1921 was hij gecoöpteerd socialistisch senator geworden, in 1938 werd hij vice-voorzitter van de Senaat. In 1940 door de Duitse bezetter uit al zijn functies geschorst, wilde hij zijn gedwongen rust gebruiken om allerlei lang gekoesterde publikatieplannen uit te voeren, maar net nadat hij het openingsartikel had voltooid voor een nieuw tijdschrift dat hij had voorbereid en dat in april 1946 voor het eerst zou verschijnen als het Nieuw Vlaams Tijdschrift, werd hij door een hartverlamming getroffen. Op kunsthistorisch vlak is Vermeylen vooral de auteur van de meesterlijke synthese Geschiedenis der Europeesche plastiek en Schilderkunst in middeleeuwen en nieuweren tijd (1921-1925), als bellettrist de man die De Wandelende Jood schreef, het symbolische verhaal van een mens die naar de waarheid zoekt en ze na allerlei metafysische tribulaties ook vindt in een aards humanisme zonder God, gestoeld op zowel het recht op individueel levensgenot als de morele plicht tot sociale solidariteit. Vermeylen was medestichter van het avant-garde- tijdschrift Van Nu en Straks (1893); de anarchistische, kosmopolitisch georiënteerde cultuurflamingant die "more brains" en universalisme in de Vlaamse cultuur verlangde; de pleitbezorger van een humanistisch ideaal waarin culturele eigenheid én wereldburgerschap onlosmakelijk met elkaar versmolten zijn.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Letterkundige, kunsthistoricus en essayist. Bezieler van Van Nu en Straks.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, De drie koningen aan de kust (1927). [verhaal]
Zesde Winterboek van de Wereldbibliotheek 1927-1928, p. 5-19.
Streuvels, Stijn, De drie koningen aan de kust (1927).
Voorpublicatie
  • Zesde Winterboek van de Wereldbibliotheek 1927-1928, p. 5-19.
Druk
  • [Eerste druk], Antwerpen, L. Opdebeek, Kerstdag 1927, 54 + [II] p., 21,7 x 17,4 cm.
  • [Tweede druk], in: Kerstvertellingen, Brugge, Uitgave 'Wiek Op', 1939, p. 89-114.
  • [Derde druk], in: Kerstvertellingen, in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel X., Kortrijk, 't Leieschip, [1954], p. 64-92.
Streuvels, Stijn, Levenswijsheid uit China, Drie Chineesche novellen (1928). [vertaling]
Streuvels, Stijn, Levenswijsheid uit China, Drie Chineesche novellen (1928).
Druk
  • [Eerste druk], Kortrijk, Jos Vermaut, [1928], 134 + [X] p., 22 x 17,8 cm. [o.t.: Chinesische Meisternovellen. Aus dem Chinesischen Urtext übertragen von Franz Kuhn]
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1928]. [o.t.: Chinesische Meisternovellen. Aus dem Chinesischen Urtext übertragen von Franz Kuhn]
Streuvels, Stijn, De teleurgang van den Waterhoek (1927). [roman]
De teleurgang van den Waterhoek verscheen in 1927 als voordruk in 7 afleveringen van de 91ste jaargang van het tijdschrift De Gids, uitgegeven bij P.N. van Kampen & Zoon te Amsterdam.
Afleveringen:
  • Eerste hoofdstuk, dl. I (januari), p. [64]-118.
  • Tweede hoofdstuk, dl. II (februari), p. [153]-181; dl. III (maart), blz. [316]-342.
  • Derde hoofdstuk, dl. IV (april), p. [1]-43.
  • Vierde hoofdstuk, dl. V (mei), p. [137]-179.
  • Vijfde hoofdstuk, dl. VI (juni), p. [285]-316.
  • Zesde hoofdstuk, dl. [VII] (juli), p. [1]-63.
Streuvels, Stijn, De teleurgang van den Waterhoek (1927).
Voorpublicatie
  • De teleurgang van den Waterhoek verscheen in 1927 als voordruk in 7 afleveringen van de 91ste jaargang van het tijdschrift De Gids, uitgegeven bij P.N. van Kampen & Zoon te Amsterdam.
    Afleveringen:
    • Eerste hoofdstuk, dl. I (januari), p. [64]-118.
    • Tweede hoofdstuk, dl. II (februari), p. [153]-181; dl. III (maart), blz. [316]-342.
    • Derde hoofdstuk, dl. IV (april), p. [1]-43.
    • Vierde hoofdstuk, dl. V (mei), p. [137]-179.
    • Vijfde hoofdstuk, dl. VI (juni), p. [285]-316.
    • Zesde hoofdstuk, dl. [VII] (juli), p. [1]-63.
Druk
  • [Eerste druk], Brugge, Excelsior, 1927, 297 + [VII] p., 21,8 x 17,3 cm.
  • Tweede herziene druk, Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, 1939, 321 + [III] p., 19,3 x 12,6 cm.
  • Derde druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. LANNOO; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1942], 317 + [III] p., 20,8 x 15,5 cm. Lijsternestreeks nr. 21.
  • Vierde druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. LANNOO; Antwerpen, N.V. Standaard-Boekhandel, [1944], 317 + [III] p., 19 x 13,5 cm.
  • [Vijfde druk], [1955], In Stijn Streuvels' Volledige werken, deel XII, p. 7-300, Kortrijk, 't Leieschip.
  • Zesde druk, Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1964], 305 + [III] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Zevende druk, Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Achtste druk, Brugge - Utrecht, Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1971], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Negende druk, Brugge - Utrecht, Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1971], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • [Tiende druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 797-1055.
  • [Elfde druk] = Tiende druk, Brugge, Uitgeverij Orion, [1976], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • [Twaalfde druk] = Elfde druk, Nijmegen, Gottmer; Brugge, Orion, [1978], 307 + [I] p., 18,6 x 12,9 cm.
  • [Dertiende druk] = Twaalfde druk, Beveren, Orbis en Orion, [1982], 307 + [I] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • [Veertiende druk] = Dertiende druk, Antwerpen/Amsterdam, Manteau, [1987], 294 + [II] p., 20 x 12,5 cm.
Digitaal
  • Amsterdam: Amsterdam University Press/KANTL, 2000. Elektronisch-kritische editie/electronic-critical edition. Ed. Marcel De Smedt & Edward Vanhoutte. ISBN: 90-5356-441-1 (CD-ROM).

Naam - instituut/vereniging

Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, met zetel te Gent (vanaf 1972 Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde) werd bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 opgericht en was de eerste officiële instelling (een genootschap van maximaal dertig leden), die speciaal in het leven werd geroepen om de (studie van de) Nederlandse taal- en letterkunde in België te bevorderen.