Ingoyghem den 26 Maart, '35
Waarde
D[octo]r[1] Kippenberg,
Ik heb het genoegen U te melden dat de zending boeken in de beste orde hier aangekomen is - met mijn hartelijken dank. Dàt wordt nu mijn eerste lectuur.
[2]
Ik leef dan maar op hoop binnen afzienbaren tijd te vernemen dat een nieuwe vertaling van
De Vlaschaard zal het licht zien.
[3] Het is in elk geval een zwaar stuk werk voor den vertaler, doch ik kan er hem wel iets in helpen en hem de moeilijkheden gemakkelijker maken. In elk geval zou ik wenschen dat voor de vertaling, den tekst gebruikt worde van de laatste (
9de druk - jubileum-uitgaaf) omdat bij mij, de laatste uitgaaf altijd de éénig officieele blijft. Als vertaler - indien U van niets beters weet, kan ik U aanbevelen:
Werner Ackermann (Kelderstraat, 8 Antwerpen) die eene goede vertaling geleverd heeft van "
Langs de Wegen" (
Knecht Jan) die eene heel goede pers heeft gekregen - boek dat aan de derde uitgaaf is.
Ik neem Uw wensch in acht dat Gij in de eerste toekomst een bezoek zoudt brengen... aan mijne kamer, dit zou mij heel welkom zijn,- vooreerst zult U in die kamer merkelijke veranderingen zien: eene aangegroeide bibliotheek vooral,- de bewoners ook..... hierbij laat ik U op voorhand hunne evolutie bekijken: de twee oudsten
[4] zijn reeds uitgevlogen - de eene met een man en de ander met een vrouw - die mij beiderzijds reeds tweemaal grootvader hebben gemaakt! De derde (Prutske)
[5] is een heele meid geworden, studeert haar laatste jaar, voor regentes, en de kleinste
[6] hebben wij nog thuis. Anders leven wij verder... in peis en vree, en ver af van de woelige wereld en de politiek!
Ik hoop dat het U welgaat en groet in afwachting van het bedoelde bezoek
hoogachtend en hartelijk
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Anton Kippenberg promoveerde met een studie over
Die Sage vom Herzog von Luxemburg in Frankreich und Holland in 1901 bij Albert Köster, een bekend germanist die samen met Franz Jostes, Conrad Borchling, Theodor Frings en vele anderen een vaste voet had in Vlaanderen. In de zomer van 1901 mocht Kippenberg sich met summa cum laude voortaan doctor philosophiae noemen.
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 49; Ulrike Kloos, Niederlandbild und deutsche Germanistik 1800-1933, pp. 182-187.
[2]
Bij zijn brief aan Kippenberg van 14 maart 1935 stak Streuvels een
lijst met titels van boeken die hij graag via Insel Verlag had bekomen.
[3]
Streuvels reageert hier verder op de brief van Kippenberg van
19 maart 1935.