[1]
Anton Kippenberg promoveerde met een studie over
Die Sage vom Herzog von Luxemburg in Frankreich und Holland in 1901 bij Albert Köster, een bekend germanist die samen met Franz Jostes, Conrad Borchling, Theodor Frings en vele anderen een vaste voet had in Vlaanderen. In de zomer van 1901 mocht Kippenberg sich met summa cum laude voortaan doctor philosophiae noemen.
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 49; Ulrike Kloos, Niederlandbild und deutsche Germanistik 1800-1933, pp. 182-187.
[2]
Streuvels had Kippenberg en Spemann laten uitnodigen voor de Hoogdagen van de Vlaamse Letteren. Dit bleek uit zijn brief aan Toussaint van Boelaere d.d. 24 augustus 1937:
Ik wilde U nog eens in overweging geven of het niet wenschelijk ware een paar duitsche uitgevers uit te noodigen, of ten minste een programma te sturen voor de literaire hoogdagen - ik denk aan Prof. Dr. A. Kippenberg van Insel-Verlag te Leipzig en Prof. Dr. A. Spemann van Engelhorn-Verlag te Stuttgart. Het is niet gezegd dat ze komen zullen, maar 't zou toch eene beleefdheid zijn tegenover hen, die toch wat doen voor de verspreiding van Vl. Lettervoortbrengst.
Organisator Maurice Roelants nodigde de beide Duitsers uit. De brief van het inrichtende comité, ondertekend door Maurice Roelants en August Vermeylen, aan Anton Kippenberg d.d. 13 oktober 1937 berust in het Goethe- und Schiller-Archiv te Weimar: Wij noodigen u uit deze Hoogdagen als onze gast te komen bijwonen. Dit beteekent dat gij verblijf- en reiskosten in België aan onze zorg kunt overlaten. De Hoogdagen zouden plaatsvinden op 13, 14 en 15 November e.k. in het Paleis voor Schoone Kunsten te Brussel. geciteerd in: H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 339, 395
Met de Hoogdagen van de Vlaamsche Letteren werd gestreefd naar het vestigen van een driejaarlijks feest van samenhorigheid onder alle Vlamingen, een feest van Nederlands cultuurleven. Het programma van de Hoogdagen van 1937 omvat vier punten: 1° het deel van het programma dat voor de buitenlandse gasten van de Vereniging van Letterkundigen werd samengesteld; 2° de hoogdagfeesten zelf, zoals zij voor de deelnemers in het algemeen werden ontworpen; 3° het radioprogramma en 4° het speciaal deel, dat voor de studerende jeugd werd opgemaakt. Hoogdagen van de Vlaamsche letteren 13-14 en 15 november 1937. Brussel, Hessens
Anton Kippenberg moest eerst toestemming vragen aan Hanns Johst, Präsident van de Reichsschrifttumskammer. Hij schreef op 18 oktober 1937: Ik ontving een uitnodiging om als eregast van de "Vereeniging van Letterkundigen" aan de Hoogdagen van de Vlaamsche Letteren deel te nemen (...) Mag ik u vriendelijk vragen of de Reichsschrifttumskammer mijn deelname goedkeurt? Hierbij vindt u het programma dat bij de uitnodiging zat. Heil Hitler! Op 30 oktober moet Kippenberg noodgedwongen zijn vraag herhalen. Pas op 6 november geeft Johst zijn toestemming. Het telegram luidt: Op Uw verzoek van 18.10 antwoord ik dat ik geen bezwaren heb tegen Uw deelname aan de organisatie van de "Vereeniging van Letterkundigen" in Brussel... geciteerd in: H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 341
[3]
Max Mell,
Das Donauweibchen. Erzählungen und Märchen. Leipzig, Insel Verlag, 1937, 291 S.
[5]
Dit lijstje is niet bij de brief bewaard gebleven, maar in het Goethe- und Schiller-Archiv in Weimar (50/82,6) wordt wel de lijst bewaard van de boeken die Insel Verlag op 25 resp. 27 december 1937 naar het Lijsternest stuurde.