STYN·STREUVELS
2 April '24
Waarde uitgever.
Maandag zal ik zeker thuis zijn, doch verongemak U niet — als 't te moeilijk wordt, kan ik wel eens naar Thielt-Wynghene komen — We zullen dus zien. — Honorar[ium] denk ik op dezelfde basis van de vorige uitgaven.[1] Ik heb ook nog een andere uitgaaf te bespreken.[2] Ik hoor dus wel hoe gij het schikt.
Genegen groet
(paraaf Stijn Streuvels)
VICHTE
2.IV.1924
Den heer Joris
Lannoo
Uitgever Ypersche str[aat]
Thielt
Lannoo
Uitgever Ypersche str[aat]
Thielt
Annotations
[1]
Het betreft hier het honorarium voor Vertellingen van Tolstoï, dat 2500 fr. zal bedragen.
Voor de 2 vorige boeken uit de reeks Streuvels' Volksboeken, namelijk De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant en Vertelsels van 't jaar nul ten tijde dat de uilen praken, ontving Streuvels telkens 3600 fr. honorarium.
[2]
Waarschijnlijk wil Streuvels onderhandelen over het boek Herinneringen uit het verleden. Cf. verder de brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 11 juli 1924.
Op 13 mei 1924 schrijft ook de firma Veen aan Streuvels: Lannoo schrijft mij over een boek van U "Het Verleden". Brief in Letterenhuis, S 935/B2