< | Hit 215 of 2531 | > |
---|
Blachon, Georges (° Castillonnès, 1857-05-12 - ✝ Castillonnès AFrankrijk, 1940-08-13)
Schrijver.
Georges Blachon werd na een loopbaan in de Franse administratie in 1912 tot ontvanger van de belastingen in Rijsel aangesteld. Blachon kwam er in contact met de Frans-Vlaamse regionalist Valentin Bresle. Beiden behoorden tot de stichters van het tijdschrift Mercure de Flandre, waarin Blachon een groot aantal artikelen (onder de pseudoniemen van Cinéas en Sigebert) publiceerde. Hierin legde hij getuigenis af van zijn regionalistische gezindheid. Zijn poging om in Parijs een Vlaams pers- en documentatiecentrum op te richten mislukte. Na de Eerste Wereldoorlog kwam hij ook in contact met Jean-Marie Gantois, Nicolas Bourgeois en Jules Van den Driessche en werkte hij onder andere mee aan Le Lion de Flandre. Blachon was betrokken bij allerlei comités met een regionaal karakter (onder andere Les Amis de Lille). Het bekendst is Blachon als auteur van het manifest Pourquoi j'aime la Flandre, dat in 1926 in een Nederlandse vertaling van Stijn Streuvels verscheen (Waarom ik Vlaanderen liefheb). Het boek is niet alleen een ode aan de Vlamingen (le Nord) in Frankrijk, maar tevens een aanklacht tegen de verwaarlozing van de regio door de Franse overheid. (Frans-Vlaanderen).
Fonteyne, Jules (° Brugge, 1878-07-22 - ✝ Brugge, 1964-08-11)
Tekenaar - schilder.
Nadat Jules Fonteyne in 1897 als primus aan de Brugse Academie afstudeerde, kreeg hij zijn verdere opleiding in Brussel en aan het Hoger Instituut van Antwerpen, waar hij de prijs behaalde voor graveerkunst. Hij reveleerde als grafisch kunstenaar met zijn eenvoudige illustraties voor het Kerstekind van Stijn Streuvels (1910). In oktober 1914 vertrok hij met zijn familie naar Engeland, waar hij onder invloed van de Prerafaëlieten kwam te staan. Na de oorlog keerde hij terug naar België en tekende er veel kerkmeubels voor de opnieuw opgebouwde kerken. In 1920 werd hij als leraar in de toegepaste kunsten aangesteld aan de Academie. In 1924 werd hij er directeur. Fonteyne manifesteerde zich vooral als etser-tekenaar. Van zijn hand zijn talrijke affiches, prentkaarten en portretten (o.a. een aantal potloodtekeningen en een profieltekening in 1912 van Streuvels, van Jozef Dochy, van Karel de Flou,...) bewaard. Hij vervaardigde ex-librissen en illustreerde talrijke boeken, o.a. van Streuvels (Het Glorierijke Licht en Morgenstond, Sint Jan, De Boomen, Vertelsels van Gokkel en Hinkel; De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant).Zijn tekeningen zijn altijd voluit figuratief en af en toe zelfs suggestief. Bij voorkeur heeft hij in zijn tekeningen de volkse mens geportretteerd zoals hij die in het Brugge van zijn tijd kon observeren.