<Resultaat 237 van 2531

>

Waarde Uitgever,
Vergeet niet dat ik bij U mijn honorar[ium] zoo laag mogelijk heb gesteld[1] — een holl[andsch] uitgever zou mij juist het dubbel betaald hebben, en nog wel contant (als Gij er aan twijfelt, kan ik U met gelegenheid het contract van Prutske laten zien)[2] — dit om U te zeggen: dat er aan den vastgestelden prijs, niets meer àf kan; voor alle mogelijke combinaties waarop de betaling zou geschieden, ben ik echter te spreken. Mij dunkt dat de overeengekomen wijze heel goed was?[3] en er geen kwestie bestond van verplichtingen tegenover mij?
Volgens U bestaat er enkel risico voor 't geen betreft het 5de duizendtal der oplaag; kunnen we dus de betaling van dat 5de duizend niet achteruitschuiven zoodat het risico niet meer bestaat? Als wij nu de betaling regelden b[ijvoorbeeld] in 4 stortingen van 2500 fr[anc]s
  • 1. bij het afleveren der kopij;
  • 2. 1. November (bij 't verschijnen);
  • 3. 1. Januari 1925;
  • 4. Na vaststelling van verkoop der eerste 1500 ex[em]pl[aren] in België.[4]
Een ander plan waarmede ik insgelijks akkoord ga, ware: de betaling gelijk Gij ze voorstelt[5] — 2500 de eerste dagen, 6500 bij 't verschijnen, en de overblijvende 1000 fr[ank] na vaststelling van verkoop der eerste 2000 ex[em]pl[aren] in België — ofwel op een vast te stellen termijn, b[ijvoorbeeld] einde 1925, of niet voordat alle risico geweken is.
Mij dunkt dat bij een van deze voorstellen alle bezwaren uit de baan zijn, weet Gij nog iets beters, dat aannemelijk is, leg dan maar voor.
Met Saverijs is het zoover in orde,[6] dat hij onmiddellijk Teirlinck zou vragen naar het adres en de manier waarop de reproductie van zijn schilderstuk voor "Ik Dien"[7] gebeurd is, om dan persoonlijk met deze firma te onderhandelen. Daar kunt Gij dan ofwel het cliché bestellen, ofwel het aantal afdrukken laten maken. Bij de reproductie van het schilderstuk, dat in driekleurdruk de getrouwe weergave van het origineel wordt — zou Saverijs ook nog de titel teekenen, die dan in gewoon zink-cliché[8] zwart moet worden afgedrukt, boven op de bladz[ijde] van den titel. Ik heb hem de maten gegeven en tekst van den titel;[9] terwijl hij nu eerst zijn schilderij afwerkt,[10] kan hij ook den titel teekenen. Ik heb hem ook aangewakkerd om gauw gereed te komen; binnen kort kunt Gij hem nog eens aanporren en naar nieuws vragen. Hij zou U ook den toon[11] aangeven van den omslag.
De wijzigingen aan den titel heb ik op de proef aangegeven:[12] Op de tweede bl[adzijde] zou ik den titel voluit drukken, in dezelfde letter, en juist in 't midden der bl[ad]z[ijde]
Op den binnentitel zou ik wat meer ruimte willen tusschen het woordje "door" en "Stijn Streuvels" 't[ is te zeggen]: de naam van auteur iets lager plaatsen.
Het jaartal onderaan in plaats van boven den naam van uitgever, en de lijntjes weglaten.
Ik vertrek vrijdag middag en zal U onmiddellijk verwittigen van mijne terugkomst, denkelijk rond 25-sten.[13]
Met genegen groet
(handtekening Stijn Streuvels)
Denk er aan de pres[entexemplaren] van Tolstoï te doen doorsturen met den tram Kortrijk-Berchem tot Ingoyghem (spoorwegstatie dus: Kortrijk)

Annotations

[1] Streuvels antwoordt hier op het voorstel dat Lannoo deed in zijn brief aan Streuvels van 2 september 1924 omtrent de betaling van het honorarium voor Herinneringen uit het verleden.
[2] Streuvels' honorarium voor Prutske bedroeg 2500 gulden.
[3] Op 8 augustus 1924 stelde Joris Lannoo aan Streuvels voor de betaling van het honorarium op de volgende wijze te laten geschieden: 2500 fr. in de maand augustus en de rest van het bedrag (7500 fr.) zodra de firma Veen voor zijn deel van Herinneringen uit het verleden betaald had. Streuvels verklaarde zich op 10 augustus akkoord met deze betaalwijze.
[4] In het contract wordt Streuvels' voorstel om in vier delen te betalen letterlijk overgenomen.
[5] zijnde: 2500 fr. in de maand augustus en de rest van het bedrag (7500 fr.) zodra de firma Veen voor zijn deel van Herinneringen uit het verleden betaalde.
[6] Streuvels antwoordt hier op de vraag die Lannoo stelde in zijn brief aan Streuvels van 2 september 1924: Hoe staan de zaken met Saverys?
[7] Herman Teirlinck, Ik dien. Een spel in drie bedrijven ter verheerlijking van Zuster Beatrijs. Antwerpen, L.J. Janssens en zonen, 1924.
[8] Het cliché zelf is een zinken plaatje, waarop de voorstelling in duidelijk hoog reliëf zichtbaar is: de niet-drukkende partijen zijn weggeëtst. Het voor de clichés gebruikte metaal is meestal zink, maar ook koper wordt gebruikt, vooral voor fijn werk en voor clichés waarvan zeer grote oplagen moeten worden gedrukt. Koper is niet zoveel duurder dan zink, maar koperen clichés zijn dat wel, omdat koper de ets-routine voor zink verstoort en de etsing veelal in meer fasen moet geschieden. Zinken clichés zijn normaal gezien 1,75 mm dik, koperen 1,5 mm. H. Van Krimpen, Boek over het maken van boeken, p. 111-112
[9] De afmetingen van Herinneringen uit het verleden bedragen 21,4 x 15,7 cm.
[10] een schilderij van de toren van Lissewege als omslagtekening voor Herinneringen uit het verleden.
[11] toon: tint, schakering; de gezamenlijk in een schilderij gebruikte kleuren en tinten in hun onderlinge verhouding en naar de werking die zij aan dat geheel geven Van Dale, S-Z, p. 3120
[12] De proeven zijn niet bij de brief bewaard gebleven.
[13] Van 5 tot 16 september maakte Stijn Streuvels samen met dr. E. Lauwers Jr. een reis naar Beieren, Nürenberg, Karlsbad, Wenen, Praag en Budapest. L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 79

Register

Naam - persoon

Saverys, Albert (° Deinze, 1886-05-12 - ✝ Petegem-aan-de-Leie, 1964-04-29)

Kunstschilder en aquarellist, vriend van Stijn Streuvels.

Albert Saverys, die vaak in Frankrijk werkte, volgde een opleiding aan de Academie te Gent, o.m. bij J. Delvin en G. Minne. Werkte mee in de drukkerij-uitgeverij De Eikelaar, was daarvoor reeds lange tijd medewerker van de Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene. Hij werd professor aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Zijn vroege werk is pointillistisch, maar hij ging al snel over op een persoonlijke stijl, die gekenmerkt wordt door een vlotte schilderwijze en een eigen koloriet, d.w.z. het effect van de gezamenlijke kleuren van het kunstwerk. Saverys' oeuvre omvat zowel landschappen (voornamelijk van de Leiestreek), stillevens als bloemstukken en straalt een oppervlakkige levensblijheid uit en bereikt door de innemendheid van de onderwerpen en de trefzekere penseelvoering decoratieve effecten.

Teirlinck, Herman (° Sint-Jans-Molenbeek, 1879-02-24 - ✝ Beersel, 1967-02-04)

Pseudoniemen: Hermelijn, Janette en Jan Overheide Nyhuis, Jan en Janette Nyhuis Overheide.

Vlaams dichter, prozaschrijver en toneelman.

Groeide op als zoon van de taal- en letterkundige Isidoor Teirlinck in een vrijzinnig-intellectueel milieu. Herman Teirlinck was beambte bij het stadsbestuur te Brussel (1902-1906), correspondent van Het Handelsblad (Amsterdam) (1906-1911), directeur van een meubelfabriek (1912-1926), leraar aan de 'Academie voor Schone Kunsten' te Antwerpen (1925-1938), leraar (vanaf 1928) aan en directeur (1938-1951) van de 'Nationale Hogere School voor Bouw- en Sierkunsten' te Brussel. In 1946 stichtte hij de studio van het 'Nationaal Toneel' van België (sinds 1967: 'Hoger Instituut voor Dramatische Kunst - Studio H. Teirlinck'). Hij was privaat-raadsheer inzake kunst en wetenschap van koning Albert I (1933) en Leopold III (1934-1951). Verschillende universiteiten verleenden hem eredoctoraten. Teirlinck werkte sinds 1898 mee aan Van Nu en Straks. Na een verzenbundel publiceerde hij fijnzinnige dorpsverhalen en impressionistische schetsen (Zon, 1906) die een zeer eigen toon aansloegen. Daarna volgden toneelwerk en romans in een veelheid van stijlen en stromingen (dilettantisme, expressionisme, vitalisme). In zijn werk zijn duidelijk drie hoogtepunten te onderkennen, gescheiden door telkens een kleine tien jaar zwijgen: eerst het jeugdwerk tot zijn dertigste jaar, met als hoogtepunt Mijnheer J.B. Serjanszoon, orator didacticus (1908); dan de jaren twintig met velerlei expressionistische toneelexperimenten; ten slotte vanaf 1940 het vitale ouderdomsproza, waaronder zijn meesterwerk Het gevecht met de engel (1952).

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Prutske (1922). [bio]
[Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1922], 231 + [I] p., 21,5 x 15,8 cm.
Extra info:
Colofon: 'Van deze uitgave werden vijf en twintig exemplaren gedrukt op Hollandsch papier en genummerd van 1 tot 25.'
Inhoud:
  • 1. In den dop
  • 2. Op den drempel der wereld-halle
  • 3. Het poppengezin
  • 4. Het dagelijksch bedrijf
  • 5. Het winterhalfjaar
  • 6. De twee geitjes
  • 7. Het zomerhalfjaar
  • 8. Het ontwikkelen der persoonlijkheid
  • 9. Afscheid
Streuvels, Stijn, Prutske (1922).
Voorpublicatie
  • In den dop, in: De Gids, 1920, december, jg. 84, nr. 12, p. 335-349.
  • Op den drempel der wereld-halle, in: De Stem, 1922, april, jg. 2, p. 362-374.
  • Het poppengezin, in: De Stem, 1922, mei, jg. 2, p. 385-416.
  • Het dagelijksch bedrijf, in: De Beiaard, 1922, dl. II, september, jg. 7, p. 161-176.
  • Het winterhalfjaar, in: Vlaamsche Arbeid, 1922, Nieuwe Reeks, oktober, jg. 17, p. 364-384.
  • De twee geitjes, in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 32 (1922), deel 64, p. 173-188 (september) onder de titel: 'Prutske en de geitjes'.
  • Het zomerhalfjaar, in: De Stem, 1922, november, jg. 2, p. 980-1012.
  • Het ontwikkelen der persoonlijkheid, in: De Stem, 1922, oktober, jg. 2, p. 885-914.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1922], 231 + [I] p., 21,5 x 15,8 cm.
  • [Tweede druk], titeluitgave van eerste druk, Amsterdam, L.J. Veen; Kortrijk, Zonnewende, [1929], 231 + [I] p., 21,5 x 15,8 cm.
  • [Derde druk] = Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1930], 269 + [III] p., 28,5 x 23,7 cm.
  • [Vierde druk], [1941], in: Stijn Streuvels' Werken. Deel II, Kortrijk, Zonnewende, p. 349-649.
  • [Vijfde druk], Tielt-Antwerpen, J. Lannoo, Standaard-Boekhandel, 1945, 227 + [I] p., 17,3 x 13 cm.
  • [Zesde druk], [1948], In: Stijn Streuvels' Verzamelde Werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 263-487.
  • [Zevende druk], [1953], In: Streuvels' Volledige werken. Deel VII., Kortrijk, 't Leieschip, p. 179-428.
  • Achtste druk, [1957], [Brugge], Desclée De Brouwer, 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Negende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1961], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Tiende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1962], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Elfde druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1966], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Twaalfde druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1967], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Dertiende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Nijmegen - Brugge], Orion, Desclée De Brouwer, [1971], 262 + [II] p., 18,5 cm x 12,7 cm.
  • [Veertiende druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 127-335.
  • [Zestiende druk] = eerste druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1986], 234 + [VI] p., 20,5 x 12,5 cm.
Tolstoi, Lev, Vertellingen van Tolstoï (1902). Vertaald door: Streuvels, Stijn. [vertaling]
[Tweede druk], Thielt, J. Lannoo, 1924, 149 + [III] p., 20,7 x 16 cm, Streuvels' Volksboeken.
Tolstoi, Lev, Vertellingen van Tolstoï (1902). Vertaald door: Streuvels, Stijn.
Druk
  • [Eerste druk], Maldeghem, Victor Delille, 1902, 219 + [III] p., 17,3 x 13,2 cm, Duimpjesuitgave, 30e boekdeel.
  • [Tweede druk], Thielt, J. Lannoo, 1924, 149 + [III] p., 20,7 x 16 cm, Streuvels' Volksboeken.
  • [Tweede druk], Amsterdam, Uitgave L.J. Veen, [1925], 149 + [III] p., 20,7 x 16 cm, Streuvels' Volksboeken.
Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924). [bio]
[Eerste druk], Thielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, 1924, 280 + [VIII] p., 21,4 x 15,7 cm.
Extra info:
Colofon: 'De omslagteekening is van Alb. Saverys. Van deze uitgaaf werden 25 exemplaren getrokken op Hollandsch papier, genummerd van 1 tot 25.'
Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924).
Druk
Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924). [bio]
[Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1924], 280 + [VIII] p., 21,4 x 15,7 cm.
Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924).
Druk