FRANK·LATEUR
25 Nov[ember] '24
Waarde uitgever —
Pres[entexemplaren] in orde ontvangen[1] — er zullen er nu 50 zijn. — Ben gister bij den binder geweest, die mij beloofde in een paar dagen een modelband gereed te hebben [-] dien zou hij aan mij sturen[2] — en de gecartonneerde aan uw adres.[3] We zullen dus zien. Als 't niet bevalt met den band, ga ik eens tot bij Eggermont. Over Gezelle-uitgaaf & Kleinen Hertog zal ik aan Veen schrijven,[4] doch vrees dat ik daar in de volle S[in]t Klaas-drukte, nu zoo gauw geen afdoende bescheid zal krijgen.[5]
Met genegen
Groet
Groet
(paraaf Stijn Streuvels)
VICHTE
25.XI.1924
Den heer Joris
Lannoo
Uitgever Ypersche Str[aat] 22
Thielt
Lannoo
Uitgever Ypersche Str[aat] 22
Thielt
Annotations
[1]
Cf. de vraag van Joris Lannoo in zijn briefkaart aan Streuvels van 20 november 1924.
[2]
In zijn brief aan Joris Lannoo van 7 december 1924 meldt Streuvels de ontvangst van het boek [Herinneringen uit het verleden] in modelband van Pavot.
[3]
In zijn brief aan Stijn Streuvels van 9 december 1924 meldt Lannoo dat hij nog niets heeft ontvangen van de Kortrijkse binder Pavot.
[4]
In zijn brief aan Stijn Streuvels van 20 november 1924 stelde Lannoo voor, aangezien Van den kleenen hertog van Guido Gezelle uitgeput was, om door te werken aan de uitgave der volledige Dicht- en Prozawerken van G. Gezelle.
[5]
In zijn brief aan Joris Lannoo van 7 december 1924 geeft Streuvels het antwoord van de Amsterdamse uitgeverij Veen mee.
