<Resultaat 273 van 2531

>

FRANK·LATEUR
Waarde Uitgever,
Met mijn beste wenschen voor 't komend jaar — veel verkoop en schoone boeken! — tevens bericht van goede ontvangst — bedrag 2500 fr[ank] als derde storting honor[arium] Herin[neringen] Verleden.[1] 't Is te hopen voor U en voor mij, dat de 4de storting gauw komen mag![2]
Wat Gezelle-uitgaaf betreft,[3] zitten we nog altijd te ploeteren en komen er alle soort [2]verwikkelingen: met den uitgever[4] moeten de zaken sedert 't afsterven van Veen nog klaargetrokken worden en alle contracten hernieuwd.[5] 2e Oneenigheid onder de familie zelf! En ik sta er als zaakvoerder tusschen![6]
Mijn princiep is: Gezelle hier te lande aan een schappelijken prijs in den handel te brengen. Nu sta ik voor eene zaak: n[ame]l[ijk] zou ik den heelen voorraad van Kerkhofbl[ommen][7] afkoopen [3]— een 1000 Ex[em]pl[aren] à 1 g[u]ld[en] om ze van de markt te krijgen en zoo vroeg mogelijk een nieuwe Ed[itie][8] te beginnen. Ziet gij met dat koopje iets te doen, dan sta ik de ex[em]pl[aren] u af, aan den mij kostenden prijs, maar met een verplichting ze met de minst mogelijke winst, in den handel te brengen en de verbintenis een overeengekomen verkoopprijs vast te stellen.
Daar is nog tijd voor, want de zaak met Veen is nog niet opgelost.
[4]
Met genegen groet
Uw
(handtekening Stijn Streuvels)
Afrika blijft op 't reisprogramma? Ik heb nog een reisgezel aangeworven.[9]
P[ostscriptum] Maandag toek[omende] ga ik bij den nieuwen binder[10] de zaak der luxe-banden bespreken en zend u dan aanstonds bericht.[11]

Annotations

[1] Cf. betalingswijze voor Herinneringen uit het verleden, door Streuvels uiteengezet in zijn brief aan Joris Lannoo van 3 september 1924. De eerste storting gebeurde rond 2 september 1924, het tweede deel honorarium werd per check betaald op 27 oktober 1924. Hier gaat het dus om de derde storting.
[2] Cf. antwoord van Joris Lannoo op 3 januari 1925. In zijn brief aan Joris Lannoo, geschreven op 24 december 1925, zou Streuvels naar de vierde storting vragen.
[3] In zijn brief aan Stijn Streuvels van 20 november 1924 stelde Lannoo voor, aangezien Van den kleenen hertog van Guido Gezelle uitgeput was, om door te werken aan de uitgave der volledige Dicht- en Prozawerken van G. Gezelle. Streuvels contacteerde de firma Veen op 3 december 1924. (Deze brief vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.) De Amsterdamse uitgeverij antwoordde op 5 december.
In 1925 werd van start gegaan met de uitgave van Guido Gezelle's Dichtwerken. Dit was een heruitgave van het volledige werk van Gezelle, in 10 delen, ter ere van de vijfentwintigste verjaardag van diens dood.
  • In juli 1925 verschenen:
    • 1. Dichtoefeningen. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 2. Kerkhofblommen. Zestiende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
  • in augustus 1925 verschenen:
    • 3. Gedichten, gezangen, gebeden en kleengedichtjes. Zevende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 4. Liederen, eerdichten en reliqua. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 5 en 6. Tijdkrans. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]. 2 boekdelen
  • in september 1925 verschenen: 7 en 8. Rijmsnoer. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, 1925. 2 boekdelen
  • in oktober 1925 verschenen:
    • 9. Hiawadha's lied. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 10. Laatste verzen. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
Deze uitgave was een samenwerking tussen Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo in Tielt en Uitgeverij L.J. Veen in Amsterdam.
Vanaf eind 1925 zou er ook een nieuwe uitgave verschijnen van Gezelles verzamelde prozawerken, maar niet bij Lannoo. De bibliografische gegevens van deze nieuwe uitgave zijn: Guido Gezelle's prozawerken. [I-IV]. Wetteren, J. De Meester en Zonen, 1925-1927. 4 delen.
  • 1. De ring van 't Kerkelijk jaar. Ingeleid door A. Walgrave. Tweede vermeerderde uitgave, 1925
  • 2. De doolaards in Egypten. Naar het Engelsch van J.M. Neale. Negende uitgave van misdruk, schuimwoorden en ondietsche wendingen, eene tweede maal nauwkeurig gezuiverd door den schrijver. 1927
  • 3. Van den kleenen hertog. Naar het Engelsch [van J.M.Yonge]. Zesde uitgave. 1926
  • 4. Uitstap in de warande. Zesde uitgave, 1927
E. De Bom, Guido Gezelle Bibliographie, 1930, p. 4-5
De woordvoerder van de firma Veen, A.P. Abramsz, schreef hierover op 2 januari 1925 aan Streuvels: VOLLEDIGE GEZELLE. Prachtig idée. Wanneer Lannoo een GOEDE uitgave kan verzorgen, zal ik gaarne mijn aandeel voor Nederland nemen. Of omgekeerd: in Nederland verzorgen en aan Lannoo de exploitatie voor België afstaan. Maar wilde U die schuiven tusschen nu en die voorbereid wordt — waarover U in Brugge sprak — en waaraan Walgrave e.a. zouden meewerken? Dus thans een gewone herdruk van de bestaande 14 deelen en proza???? Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[4] Streuvels kreeg in de zomer van 1923 al moeilijkheden met de Amsterdamse firma Veen. Lannoo zou snel in die moeilijkheden delen, want ze hadden betrekking op Gezelles werken en op de vraag wie precies de rechten op de uitgave en exploitatie ervan had. Streuvels en Lannoo wilden 25 jaar na de dood van de grote dichter een Nederlands-Vlaamse editie brengen. Deze aangelegenheid waarin Streuvels stug zijn stellingen verdedigde, werd een kluif voor juristen. In januari 1925 sloot Streuvels de eerste onderhandelingsfase af met een toelating voor een schooluitgave van Kerkhofblommen. Een maand later liet hij aan Tielt de prijzen en de voorwaarden voor een volledig tiendelig dichtwerk opsturen. Een ander voorbeeld van dit 'ploeteren' vinden we in de brieven van Abramsz aan Streuvels (brieven in Letterenhuis, S 935/B2/Veen). Op 27 december 1924 schreef Abramsz: 1e contract Gezelle uitgave, waarvan bij U de copie gestolen is, heb ik nooit onder de oogen gehad en waar ik momenteel alles overhoop haal over G.G., om U oplagen cijfers en honoraria op te geven, had ik dit zeker tegen moeten komen; 't is echter niet gevonden.
[5] Na de dood van Lambertus Jacobus Veen in 1919 moesten alle contracten hernieuwd worden. Ook dat stelde problemen voor de geplande nieuwe Gezelle-uitgave. Abramsz schreef op 12 december 1924 aan Streuvels: Ik wil U gaarne ALLES van Gezelle, wat op 31 Dec. a.s. voorhanden is, opgeven, maar wat de door wijlen den Heer Veen zelf afgesproken en gecontracteerde uitgaven betreft, om die alle overhoop te halen, dat is geen kleinigheid en m.i. niet juist. (...) Komt er ook verandering in het behandelen van aanvragen voor overname van gedichten van Guido Gezelle, dat ik tot nogtoe altijd deed of wil ik alle aanvragen doorzenden of naar u verwijzen? Hopende, dat de komende regeling door nieuwe contracten ALLE lastige dingen zal vermijden, en ook de door U op te geven en door mij te volgen gedragslijn inzake nieuwe uitgaven van Caesar Gezelle over Guido Gezelle hiertoe mag meewerken. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[6] De erven-Gezelle hadden Streuvels als hun hoofd en woordvoerder aangeduid. Streuvels trad dus op als bemiddelaar tussen de erven en de uitgevers, en zorgde in die hoedanigheid voor de uitgave van Gezelles ongeveer 2500 nagelaten gedichten, die voortaan in zijn bezit waren. De publicatierechten waren natuurlijk een welkome aanvulling op zijn persoonlijke inkomsten als schrijver, maar daarnaast was Streuvels wel verantwoording verschuldigd tegenover de erven, wat af en toe tot strubbelingen met de uitgevers leidde.
[7] Bedoeld wordt: Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Veertiende uitgave. Met voorwoord van Caesar Gezelle. Amsterdam, L.J. Veen, s.d. [1922], die Streuvels van Veen zou willen afkopen. Streuvels wilde nl. zo snel mogelijk de vijftiende (een schooluitgave) en zestiende druk (in het kader van Guido Gezelle's Dichtwerken) op de markt brengen.
Abramsz schreef hierover op 2 januari 1925 aan Streuvels: KERKHOFBLOMMEN. Ik ben reeds bezig tegen sterk verminderden prijs naar België te leveren en zond juist weer 250 ex. naar Smeding. Ik ga er mee door en als ik uitgeput ben, waarschuw ik direct om in overleg met U en Lannoo een nieuwen druk te geven, desnoods in België te drukken. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[8] Hier kan Streuvels ofwel Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Met voorwoord van Caesar Gezelle. Vijftiende druk. Schooluitgave. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925] ofwel Guido Gezelle, Guido Gezelle's Dichtwerken. 1. Kerkhofblommen. Zestiende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925] in gedachten gehad hebben.
Pas op 19 januari 1925 wordt er voor het eerst gesproken over 'eene speciale uitgaaf voor schoolgebruik van Kerkhofblommen', dus is het waarschijnlijker dat Streuvels hier nog een 'gewone' uitgave in gedachten had, in het kader van de uitgave van Gezelles volledige werken.
[9] Blijkbaar had Streuvels de intentie om in 1925 — al dan niet samen met Lannoo, dat is niet duidelijk — naar Afrika te reizen. Uit Lannoos brief aan Streuvels van 3 januari 1925 blijkt dat hij naar Algerije wilde reizen, waar Joris Lannoo drie jaar eerder (op 10 augustus 1922) met Maria De Tavernier getrouwd was. Het oorspronkelijke plan was dat Streuvels bij Lannoos schoonbroers Gerard en Maurits De Tavernier zou verblijven, maar daar zou slechts logement voor 2 personen zijn, dus niet voor Streuvels' nieuwe reisgezel.
De reis komt ook ter sprake in de correspondentie met de firma Veen (Letterenhuis, S 935/B2/Veen). In een brief van 26 maart 1925 aan Streuvels lezen we: Maakt U vooraf nog veranderingen in de kopy en wenscht U het vóór Uw Afrikaansche reis nog afgezet te hebben om de correctie? [...] Wat zoekt U het ver ditmaal. Verleden jaar Noorwegen, thans Afrika. En in 1926????; op 12 mei luidde het: Als U het voor de pers hebt gereed gemaakt, is het voor U af vóór Uw reis en heb ik verder geen haast.; op 22 september: dat het mij onmogelijk is vóór Uw vertrek geheel opgemaakte stalen van band en omslag te zenden.; en op 7 december: Dat ik aan "Vlaschaard" al begon en dit werk spoedig afmaakte was op Uw verzoek om vóór Uw reis alles klaar te hebben.
Streuvels moet dus tussen 22 september en 7 december 1925 op reis zijn gegaan, maar wanneer precies is niet te achterhalen. Of Streuvels inderdaad naar Afrika is gegaan, valt bovendien niet met zekerheid te zeggen. Speliers schrijft namelijk dat Streuvels omstreeks half oktober 1925 met zijn Kortrijkse 'bootvrienden' Jozef De Coene, Arthur Deleu en Albert Saverys — de drie schilders waarmee Streuvels in 1924 zijn reis op de Vlaamse binnenwateren had ondernomen — naar Noord-Frankrijk is gereisd. H. Speliers, Dag Streuvels, p. 508 Ook Schepens schrijft dat de geplande Congoreis nooit is doorgegaan, wat het vermoeden dat Streuvels elders heengetrokken is, versterkt. L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 83
We hebben niet kunnen achterhalen wie Streuvels als 'reisgezel' op het oog had.
[10] Vanneste uit Kortrijk
[11] Cf. hiervoor verder de brief van Streuvels aan Lannoo van 6 Januari 1925.

Register

Naam - persoon

Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)

Priester-dichter en leraar.

Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester, dichter, taalkundige en journalist. Zijn zus Louise Gezelle (1834 1909 was de moeder van Stijn Streuvels, die bijgevolg een neef was van Guido Gezelle.

Veen, Lodewijk Jacobus (° 1863-01-07 - ✝ 1919-09-20)

Nederlandse uitgever.

Naam - uitgever

L.J. Veen

Nederlandse uitgeverij die in 1887 door Lambertus Jacobus Veen was opgericht. De firma maakte naam door werk te publiceren van o.a. Louis Couperus en Stijn Streuvels.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924). [bio]
[Eerste druk], Thielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, 1924, 280 + [VIII] p., 21,4 x 15,7 cm.
Extra info:
Colofon: 'De omslagteekening is van Alb. Saverys. Van deze uitgaaf werden 25 exemplaren getrokken op Hollandsch papier, genummerd van 1 tot 25.'
Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924).
Druk