Ingoyghem den 15 Januari, '25
Waarde Uitgever,
Ja, de losse vellen van
Herinneringen mogen aan den binder gestuurd worden: Den Heer
Vanneste, boekbinder,
Veldstr[aat] Kortrijk.
[1] Gij zult echter moeten opgeven: hoeveel
vol[umes] in halflederen band
[2] en hoeveel in geheel lederen band,— en erbij voegen: naar 't model dat hij aan mij heeft afgeleverd.
[3] Ik zal hem dan nog wel gaan vinden.
Ik geloof wel dat wij er toe komen eene speciale uitgaaf voor schoolgebruik van Kerkhofblommen te maken, en dit uitsluitend voor België.
[4] Kunt Gij niet informeeren, bij bevoegde overheid,
[5] "hoe" er die uitgaaf moet zijn om aangenomen te worden? Ik wil zeggen 1) materieel,
[6] voor wat vorm en fatsoen,
[7] formaat,
enz[ovoort] betreft, en
[2)] inwendig:
[8] inhoud, tekst, voorwoord, uitleg,
enz[ovoort] —
heeft men aan het ééne groote stuk[9] genoeg, zonder de andere zielgedichtjes,[10] of niet? (dan wordt het een heel klein boekje, dat inderdaad heel goedkoop zou kunnen geleverd worden).[11] Bij
De Groeve te Leuven heb ik onlangs zulke schoolboekjes in handen gehad, die er heel goed uitzagen,— de titels zijn mij ontgaan — kunt Gij dààr eens navragen,— het zou goed zijn konden wij zulk een boekje als model nemen. Laat eens weten hoe Gij er over denkt en bij wie wij moeten te rade gaan.
Hoogachtend
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Dit als antwoord op Lannoos vraag in zijn briefkaart aan Streuvels van
12 januari 1925.
[2]
halflederen band: een boekband waarbij rug en hoeken doorgaans uit dezelfde stof bestaan, terwijl er voor de platstukken materiaal van mindere kwaliteit gebruikt wordt
Geïllustreerd handwoordenboek voor de grafische vakken, p. 106-107
[3]
Op
2 januari 1925 schreef Streuvels aan Lannoo dat hij de eerstkomende maandag de zaak der luxe-banden zou gaan bespreken met de nieuwe binder, Vanneste. Daar zijn ze het blijkbaar eens geworden over een bepaald model, dat Vanneste nu dient te volgen.
[4]
Dit resulteerde in: Guido Gezelle,
Kerkhofblommen. Met voorwoord van Caesar Gezelle. Vijftiende druk. Schooluitgave. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925].
In tegenstelling tot de zestiende uitgave van Kerkhofblommen, in het kader van de uitgave van Guido Gezelle's Dichtwerken, zou de schooluitgave enkel op de Belgische markt komen.
[5]
Het ministerie voor Binnenlandse Zaken en Openbaar Onderwijs.
[6]
voor wat betreft de fysische en technische aspecten van het boek; het boek als materieel object.
[7]
fatsoen: vorm, model
Van Dale, A-I, p. 947
[8]
voor wat betreft het boek als drager van een bepaalde tekstuele, literaire inhoud.
[9]
De oorspronkelijke bundel
Kerkhofblommen bestaat uit verschillende delen, te weten 'Kerkhofblommen' zelf, 'Bezoek bij 't graf', 'Nog eens', 'Jaargetijde', 'Het Kruis', 'Uit het Italiaansch', 'R.I.P.', 'Het kindeke van de dood', 'Gouden Roozen', 'Zielgedichtjes' en vanaf 1888 ook 'Aanteekeningen'. Met 'het ééne groote stuk' wordt 'Kerkhofblommen' bedoeld, al dan niet samen met 'Bezoek bij 't graf' en 'Het kindeke van de dood'.
Cf. ook brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van
20 januari 1925, waar naar dit grote stuk wordt verwezen als 'het groote stuk der Begrafenis'. Aangezien dit grote stuk echter gesteld wordt tegenover de 'andere zielgedichtjes' kan het ook zijn dat 'Nog eens', 'Jaargetijde', 'Het Kruis', 'Uit het Italiaansch', 'R.I.P.' en 'Gouden Roozen' ook tot dit grote stuk worden gerekend. Deze deeltjes hebben de uiteindelijke schooluitgave van 1925 echter niet gehaald.
[10]
De 'Zielgedichtjes' vormen een apart onderdeel van de bundel
Kerkhofblommen. Oorspronkelijk heeft Gezelle 162 van deze zielgedichtjes geschreven, in 'Latere zielgedichtjes' heeft hij hun aantal uitgebreid tot 193. In de 'Aanteekeningen' schrijft Gezelle zelf over deze zielgedichtjes:
De bovenstaande zielgedichtjes, op twee of drie naar, wierden gedrukt op doodbeeldekens, en uitgedeeld in de kerke, ter nagedachtenisse van gekende overledenen. Gezelle heeft ze niet zelf geschreven, hij heeft ze enkel verzameld en samengebracht in zijn
Kerkhofblommen. Met voorwoord van Caesar Gezelle. Achtste druk.
Schooluitgave. Amsterdam, L.J. Veen, s.d. [1906], p. 166.
[11]
De schooluitgave van Kerkhofblommen uit 1925 (de vijftiende druk dus) bevat enkel de delen 'Kerkhofblommen', 'Bezoek bij 't graf' en 'Het kindeke van de dood'. 'Kerkhofblommen' telt 26 pagina's, 'Bezoek bij 't graf' 3, 'Het kindeke van de dood' 6.