Ingoyghem 5 Maart 1925
Waarde Uitgever,
Het boekje heb ik in goede orde ontvangen.
[1] Het ziet er ordentelijk uit, maar ik bemerk dat er zooveel letters onder de lijn vallen! Dàt zal geene aanbeveling zijn voor het drukken van de uitgaaf der 1/10 deelen bij
Veen!
[2] Enfin, Gij moet het weten.
Hierbij doe ik een dubbel concept-contract[3] volgens onze afspraak: 3000 ex[em]pl[aren] à 0.30 fr. honorar[ium][4] Basis der uitgaven Volksboeken, die 0.50[5] beliepen per 5000 ex[em]pl[aren], en 100 pres[entexemplaren] Gelief van die 100 pres[entexemplaren] er 10 te zenden aan den heer C[a]es[ar] Gezelle te Ieper, de andere 90 aan mijn adres. Indien er aan het akkoord iets hapert, dan hoor ik het wel.
Ik hoop nu maar dat het met Uw akkoord voor de 1/10 deelen
[6] goed afloopt, en ik gauw den uitslag verneem. Hoe het ook gaat, zou ik gaarn op
[de] hoogte gebracht worden eer er iets gedaan of begonnen wordt.
[7]
Wat
Björnson betreft, mogen wij op
Fonteyne niet rekenen,
[8]— hij kan het beslist niet aannemen om te teekenen. Daarom zult gij onverlet op een ander moeten uitgaan, en mij melden wààr ik de copie moet zenden.
[9] Daar het ding in Noorwegen speelt, zal er met het "couleur locale" rekening moeten gehouden worden.
Ik ben Maandag bij den binder geweest, en hij is met zijne banden bijna klaar.
[10] Ik hoorde dat Gij hem 10
ex[em]pl[aren] te binden gezonden hebt — de helft in vollederen band, en de helft in half-lederen band. Nu weet ik nog altijd niet: wàt Gij van die 10
ex[em]pl[aren] voor U of Uwe klanten wilt voorbehouden, en wàt er voor mij bestemd is.
[11] Voor mijn part heb ik met een paar vollederen banden genoeg, de overigen mogen in halfleder gebonden worden. Gij zult dus onverwijld aan den binder moeten schrijven: wàt hij van het gebondene aan U, en wàt hij aan mij moet zenden,— dit om geen dubbel verzenden te moeten doen.
In afwachting van verder nieuws
hartelijk gegroet
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Lannoo had Streuvels een gedrukt exemplaar van de vijftiende uitgave van Kerkhofblommen gezonden. Cf. briefkaart van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van
4 maart 1925.
[3]
Het concept-contract is niet bewaard gebleven in de geraadpleegde archieven.
[4]
Streuvels schrijft '0.30 ct.', maar bedoelt 30 centiemen of 0.30 frank.
[6]
Het akkoord dat Lannoo trachtte uit te werken met de Amsterdamse firma Veen omtrent het drukken van alle exemplaren van de tien delen van de
Gezelle-uitgave.
[8]
Op
22 februari 1925 stelde Streuvels voor
Een vroolijke knaap door Jules Fonteyne te laten illustreren; op
24 februari vroeg Lannoo of Streuvels de onderhandelingen met Fonteyne kon voeren. Fonteyne moet Streuvels ondertussen een negatief antwoord gegeven hebben.
[9]
Die andere tekenaar zal Joz zijn.
[10]
Vanneste te Kortrijk, die
Herinneringen uit het verleden zou binden. Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van
22 februari 1925 en
retourbrief van Joris Lannoo.