Ingoyghem den 20 Mei, '25
Waarde Uitgever,
Ik geloof dat Gij de moeilijkheden met de
Gezelle-uitgaaf wat overdrijft;
[1] het geldt hier een werk bij inschrijving, en dààrom niet noodzakelijk dat de 10 deelen ineens afgeleverd worden;— zelfs voor de prijsuitdeelingen ware zulks geen bezwaar: wie den prijs toegekend is, krijgt de ontbrekende deelen nagestuurd. Ten andere: eens dat het papier er is, zal het drukken wel vlot gaan bij
Thieme.
[2]
Wat "
De Vroolijke Knaap" betreft,
[3] die
Hollandsche uitgaaf (waarvan Gij een
ex[em]pl[aar] bij U hebt) is eigenlijk een overdruk geweest voor een soort Volkslectuur; de toelating en de afspraak ging langs de firma
Veen, zonder mijne persoonlijke tusschenkomst. Toen er kwestie was van
mijne uitgaaf, heb ik daarover aan
Veen geschreven, en als antwoord gekregen: dat er hoegenaamd geen rechten waren afgestaan,
[4] en ik gerust eene nieuwe uitgaaf kon beginnen. Uit den brief van de firma
Veen dien Gij mij te lezen stuurt,
[5] veronderstel ik dat zij daar een aantal van
bedoelde uitgaaf hebben aangekocht, en die eerst uit de voeten willen maken. Anders begrijp ik er niets van, want die uitgave waartoe ik indertijd vergunning heb gegeven, (zonder afstand van gelijk welke rechten) werd niet door de firma
Veen geëxploiteerd,— stond er geheel buiten. Ik zou nu maar voortdoen, met gelegenheid zal ik die zaak wel eens onderzoeken, en U berichten wàt er kan gedaan worden.
Het omslag voor de
Gezelle-uitgaaf is goed.
[6]
De teekening van
Joz insgelijks,—
[7] ik stuurde ze U gister terug. Het is niet noodig dat hij àlle teekeningen zoo van dichtbij gezien illustreert,— er mogen er ook wel bij zijn: uit de verte gezien, met de figuren kleiner, om alzoo meer het karakter van het landschap te doen uitkomen. Vooral acht geven op het nationaal karakter
[8] van woningenbouw en kleerdracht.
Ik ben het geheel met den teekenaar eens,
[9] en ik heb er zelf ook altijd naar getracht: om voor elk boek eene eigene manier van illustratie te hebben, en wel in overeenstemming met den aard van het boek; als uniformiteit in mijne serie "
Volksboeken" bedoel ik enkel: gelijkheid van formaat
[10] en schikking der teekeningen in den tekst. Alzoo is de illustratie van
Genoveva meer middeleeuwsch opgevat, en die der "
Vertelsels" meer in den sprookjesvorm, en in den aard van kinderboeken.
Wat de kwestie van
het aangekondigd nieuw werk betreft, is die "aankondiging" buiten mijn weten en tegen mijn wil gebeurd, door eene onbescheidenheid van
Willem Putman,
[11] die ook al journalisten-zeden schijnt aangeleerd te hebben in Brussel!
[12] Ik moet U zeggen dat
Veen er onmiddellijk bij is geweest met een aanbod.
[13] Ik heb echter nog niets toegezegd, want 1) het boek is nog ver van... geschreven, moet nu bepaald tot aanstaanden winter blijven liggen, omdat ik nu ander werk heb, en 2) ik nooit over iets praat eer het ding àf is en klaar ligt. In princiep denk ik aan eene combinatie
Veen-
Lannoo ofwel
Lannoo-
Veen.
Er komt nog bij dat Thieme[14] voor mij speciaal een nieuwe letter heeft aangekocht: n[ame]l[ijk] de Garamond-type,[15] die mij onder alle opzichten uitstekend voorkomt en waarmede de Fransche Luxe-uitgaven van "
Le Livre Français"
[16] gedrukt zijn. Met gelegenheid zal ik U eens zulk een boek laten zien: het is een wonder van boekdrukkunst, onder alle opzichten.
Met genegen groet
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[2]
Op 12 mei 1925 schreef Abramsz aan Streuvels:
Of men met Gezelle al begonnen is? Er zijn zelfs al een paar deelen zoo voor het afdrukken gereed, als het papier komt: Lannoo kan rekenen op eenige deelen op den aangegeven tijd en daarna met bekwamen spoed de rest. Alles zooals afgesproken. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[4]
Aan de Nutsuitgeverij te Zaltbommel. Op 23 april 1909 sloten de firma Veen en Streuvels een officieel contract af dat aan de auteur een blijvend auteursrecht over zijn werken toekende.
H. Speliers, Dag Streuvels, p. 325
[7]
Lannoo had bij zijn brief aan Streuvels van
18 mei 1925 de eerste tekening van Joz voor
Een vroolijke knaap gevoegd.
[8]
Namelijk de Noorse context waarin het verhaal van
Een vroolijke knaap zich afspeelt.
[9]
Voor Joz' voorstel, cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van
8 mei 1925.
[10]
Het formaat van de
Volksboeken is om en bij de 21 x 16 cm.
[11]
Cf. Lannoos opmerking in zijn brief aan Streuvels van
18 mei 1925. In Streuvels' brief aan Lannoo van
11 maart 1925 werd deze kwestie al aangekaart.
[12]
Willem Putman werkte van 1922 tot 1926 als vertaler bij het ministerie van justitie.
[14]
De drukker van de firma Veen.
[15]
Garamond/Garamont is een lettertype op 9 punten, genoemd naar de Franse stempelsnijder en lettergieter Claude Garamont (1480-1561). De Garamontletter behoorde sedert 1920 tot het vaste bestand van letterproducenten en drukkerijen.
Geïllustreerd handwoordenboek voor de grafische vakken, p. 87 en 89-90
De teleurgang van den Waterhoek zou inderdaad uit de Garamond-letter gezet worden.
[16]
Le Livre français des origines à la fin du second empire, par Henry Martin, André Blum, Ch. Mortet, Mlle J. Duportal, Louis Réau, Frantz Calot, Amédée Boinet et le Comte Durrieu. Exposition du Pavillon de Marsan, avril 1923. Paris - Bruxelles, G. Van Oest et Cie, 1924. (30 x 23 cm), pll. X - 185 p. (300 fr. français). Il a été tiré à part de cet ouvrage 20 exemplaires sur papier de Madagascar Lafuma-Navarre, numérotés de 1 à 20, hors commerce.
Bibliographie de Belgique, 1924