Ingoyghem den 20 Februari '26
Waarde Uitgever,
Zaterdag-middag nog altijd geen pak ontvangen! (Als mijn zonden mij zoo leed waren, als dat het mij spijt die zending niet rechtstreeks uit Amsterdam te hebben doen geschieden!)[1] Nu kan het me niet meer schelen "wanneer" het aankomt — de boel is toch verbrod.
Waarom bestelt Gij het omslagpapier voor Vlaschaard niet in Holland? Het eenvoudigste ware toch geweest een aantal omslagen te laten overdrukken?[2]
Indien Gij wilt dat ik proeven nazie (Blachon)[3] moet er de copie bij zijn; anders gaat het niet.
Over die bestelling van den Staat, zal ik met gelegenheid eens mijn man aanspreken.[4] Met dien "Werkman"[5] is er geen haast bij — die kan wachten.
Hoogachtend
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Lannoo had de alleenverkoop voor Vlaanderen van De vlaschaard op zich genomen. Op 22 januari 1926 informeerde Stijn Streuvels naar zijn deel van de present-exemplaren. Lannoo antwoordde diezelfde dag nog dat de presentexemplaren, die eerst naar Lannoo verzonden waren, sedert ca. 3 weken in aantocht waren. Het pak boeken werd eerst in Gent bij de douane opgehouden, en nu ze doorgezonden werden naar Streuvels lieten ze weer op zich wachten.
[2]
Cf. Streuvels' opmerking over de omslag op 16 februari 1926 en Lannoos antwoord op 18 februari 1926.
[3]
Cf. Lannoos vraag in zijn brief aan Streuvels van 18 februari 1926.
[4]
Cf. Lannoos mededeling in zijn brief aan Streuvels van 18 februari 1926. Met 'mijn man' is waarschijnlijk Camille Huysmans bedoeld.
[5]
In zijn brief van 24 december 1925 vermeldde Stijn Streuvels voor het eerst zijn plan om een nieuw boek uit te geven met drie novellen (De werkman, Kerstmis in Niemandsland en Het leven en de dood in den ast) onder de titel Werkvolk. Lannoo zou het werkje echter niet uitgeven; Werkmenschen zou in België worden uitgegeven door uitgeverij Excelsior van Geerardijn te Brugge.
