FRANK·LATEUR
2 October '31
Waarde —
Denkt Gij er aan een Ex[em]pl[aar] te zenden van D[okte]r Lauwers Schriften aan de tentoonstelling v[an het] Vlaamsche Boek?[1] Een ex[em]pl[aar] op Holl[andsch] papier ware gewenscht — ik sprak er over met [Fernand] Toussaint — Gij hebt kans daar een eersten prijs te winnen. Het ingestuurde Ex[emplaar] krijgt U terug.[2] Zie De Standaard van 29 Sept[ember][3] —
Er kwam nog altijd geen bespreking in Biekorf.[4]
Gr[oet Genegen]
(paraaf Stijn Streuvels)
VICHTE
2.X.1931
Den heer Joris Lannoo
uitgever
Meulebeeksche steenweg
Thielt
uitgever
Meulebeeksche steenweg
Thielt
Annotations
[1]
Dr. Emiel Lauwers jr., zoon van Dr. Lauwers, had het initiatief genomen om de verspreide geschriften van zijn vader te bundelen in een 'vorstelijke uitgave'. Stijn Streuvels was raadsman bij het samenstellen van de bundel. Het werd een 520 bladzijden tellend werk, bestaande uit een reeks opstellen van Dr. Lauwers over natuur- en heelwetenschap, reizen, gedichten en herinneringen aan vrienden. Streuvels nam de financiële verantwoordelijkheid van de uitgave op zich.
Op 17 juni 1931 hield Streuvels een lezing over dit werk en zijn auteur in de Koninklijke Vlaamsche Academie. Deze toespraak werd gepubliceerd in Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal en Letterkunde (p. 591-600). L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 91; Biekorf, 1932, p. 179-181; Karel Platteau, 'Streuvels en zijn vriend Lauwers', in: Jaarboek IV van het Stijn Streuvels Genootschap, p. 351-358
Vanaf 1930 namen de Vereeniging ter Bevordering van het Boekwezen en de Vereeniging van Vlaamsche Letterkundigen jaarlijks het initiatief tot 'De Week van het Vlaamsche Boek'. In deze week, steeds begin november, werd het Vlaamse boek op alle mogelijke manieren gepromoot: men organiseerde een tentoonstelling, 'een prijskamp' voor het mooiste boek en een wedstrijd voor de lezers. Ook de boekhandelaars deden hun best om in die week het Vlaamse boek zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Uit deze Boekenweek groeide in 1932 de Boekenbeurs, waarop jonge Vlaamse uitgevers en Nederlandse importeurs hun werken konden tentoonstellen. Anderhalve eeuw boektypografie 1815-1965, p. 324; Elektronische NEVB
[2]
Elk jaar werd tijdens de Week van het Vlaamsche Boek een 'prijskamp' voor het mooist uitgegeven Vlaamse boek ingericht. Er waren vijf categorieën: genummerde exemplaren, geïllustreerde boeken, ongeïllustreerde boeken, technische boeken en kinderboeken. M. Sabbe, H. Van de Velde en Toussaint-Van Boelaere werden in 1931 als juryleden aangesteld. De bekroonde boeken werden als beloning tentoongesteld in de Koninklijke Bibliotheek. De Standaard, 29.09.1931
[3]
Op dinsdag 29 september 1931 verscheen in De Standaard het artikel 'De week van het Vlaamsche Boek'. Het bracht verslag uit van de vergadering die de Vrienden van het Vlaamsche Boek samen met enkele uitgevers en een aantal vertegenwoordigers van de Vereeniging van Vlaamsche Letterkundigen hielden in de Vlaamsche Club te Brussel. Daar werd initiatief genomen tot een nieuwe Week van het Vlaamsche Boek. Dit jaar zou die van 1 tot 8 november plaatsvinden. Op deze vergadering besliste men een jaarboek uit te geven, dat veertien opstellen en een 'bibliographie van de Vlaamsche wetenschap' zou bevatten. Ook dit jaar werd het mooiste boek bekroond en hield men een wedstrijd waarbij zoveel mogelijk illustraties uit verschillende boeken bij het juiste boek moesten geplaatst worden. Het doel van dit alles was: het Vlaamsche boek bij den grootst mogelijken lezerskring te doen ingang vinden.
[4]
Biekorf is een West-Vlaams tijdschrift dat in 1890 te Brugge werd opgericht en werd gedrukt bij uitgeverij De Plancke. Aanvankelijk verscheen het blad tweemaal per maand, na de Eerste Wereldoorlog tot 1965 maandelijks, vanaf 1965 tweemaandelijks en sinds 1979 trimestrieel. Biekorf mag beschouwd worden als het orgaan van de in 1887 door Guido Gezelle gestichte Dietsche Biehalle. Gezelle behoorde echter niet tot de eigenlijke stichters van Biekorf, in tegenstelling tot de meer radicale flaminganten als Edmond Denys, Alfons Depla en Hugo Verriest. Gezelle was wel — samen met Emiel Lauwers — een van de tien vaste redacteurs. Aanvankelijk behandelde het tijdschrift zowel kunst, wetenschap als taalkunde. Wanneer Antoon Viaene in 1929 hoofdredacteur werd, werd het tijdschrift meer geschiedkundig, folkloristisch én West-Vlaams. In de geest van Gezelle ijverde de redactie voor een herwaardering van de (West-)Vlaamse taal, cultuur en geschiedenis. Ze wilde aantonen dat het Vlaams uitstekend kon fungeren als taal van cultuur en wetenschap Elektronische NEVB; An De Vos, Gezelle's 'Gouden Eeuw', De Zuidnederlandse zeventiende-eeuwse literatuur in het werk van Guido Gezelle, p. 73-76
Pas in 1932 verscheen een bespreking van Dr. Lauwers' Schriften in Biekorf. Het artikel beschrijft hoe het boek tot stand gekomen is (o.a. inbreng van Stijn Streuvels, initiatief van zoon Lauwers, kostprijs en aantal bladzijden). Daarnaast geeft het ons informatie over het leven en werk van Dokter Lauwers zelf. Biekorf, 1932, p. 179-181
