<Resultaat 674 van 2531

>

Waarde Heer Lannoo,
Van Mijnheer Vandevelde heb ik niet kunnen vernemen wanneer Gij geschikt waart naar hier over te komen, daarom schrijf ik nu maar.
Aan De Pillecijn stuurde ik het gevraagde, voor enkele weken.[1] Ik schreef hem ook dat het best ware als hij naar hierkomt voor 't geen hij nog vernemen wil,- als ik op tijd verwittig word, zijn alle dagen goed.[2]
Met Roemans zullen groote middels moeten gebruikt worden,- hij beweert, volgens ik hoorde, het pak recensies niet ontvangen te hebben[3] - dit is voor hem natuurlijk een kostelijk document, dat hij zoekt te behouden! Had ik er van geweten, dan had ik het zenden van zoo iets afgeraden. Van de Velde zegde ik hem persoonlijk te gaan opzoeken, ik weet echter niet of hij het gedaan heeft.
Over het boek "Tieghem" dus nog geen bescheid?[4]
Die letterproef is natuurlijk heel goed, de letter op zich zelf bedoel ik,[5] maar er blijft nu nog... de pers en het drukken! Wanneer krijgen we nu het modelboek te zien? De twee maanden zijn bijna om.[6]
Op het aanraden van de firma Veen heb ik aan Cantré eene teekening of houtsnede besteld voor de nieuwe uitgaaf van De Vlaschaard,- bedoeld wordt eene teekening voor het omslag.
Is er nog niets te vernemen over de illustratie van het boek waaraan De Pillecijn werkt?[7] Abramsz zou, als ik het goed begrepen heb, zorgen voor het omslag, in den zin door ons besproken: een pêle-mêle van al de banden en een portret. Kan er nog niets vernomen worden over formaat, omvang, papier, enz[ovoort] Wijze van reproductie. Ik zou er fel aan houden als de reproductie kon geschieden met het procédé lichtdruk,[8] dat geeft heel mooie platen en dan moet er geen couché-papier[9] gebruik worden, wèl een schoon effen mat papier. Wie zal er zich bemoeien met de illustratie? Ik bedoel: keus, opname van foto's, enz[ovoort] Ik meen: als er aan zoo'n soort boek niet heel veel zorg besteed wordt, en het geen bepaald eigenaardig en artistiek karakter krijgt, is het eene mislukking en ware het beter niet gemaakt. Laat ons hopen dat het goed wordt van opvatting èn van uitvoering.[10]
Met hoogachting gegroet
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] Op 28 december 1931 had De Pillecijn aan Joris Lannoo geschreven: Tegen mijn verwachtingen in kan ik niet naar Thielt met de kerstvacantie. (...) Intusschen kreeg ik graag van U de reeds gevraagde chronologische lijst en de ontbrekende boeken want vanaf De Vlaschaard zit ik strop. (...) Brief in Archief Joris Lannoo te Tielt, Classeur 3, Briefwisseling P-S, 1931-1932
In zijn brief van 30 december 1931 bracht Lannoo Streuvels van dit schrijven op de hoogte.
[2] Filip De Pillecijn was een werk over Streuvels aan het voorbereiden, namelijk: Filip De Pillecijn, Stijn Streuvels en zijn werk. Amsterdam, L.J. Veen, 1932. Stijn Streuvels en zijn werk is vooral belangrijk geweest omwille van de vele foto's en illustraties. Voor het eerst werden zo veel foto's van Streuvels — meer dan 100, de meeste nog nooit gepubliceerd — in boekvorm uitgegeven. Verantwoordelijke hiervoor was de fotograaf G. Gyselynck van 'de Foto-Centrale' te Kortrijk. P. Thiers, Stijn Streuvels, leven en werk, p.77
[3] Roemans kreeg een recensiemap van Streuvels' werken van de firma Veen in bruikleen toegestuurd. Vermoedelijk had hij die nodig voor zijn Bibliographie van de Moderne Vlaamsche Literatuur 1893-1930: de Vlaamsche tijdschriften (1930-1934). Nu De Pillecijn zijn biografie over Streuvels zou beginnen, vroeg hij deze map aan Roemans. Briefwisseling L.J. Veen - Stijn Streuvels 1931-1932, Letterenhuis, S 935/B2/Veen
In het Archief Joris Lannoo te Tielt vonden we volgende brief van Lannoo aan de Amsterdamse uitgeverij Veen d.d. 21 januari 1932 terug. Lannoo schreef: Van Streuvels' bio- en bibliographie, opgemaakt door dh. Roemans heb ik het klad ter inzage gekregen - ik meen dat het goed zou zijn een deel ex. van het werk van De Pillecijn aan te vullen met het werk van Roemans,-; ik ben niet zinnens het voornoemde klad terug te geven, zoolang als hij aan U of aan mij niet de recensieuittreksels terug gestuurd heeft. Archief Joris Lannoo te Tielt, Classeur 4, Briefwisseling S-Z, 1931-1932
[4] De tweede, bijgewerkte druk kreeg een nabeschouwing (p. 171-175). In dit nawoord pleitte Streuvels voor een zedelijker bestaan: oproep om te verhelpen aan het stoffelijke en geestelijke verval van het heiligdom: Tieghems schoonheid en vroomheid vergaat. Er is een sterke hand vandoen om Vlaanderens Lustoord weerdig te houden van zijn heiligen patroon! Biekorf, 1932, p. 188; R. Roemans en H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 157-158
[5] Op 21 oktober 1931 had Lannoo aan Streuvels reeds meegedeeld dat hij een nieuwe zetmachine had gekocht met drie soorten matrijsen van den Hollandschen Medievalletter. In 1912 ontwierp Sjoerd H. de Roos voor de Lettergieterij Tetterode /Amsterdam een lettertype dat gebaseerd was op een vroegere Venetiaanse lettervorm. Dit krachtige type kreeg de naam 'Hollandse Mediaeval' en was lange tijd het standaardtype in vele drukkerijen. Andere lettertypes van de Roos zijn de Erasmus Mediaeval (1922), de Grotius-letter (1926) en de Egmont (1933). In de hedendaagse typografie spelen ze geen rol meer. Lettercatalogus N.V. Altiora/Averbode, p. 64; D. Dooijes, Over de drukletterontwerpen van Sjoerd H. de Roos, p. 38-44
Bij zijn brief aan Streuvels d.d. 30 december 1931 had Lannoo een letterproef gestoken.
[6] Het betreft hier een modelboek voor de negende druk van De vlaschaard. Op 29 februari 1932 stuurt Lannoo dit modelboek naar Ingooigem. Hij schrijft in zijn brief aan Streuvels o.a.: Het papier is van twee soorten: ik telefoneerde heden voormiddag nog naar den kandidaat-leverancier en die verklaarde geen voorraad te hebben van het verlangde type tenzij de enkele bladen die ik vooraan liet inplakken en de rest zijn bladen van mindere kwaliteit, doch van dezelfde grammage.
[8] Voor het drukken van boeken of tijdschriften onderscheiden we drie technieken: de hoogdruk, de vlakdruk en de diepdruk. Lichtdruk is een vorm van vlakdruk (d.w.z. geen niveauverschil tussen drukkende en niet-drukkende elementen). Het is een fotomechanische reproductiemethode waarmee men een rastervrije reproductie van originelen maakt. Deze techniek levert de beste resultaten voor het drukken van illustraties en foto's, maar is redelijk duur. G. Rogers, Gids voor de redacteur, p. 147
[9] Couchépapier of kunstdruk is 'gestreken' papier, dat zowel houtvrij als houthoudend kan zijn, en waarbij de druk niet op het papier zelf terechtkomt, maar op een het papier bedekkende laag, de couche. Een grote faam genoten de Engelse fabrikanten. H. Van Krimpen, Boek over het maken van boeken, p. 62
[10] Cf. reactie van Joris Lannoo in zijn brief aan Stijn Streuvels van 16 januari 1932.

Register

Naam - persoon

Abramsz, A.P. (° 1887 - ✝ 1938)

Directeur van de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen.

Dhr. Abramsz trad in 1888 toe tot de Nederlandse uitgeverij L.J. Veen. Aanvankelijk bestond zijn taak uit het colporteren van boeken. Zijn persoonlijke voorkeur ging uit naar de werken van Marie Corelli en Hall Caine. Na het overlijden van de stichter L.J. Veen, werd Abramsz bedrijfsleider. Toen in 1930 het bedrijf in een naamloze venootschap werd omgezet, werd hij tot directeur benoemd. Na bijna vijftig jaar zich ijverig ingezet te hebben voor deze zaak, overleed Abramsz in 1938.

Cantre, Jozef (° Gent, 1890-12-26 - ✝ Gent, 1957-08-25)

Houtsnijder.

Jozef Cantré was zoals zijn oudere broer, de houtsnijder Jan-Frans (1866-1931), leerling aan de Gentse Academie van Schone Kunsten, waar hij les kreeg van Jean Delvin. Cantré stond onder invloed van het sociale realisme van Constantin Meunier maar ook van het symbolisme van George Minne. In 1914 werd hij lid van de Gentse Belgische Werkliedenpartij (BWP). Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde Cantré zich in de Gentse Socialistische Jonge Wacht en in de Vredesgroep der Socialistische Partij, waarvan hij een tijdlang voorzitter was. Samen met andere Jonge Wachten schreef hij zich begin november 1916 als vrije student in aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit. Hij ontwierp in opdracht van de Hoogeschoolbond een 'Gedenkpenning ter herinnering aan de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool'. In maart 1918 aanvaardde hij een tijdelijke betrekking als tekenmeester aan diezelfde 'Vlaamsche Hoogeschool'. Aan het eind van de oorlog verhuisde Cantré naar Nederland. In maart 1919 werd hij uit de Gentse BWP gestoten, samen met onder andere Edgar Alleman en Johan Lefèvre. In het proces van de Vlaamsche Hoogeschool werd hij in juli 1920 door het assisenhof van Oost-Vlaanderen tot vijf jaar cel veroordeeld. In 1930 keerde hij terug naar Gent en kwam in contact met de intellectuelen van het socialistische Geestesleven, zoals Paul-Gustave Van Hecke en Frits Van den Berghe. Cantré kreeg nu opdrachten van de Belgische staat, zoals het memoriaal Peter Benoit in Harelbeke (1934). In datzelfde jaar ontwierp hij het grafmonument voor René De Clercq op het kerkhof van Lage Vuurse (Nederland). Bij de onthulling was hij verontwaardigd over het optreden van Nederlandse fascisten die de Romeinse groet brachten. Cantré repliceerde met de gebalde antifascistische vuist. In 1938 gaven August Balthazar en Emile Langui hem de opdracht om het monument voor Edward Anseele te kappen. Het standbeeld, in Schots Balmoral-graniet, werd in 1948 onthuld. In 1941 werd Cantré lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Via Anseele (jr.) kreeg hij talrijke openbare opdrachten (een reliëf in het Centraal Station in Brussel, 1953; het reliëf en de fries van het EGW-gebouw aan het Gentse Zuidplein, 1954). Verder illustreerde hij een aantal publicaties van de socialistische uitgeverij De Vlam. Bij zijn dood werd de 'socialistische kunstenaar' uitgebreid gememoreerd in de socialistische pers. Zijn socialistisch-activistische 'jeugdzonde' werd daarbij vergeten.

De Pillecyn, Filip (° Hamme, 1891-03-25 - ✝ Gent, 1962-08-07)

Letterkundige en Vlaams strijder.

De Pillecyn studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit van Leuven, was actief in de studentenkring Met Tijd en Vlijt en was voorzitter van het Algemeen Katholiek Studentenverbond. Tijdens de oorlog was hij een van de leiders van de frontbeweging. Hij schreef er enkele gedichten, die Lannoo in 1920 - samen met gedichten van Jozef Simons - bundelde onder de titel Onder den hiel. Vanaf 1919 concentreerde De Pillecyn zich op de journalistiek. Na zijn medewerking aan het dagblad De Standaard, werd hij hoofdsecretaris van het dagblad De Tijd, dat zich meer met de Vlaamse kwestie bezighield. In dezelfde periode hielp hij bij de publicatie van het satirische weekblad Pallieter. In 1926 promoveerde hij tot doctor in de Germaanse filologie, met een studie over Verriest. Tijdens het interbellum was hij leraar te Malmédy en later te Mechelen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij in 1941 directeur van het Middelbaar Onderwijs. De repressie veroordeelde hem na de Tweede Wereldoorlog wegens een te grote Vlaamsgezindheid tot vijf jaar gevangenisstraf. In de gevangenis van Sint-Gillis schreef hij drie romans: Jan Tervaert (1947), Mensen achter den dijk (1949) en De Veerman en de jonkvrouw (1950). Na zijn vrijlating in 1949 bleef hij verderschrijven (o.a. Aanvaard het Leven, 1956 en Rochus,1951). De Pillecijn schreef tevens een studie over Stijn Streuvels, Stijn Streuvels en zijn werk (1932).

Lannoo, Joris (° Tielt, 1891-02-20 - ✝ Tielt, 1971-12-08)

Directeur van drukkerij-uitgeverij Lannoo te Tielt.

Joris Lannoo begon zijn humaniorastudie aan het Tieltse college, maar moest die in 1909 noodgedwongen stopzetten. Op 1 juni 1909 nam hij samen met zijn broer Rafaël een kleine Tieltse drukkerij, drukkerij Horta, over. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als officier aan het front van de Yzer streed, bevond de uitgeverij zich in verval, maar door grote inspanningen werkte Lannoo zich opnieuw op. In 1929 vestigde hij zich in de Kasteelstraat, waar hij een groot bedrijf oprichtte en leidde tot in de jaren '60, toen een ziekte hem geleidelijk het werk uit handen nam en zijn zonen hem opvolgden. Hij gaf veel Vlaamse werken uit van o.a. Stijn Streuvels, Guido Gezelle, Emiel van Hemeldonck, ... Verder was hij ook nog stichtend lid van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. Hij legde contacten met Nederlandse uitgevers als de R.K. Boekcentrale, Van Langenhuysen en Veen, met wie hij jaren samenwerkte. Het bedrijf omvat thans drie afdelingen: drukkerij, grafiek en uitgeverij.

Roemans, Rob (° Gent, 1904-04-14 - ✝ Vorst, 1968-02-29)

Doctor in de Germaanse filologie en schrijver.

Roemans studeerde Germaanse Filologie te Gent (1922-1926) en promoveerde op een proefschrift over Jan Frans Willems. Tijdens zijn studentenjaren was hij lid van de vereniging ' 't Zal wel gaan' en hield hij talrijke voordrachten over de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit. Van 1927 tot 1964 gaf hij les en ijverde daarbij steeds voor een beschaafd taalgebruik. Als filoloog gaf hij Middelnederlandse teksten en bloemlezingen uit, doch was vooral de pionier van de wetenschappelijke bibliografie in Vlaanderen. Naast persoonsbibliografieën (o.a. van Stijn Streuvels) publiceerde hij vanaf 1930 een bibliografie van de Vlaamse tijdschriften, die na zijn dood werd verdergezet door Hilda Van Assche.

Van der Velde, R.

(Adjunct-) Directeur bij uitgeverij L.J. Veen

Naam - uitgever

L.J. Veen

Nederlandse uitgeverij die in 1887 door Lambertus Jacobus Veen was opgericht. De firma maakte naam door werk te publiceren van o.a. Louis Couperus en Stijn Streuvels.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Tieghem, Het Vlaamsche lustoord (1908). [studie]
Tweede [= derde] bijgewerkte [druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, [1932], 175 + [I] p., 18,5 x 12,3 cm.
Streuvels, Stijn, Tieghem, Het Vlaamsche lustoord (1908).
Druk
  • [Eerste druk], Gent, Boek- en Steendrukkerij Fr. Vercauteren, [1908], 51 + [I] p., 17,5 x 11,5 cm.
  • [Tweede druk], Gent, Boek- en Steendrukkerij Fr. Vercauteren, [1908], 148 + [II] p., 17,5 x 11,5 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij., [1933], 18,1 x 12,2 cm.
  • Tweede [= derde] bijgewerkte [druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, [1932], 175 + [I] p., 18,5 x 12,3 cm.
  • [Vierde druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 743-866.
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907). [roman]
Negende druk, [1932], Tielt, J. Lannoo, 357 + [III] p., 18,4 x 12,4 cm.
Inhoud:
  • 1. De zaaidhede
  • 2. De wiedsters
  • 3. Bloei
  • 4. Slijting
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Voorpublicatie
  • De zaaidhede, in: De beweging, 1907, januari, jg. 3, dl. 1, p. 1-33
    De wiedsters, in: De beweging, 1907, februari, jg. 3, dl. 1, p. 129-166
    Bloei, in: De beweging, 1907, april, jg. 3, dl. 2, p. 5-44
    De slijting [deel I], in: De beweging, 1907, mei, jg. 3, dl. 2, p. 146-186
    De slijting [slot], in: De beweging, 1907, juni, jg. 3, dl. 1, p. 273-311.
  • De kruisdagen (fragment uit De vlaschaard) [uit 2], in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 1907, februari, jg. XVII, dl. 23, p. 123-125.
  • De kruisdagen [fragment uit 2], in: Aan doctor Alfons Depla, = speciaal nummer van De Vlaamsche Vlagge, 1907, jg. XXXIII, afl. 3, p. 129-132.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], [IV] + 332 p., 20,8 x 15,5 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], Luxe-uitgave. [VIII] + 342 + [II] p., 25 x 19 cm.
  • Derde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [IV] + 243 + [I] p., 21,5 x 16 cm.
  • Vierde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1912], [IV] + 223 + [I], 21 x 15,3 cm.
  • Vijfde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,3 cm.
  • Zesde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1917], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,7 cm.
  • Zevende druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], in twee volumes: dl. I: [VIII] + 132 p.; dl. II: [VIII] + 315 + [I] p., 18,3 x 12 cm, in: Stijn Streuvels' werken, deel [4 & 5].
  • Achtste druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1926], 269 + [III] p., 21,5 x 17,2 cm.
  • Negende druk, [1932], Tielt, J. Lannoo, 357 + [III] p., 18,4 x 12,4 cm.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-345.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Amsterdam, L.J. Veen.
  • Elfde druk, Volksuitgaven, in opdracht van Agentschap Dechenne, Tielt, J. Lannoo, 1941, 223 + [I] p., 19 x 13,3 cm.
  • Twaalfde druk, Antwerpen/Tielt, N.V. Standaard Boekhandel/J. Lannoo, [1941], 300 + [I] p., 21 x 15,3 cm, Lijsternestreeks nr. XII.
  • [Dertiende druk], J.L. Van Schaik, B[e]p[er]k, Pretoria, 1942, [IV] + 227 + [III], 18,7 x 11,6 cm.
  • [Veertiende druk] = Dertiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], [VI] + V + [I] + 197 + [III] p., 19,5 x 14,7 cm. De omslagtekening is van Paul Lateur. Met 20 p. afbeeldingen uit de film. Met een inleiding, 'De gefilmde vlaschaard', door Stijn Streuvels, p. I-V.
  • [Vijftiende druk] = Veertiende druk. 162e tot 199e duizend. Foto's [14] met speciale toelating overgenomen uit den Terra-film 'De vlaschaard'. Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], 208 p., 19,2 x 13,4 cm, filmeditie - Volksuitgave.
  • [Zestiende druk] = Vijftiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1944], 235 + [V] p., 34 x 24,8 cm, 'Weeldeuitgave' geïllustreerd met 4 aquarellen van Albert Saverys.
  • [Zeventiende druk], [1948], In: Stijn Streuvels' verzamelde werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-261.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Kortrijk, 't Leieschip, p. 7-292.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Amsterdam, L.J. Veen.
  • [Negentiende druk], Kortrijk, 't Leieschip, [1955], 293 + [III] p., 18,4 x 12,7 cm.
  • [Twintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1962], 303 + [I] p., 18,4 x 12,8 cm.
  • [Eenentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, 1965, 254 + [VI] p., 29,4 x 26,2 cm.
  • [Tweeëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1966], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1967], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1968], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vijventwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zesentwintigste druk], Kaapstad/Brugge - Utrecht, Romanticapers, Orion, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zevenentwintigste druk], Orion - Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Achtentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Negenentwintigste druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 495-742.
  • [Dertigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1972], 254 + [VI] p., 29,5 x 26,2 cm.
  • [Eenendertigste druk], [Brugge], Orion, [1974], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Tweeëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1977], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1978], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierendertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1980], 303 + [I] p., 18,6 x 12,6 cm.
  • [Vijvendertigste druk], Nijmegen/Beveren, Orbis en Orion, [1983], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm, filmeditie.
  • [Zesendertigste druk] = eerste druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1985], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Zevenendertigste druk] = tweede druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1989], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Achtendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1993], 275 + [V] p., 19,9 x 12,5 cm.
  • [Negenendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Het Laatste Nieuws, 2003, 223 + [I] p., 20,4 x 11,8 cm, reeks: Het Laatste Nieuws, nr. 22.
Digitaal
  • Diplomatische weergave van de eerste druk. Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, februari 2004. .