22 Februari, '32
Waarde Heer Lannoo,
Voor een paar dagen zond ik U het eerste deeltje van "
Tieghem" met nagezienen tekst; heden zend ik U het tweede deel, eveneens nagezien en gereed voor de pers. Ik vond het beter niets in den tekst te veranderen, en het nieuwe te laten doorgaan als eene "Tweede Uitgaaf". Ik stel mij voor er een paar bladzijden aan toe te voegen die het boekje in den tegenwoordigen tijd situeeren.
[1] Die bladzijden geworden U dan in den loop dezer week. Daarmede kunt U alvast beginnen.
Van de firma
Veen verneem ik dat men ginder nog niets heeft gezien dan een monstertje van papier en eene proef van het lettertype. Doch geen model-
ex[em]pl[aar] waarop zij een oordeel kunnen vormen over de wijze van drukken! Denkt Gij nu niet dat het tijd wordt om een besluit te kunnen nemen??! Dat we eindelijk "weten" wie er zal drukken? Ik bedoel de
nieuwe uitgaaf van Den Vlaschaard.
[2] Waarom blijft dit in Godsnaam zoolang slepen? Ik weet best - als ik zelf moet laten drukken - hoeveel tijd er nog verloopt eer het papier gereedkomt, dat op fabrikatie moet besteld worden. Maak die zaak dus met
Veen in orde,- ik heb hem reeds mijn inzicht laten kennen, zoodat de rest van U afhangt. Vooruit dus.
[3]
Van ginder zal men U ook vragen: of Gij er belang in stelt dat
Oorlogsdagboek nog op zijn geheel voorhanden weze voor België - de aflevering van
Augustus, namelijk is geheel uitverkocht, en het geheel is nog slechts samen te stellen wanneer die
Aug[ustus]-
aflev[ering] herdrukt wordt.
[4]
Ik wil U nogmaals het voorstel herhalen aangaande de overname voorraad
Prutske (luxe-uitgaaf) die wij laatst niet hebben afgehandeld.
[5] Ik zou U namelijk dien voorraad afstaan - (216
ex[em]pl[aren]) aan 50
fr[anc]s per
ex[em]pl[aar] die Gij in den handel kunt brengen aan een gunstprijs, misschien in combinatie met den gunstprijs der overige boeken ter gelegenheid van Uw jubileum-aanbieding,-
[6] dat ware, meen ik, eene geschikte gelegenheid, en de kosten van publiciteit zouden aldus samenvallen met de rest. De betaling zou ik stellen op, laat ons zeggen: 500
fr[anc]s per maand, te beginnen eene maand na de levering. Ik zou daarover, met een ja of neen bescheid willen, omdat, met de eerste gelegenheid - een dezer weken of dagen - de voorraad bij
Cayman (met hem gaat het heelemaal niet!) afgehaald wordt, met een auto,- en ik weten moet of we dien voorraad van Brugge rechtstreeks naar Thielt kunnen voeren, ofwel naar mij.
[7]
Hoogachtend gegroet
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord bevat inderdaad een nabeschouwing (p. 171-175), die als volgt begint:
Hetgeen hiervoren beschreven staat, dagteekent van 1908. In dien tusschentijd is veel gebeurd en veel veranderd. Niets op de wereld blijft bestaan, alles is ongestadig, ondergaat voortdurend verandering, wordt omgevormd en gewijzigd; bovendien heeft de wereld-oorlog eene scheidslijn aangebracht tusschen verleden en heden, gelijk aan de scheidslijn tusschen oud- en nieuw Testament. De wereld, zeggen de menschen van het oude geslacht, is van aanschijn veranderd, - daarmede bedoelen zij dat niet alleen de toestanden, maar de menschen zelf veranderd zijn. Dit ook is toepasselijk op de toestanden te Tieghem.
[2]
Op 17 februari had Lannoo aan de Amsterdamse uitgeverij Veen geschreven:
den herdruk van De Vlaschaard. De Heer Lateur is akkoord met letter en papier, waarvan monster hierbij. Het is het papier door hemzelf voorgesteld. Formaat van de kleine uitgave. Aantal bladzijden: ongeveer 352. Lettertype: hollandsche mediaevalletter, waarvan type hierbij. Ik durf nu een ordentelijke en onberispelijke uitvoering waarborgen. Dh. Cantré teekent een titelblad; het cliché kunt U onvergeld gebruiken. Volgens akkoord met dh. Lateur moet ik Ued. 5000 ex. aanbieden. In losse vellen zou de prijs met het eereloon er in begrepen zijn: 5 fr. het ex. Indien U instemt met het voorstel, kan de levering geschieden in den voorzomer (vermoedelijk begin Juni ten laatste), daar we daarna het werk van De Pillecyn zullen moeten aanpakken. Ik geloof, dat het een prachtige reklame wordt voor de andere werken, want hier althans begint De Pillecyn vooraan te komen in de rij der schrijvers en is een succes verzekerd. Ook dat werk moet ten laatste in Augustus aanstaande klaar komen. Brief in Archief Joris Lannoo, Tielt, classeur 4, briefwisseling S-Z, 1931-1932
[3]
Joris Lannoo deed wat Streuvels van hem verlangde en schreef op 24 februari 1932 aan de Amsterdamse uitgeverij Veen:
Het is een heele zaak om van een papierfabriekant hier te lande enkele vellen los te krijgen; ik hoop toch in 't begin der volgende week een modelboek, gemaakt uit het papier van het aan U gezonden monster [te kunnen zenden]. Het papier is hetzelfde, door dh. Lateur voorgelegd en verlangd (gewicht 80 gr. m2).
Natuurlijk wordt de levering aan U dan toegezonden in mindering der loopende rekening. Brief in Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 4, briefwisseling S-Z, 1931-1932
[4]
Slechts het eerste deeltje kende een herdruk:
Augustus 1914.
[5]
Deze luxe-editie werd verdeeld over uitgeversmaatschappij L.J. Veen en H. Cayman. Beiden gaven 500 exemplaren uit onder hun naam. De niet verkochte exemplaren (een partij van 216 exemplaren en een partij van 200 exemplaren) wil Streuvels — twee jaar later — aan Lannoo aanbieden. In 1930 stelde Streuvels Lannoo voor, de vijfhonderd exemplaren voor België uit te geven. Dit durfde Lannoo niet aan en de uitgave kwam in handen van H. Cayman te Brugge. Blijkbaar kende de verkoop geen groot succes, aangezien H. Cayman zijn niet verkochte partijen (216 exemplaren) kwijt wil.
[6]
Op
2 oktober 1931 stelde Joris Lannoo het volgende voor aan Streuvels:
Na samenkomst met dh. Abramsz, meenen we beiden, dat er in de eerste tijden iets zou moeten verschijnen over uw werk, in den aard van het reeds lang uitgeputte essai van André De Ridder, doch wat ernstiger. Ook illustraties zouden niet mogen ontbreken. Het zou dus moeten iets zijn, dat door ieder kan gelezen worden. Bij het verschijnen van dit werk zouden uw werken tegen extra-verlaagden prijs b.v. gedurende drie maand aangeboden worden. Alleen zou in de goedkoope reeks tegen dien tijd ook "De Vlaschaard" moeten voor handen zijn. Volgende uitgaven werden gepland:
- Filip De Pillecijn, Stijn Streuvels en zijn werk. Amsterdam, L.J. Veen, 1932. Stijn Streuvels en zijn werk is vooral belangrijk geweest omwille van de vele foto's en illustraties. Voor het eerst werden zo veel foto's van Streuvels — meer dan 100, de meeste nog nooit gepubliceerd — in boekvorm uitgegeven. Verantwoordelijke hiervoor was de fotograaf G. Gyselynck van 'de Foto-Centrale' te Kortrijk. P. Thiers, Stijn Streuvels, leven en werk, p. 77
- Stijn Streuvels, De vlaschaard, negende druk.
[7]
Cf. terughoudend antwoord van Joris Lannoo in zijn brief aan Streuvels van
23 februari 1932. Volgens het verkoopcontract van de
luxe-editie van Prutske zal Lannoo 416 exemplaren aan 50 fr. per exemplaar kopen. De manier van betaling geschiedde via maandelijkse aflossingen van 500 fr. Precies n.a.v. deze maandelijkse (niet-)betalingen kwam het tussen Streuvels en Lannoo in november 1934 tot een onenigheid.