24 Maart, '32
Waarde Heer Lannoo,
Hoe heb ik het nu met dat papier?.. Dat stuk hier nu bijgevoegd dat ik heden ontving, is dat wel 100
gr[am] papier?
[1] Is het wel hetzelfde van 't geen ik bij U heb gezien in dat model-
ex[em]pl[aar]?
[2] Mij dunkt van niet,- dit hier ziet er veel dunner uit, en is identiek hetzelfde als het monster dat ik vroeger van U heb ontvangen, en waarvan een stuk hierbij.
[3] In elk geval deed het papier van het model-
ex[em]pl[aar] mij een veel beteren indruk. Enfin: ik word er niet meer wijs uit.
Dat plan om de
Vlaschaard tegen 15
fr[anc]s te verkoopen, als gunstprijs, om de belangstelling op de heele
serie te wekken,
[4] vind ik verkeerd; ik zou eerder het omgekeerde doen: de heele serie aan een gunstprijs te koop stellen, met
Prutske[5] en
[bijvoorbeeld] de groote
Reinaert de Vos[6] aan verminderden prijs,.... en
De Vlaschaard laten aan den gewonen winkelprijs,- het is toch
De Vlaschaard die het best zal loopen, voor dat boek moet er geen bijzondere reclame gemaakt worden, wèl voor heel het werk.
Ik meen dat de verhooging % zeker mag gerekend worden op de heele uitgaaf, omdat mijn
honorar[ium] toch feitelijk berekend moet worden op de heele uitgaaf,- vergeet niet dat gij licentie hebt voor 10.000
ex[em]pl[aren] en Gij met de partij voor
Veen deze verhooging in rekening dient te brengen. Wat Gij met de eerste 2500
ex[em]pl[aren] voorhebt, vind ik heel wijs, maar dat mag niet geschieden ten koste van mijn
honorar[ium] Dàt is handelszaak van den uitgever.
Het is nooit mijne bedoeling geweest
honorar[ium] te eischen omdat er later inzinking zou komen van de geldwaarde, nadat de overeengekomen som is uitbetaald,- dit
art[ikel][7] slaat hierop: dat de prijsverhooging niet mag geschieden volgens willekeur van den uitgever, maar in overleg van beide partijen, en in de "juiste" verhouding van de werkelijke inzinking. Dat mijn eereloon moet verhoogd worden wanneer er in het termijn der uitbetaling, inzakking moest geschieden, spreekt toch vanzelf,- daarom wordt U de gelegenheid gelaten het eereloon ineens en comptant te betalen. Bij het toegelaten crediet mag toch geen risico van verlies gepaard gaan.
Wat de werkelijke bedragen zijn der verschillende uitgaven van
De Vlaschaard, kan ik U niet zeggen,- na de
eerste uitgaaf, is er een doorloopend contract geweest met
Veen,- de eerste uitgaaf bedroeg 1500
ex[em]pl[aren] en het contract der doorloopende bepaalde eene oplaag van 4000
ex[em]pl[aren] de
achtste uitgaaf: 3000 en de
negende nu: 10.000. Alles samengeteld zou dit op 38.500 (ronde cijfer: 40.000
ex[em]pl[aren] komen. Laten wij in deze malkander goed verstaan: ik heb dit feit van
De Standaard aangehaald
[8] om te wijzen op den handelsgeest van deze uitgeverij, meer niet - ik zelf blijf daarbuiten. Met dit banket en de rest hebben zij in
De Standaard Nest Claes een slechten dienst bewezen, en
Nest Claes heeft ongelijk gehad zich daartoe te leenen. In
De Standaard hebben zij er een handje van de auteurs die bij hen uitgeven, belachelijk te maken. Een uitgever moet een handelsman zijn en de boeken der auteurs hooren tot hunne handelszaak, maar de auteurs zelf toch niet! Dit heb ik hen nog gezegd.
Als
Achiel Denijs het contract van
Warden Oom ontvangen heeft, is het met die zaak in orde.
[9]
Hoogachtend gegroet
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Streuvels reageert hier op de brief van Joris Lannoo van
23 maart 1932. Bij deze brief had Lannoo een stuk papier gestoken als monster voor het papier waarmee hij de
negende druk van De vlaschaard zou drukken.
[2]
Het betreft hier de
negende druk van De vlaschaard. Op
29 februari 1932 had Lannoo dit modelboek naar Ingooigem gestuurd. Hij schreef in zijn brief aan Streuvels o.a.:
Het papier is van twee soorten: ik telefoneerde heden voormiddag nog naar den kandidaat-leverancier en die verklaarde geen voorraad te hebben van het verlangde type tenzij de enkele bladen die ik vooraan liet inplakken en de rest zijn bladen van mindere kwaliteit, doch van dezelfde grammage.
[3]
Niet bij de brief bewaard gebleven.
[4]
Joris Lannoo schreef hierover in zijn brief aan Streuvels van
23 maart 1932.
[5]
Deze luxe-editie werd verdeeld over uitgeversmaatschappij L.J. Veen en H. Cayman. Beiden gaven 500 exemplaren uit onder hun naam. De niet verkochte exemplaren (een partij van 216 exemplaren en een partij van 200 exemplaren) wil Streuvels — twee jaar later — aan Lannoo aanbieden. In 1930 stelde Streuvels Lannoo voor, de vijfhonderd exemplaren voor België uit te geven. Dit durfde Lannoo niet aan en de uitgave kwam in handen van H. Cayman te Brugge. Blijkbaar kende de verkoop geen groot succes, aangezien H. Cayman zijn niet verkochte partijen (216 exemplaren) nu kwijt wil.
Volgens het verkoopcontract van de luxe-editie van Prutske zal Lannoo 416 exemplaren aan 50 fr. per exemplaar kopen. De manier van betaling geschiedde via maandelijkse aflossingen van 500 fr. Precies n.a.v. deze maandelijkse (niet-)betalingen kwam het tussen Streuvels en Lannoo in november 1934 tot een onenigheid.
[6]
Lannoo hielp deze exemplaren 'opruimen'.
[7]
Volgens artikel 6 van het akkoord voor de
negende druk van De vlaschaard, d.d. 23 maart 1932, werd de verkoopprijs van het boek vastgesteld op maximum 20 fr. Lannoo stoorde zich echter aan het feit dat
deze prijs om geene reden [mocht] verhoogd worden tenzij na overleg en toestemming van beide partijen. Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels d.d.
23 maart 1932.
contract
[8]
Op 24 maart 1932 schreef Streuvels aan Lannoo:
Ik wilde U nog in overweging geven of het niet goed ware bij de publiciteit het publiek te wijzen op de... negende uitgaaf. Gij weet welke handige reclame De Standaard gemaakt heeft (een feest met banket a.u.b. en veel gerucht in de pers) bij de gelegenheid van het 25.000-tal van Nest Claes' De Witte!
[9]
Het betreft hier het contract voor: Edward Vermeulen,
Tegen Sterren en Wind.
Tielt, J. Lannoo, 1932. Met illustraties van Jozef Speybrouck. Naast de gewone reeksuitgave (
De Volledige Werken) werden 350 luxe-exemplaren gedrukt op Hollands Pannekoekpapier.
Edward Vermeulen werd in 1931 zeventig jaar. Enkele vrienden richtten ter gelegenheid van zijn verjaardag een feestcomité op, dat een huldiging voor deze Vlaamse schrijver organiseerde. Op het feest, dat op 18 oktober 1931 te Roeselare plaatshad, huldigde men niet alleen de persoon Vermeulen en zijn zeventigste verjaardag, maar ook het verschijnen van zijn twintigste boek De Reis door het Leven en het toen net voltooide, maar nog niet uitgegeven, tweeëntwintigste boek Tegen Sterren en Wind. Een doorslag van de overeenkomst tussen Frank Lateur en Achiel Denijs namens het 'Komiteit ter Huldiging van Warden Oom te Roeselare' en Joris Lannoo, d.d. 15 februari 1932, wordt bewaard in het Archief Joris Lannoo te Tielt (Classeur 3, briefwisseling P-S, 1931-1932). Het vermeldt o.a. dat Lannoo 350 exemplaren van Tegen Sterren en Wind drukt op 'Holl. papier nr. 282 der Firma Pannekoek'. 'Elk boek zal kort verslag bevatten van de feestelijkheden en de lijst der inschrijvers. Prijs onder Ingres-omslag: 30 fr. Betaling: onmiddellijk na levering.'