14 Mei, '32
Waarde Heer Lannoo,
Zoodus het loopt mis met de zaak,
[1] en dat over heel de lijn.... Ik moet eens te meer vaststellen dat het "praten" weer sterker is geweest dan het "doen". Wat al verzekeringen heb ik gekregen dat alles "zou" gereedkomen!
Met die begrafenis
[2] heeft de... drukkerij toch niet meer dan één dag stilgelegen, en ze kunnen daar toch wel iets uitrichten zonder u?
En dat boek van
Warden Oom?!
[3] welhaast zal het.... verjaren!
Laat me toe van een andere meening te zijn, en U te verzekeren dat de affiche
[4] wèl moest gedrukt zijn en uitgehangen te Tieghem (van 't zelfde voor de verkleiningen er van voor de reclame en publiciteit!) voor dat het boek gereedkwam! In een cursus van publiciteits-psychologie zouden ze U dit zoo leeren. Het publiek moet verwittigd worden van 't geen er komen zal, dàt is de leering. Het heeft dus wel zin de affiche uit te hangen zonder het boek. Ik heb er dan ook zelf voor gezorgd - met 't geen ik hier had, om het boek aan te kondigen te Tieghem. Enfin, 't is flauw,
b[ij]z[onderlijk] tegenover dien braven pastor van Tieghem die zooveel goeden wil heeft.
[5] Met die vaantjes nu ook: wat flauwe praat is dat met dat herteekenen van dien heiligen
[6] op de keerzijde - zijn me dàt uitvluchten?! gecalqueerd en omgekeerd, duurt dat een half uur om de zaak in orde te brengen - een Uwer gasten kon dat,- en na zooveel weken is er nu de cliché nog niet!
En wat is er nu al die weken gebeurd met
Rigouts?
[7] Mij dunkt dat Uw bericht dienaangaande wat laconisch uitvalt.
[8] Kan ik
b[ijvoorbeeld] niet vernemen hoever Gij gevorderd zijt met Uwe overeenkomst? Bestaat de heele uitkomst in het feit dat Gij nu eerst gister een
ex[em]pl[aar] van het boek gekregen hebt?... En als Gij nu geen accoord krijgt, is al die tijd nutteloos verloren. Met mij moeten de zaken rapper afgehandeld worden.
Wanneer krijg ik nu eens bevestiging dat
Biekorf[9] een
pres[entexemplaar] van
D[okte]r Lauwers "Schriften" heeft ontvangen?
[10]
Zoodus, na het eind van
toek[omende] week wordt er weer gewerkt op de drukkerij.... en dat er zooveel werkloozen loopen! die naar werk zoeken. Geduld dus maar,- ik zal het aan den pastor zeggen.
[11]
Hoogachtend gegroet
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Streuvels reageert hier op de mededeling die Joris Lannoo deed in zijn brief van
11 mei 1932, nl. dat
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord niet tegen Pinksteren klaar zou zijn.
[2]
Elodie Maes, de moeder van Joris Lannoo, overleed op 29 april 1932 op tachtigjarige leeftijd. De begrafenis vond plaats op 3 mei in de Sint-Pieterskerk te Tielt. Het was een krachtdadige vrouw die tijdens de Eerste Wereldoorlog het bedrijf wist overeind te houden. Na het overlijden van haar man Jozef Lannoo (18 januari 1914) en het vertrek van Joris Lannoo naar het front (13 oktober 1914) stond zij er samen met haar jongste zoon Rafaël alleen voor. Ook wanneer deze laatste na een kortstondige ziekte in 1918 overleed, bleef Elodie 'kaarsrecht' staan. Terecht stond op haar bidprentje gedrukt:
een sterke vrouw in geloof, werkzaamheid en lijden. Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 174
[3]
Edward Vermeulen,
Tegen Sterren en Wind. Tielt, J. Lannoo, 1932. Met illustraties van Jozef Speybrouck. Naast de gewone reeksuitgave (
De Volledige Werken) werden 350 luxe-exemplaren gedrukt op Hollands Pannekoekpapier.
Edward Vermeulen werd in 1931 zeventig jaar. Enkele vrienden richtten ter gelegenheid van zijn verjaardag een feestcomité op, dat een huldiging voor deze Vlaamse schrijver organiseerde. Op het feest, dat op 18 oktober 1931 te Roeselare plaatshad, huldigde men niet alleen de persoon Vermeulen en zijn zeventigste verjaardag, maar ook het verschijnen van zijn twintigste boek De Reis door het Leven en het toen net voltooide, maar nog niet uitgegeven, tweeëntwintigste boek Tegen Sterren en Wind. Een doorslag van de overeenkomst tussen Frank Lateur en Achiel Denijs namens het 'Komiteit ter Huldiging van Warden Oom te Roeselare' en Joris Lannoo, d.d. 15 februari 1932, wordt bewaard in het Archief Joris Lannoo te Tielt (Classeur 3, briefwisseling P-S, 1931-1932). Het vermeldt o.a. dat Lannoo 350 exemplaren van Tegen Sterren en Wind drukt op 'Holl. papier nr. 282 der Firma Pannekoek'. 'Elk boek zal kort verslag bevatten van de feestelijkheden en de lijst der inschrijvers. Prijs onder Ingres-omslag: 30 fr. Betaling: onmiddellijk na levering.'
[4]
De in de brief vermelde vlaggen, plakbrieven of affiches
H. Lemaire, De taal van Stijn Streuvels, deel II/5, p. 1330 moesten het verschijnen van
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord aankondigen.
[5]
Vanaf 5 juni 1931 was Leon Van Oost priester te Tiegem. Vermoedelijk was het op aanvraag van deze pastoor dat
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord werd herdrukt.
Godfried Van de Meulebroeke, Terugblik op Tiegem, p. 103
[6]
Sint Arnoldus, patroon van Tiegem.
[7]
Lannoo was aan het onderhandelen met uitgeverij Regenboog om
Drie Russische novellen over te nemen.
[8]
Bericht: cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van
11 mei 1932.
[9]
Biekorf verscheen als 'leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen' vierentwintig maal per jaar (16 blz.). Dit Vlaamse tijdschrift kan men beschouwen als nakomeling van
Rond den Heerd, maar dan zonder Duclos.
Biekorf was een nieuw tijdschrift dat voor het eerst verscheen in januari 1890 bij uitgeverij De Plancke te Brugge. Men (dat zijn de leden van de Biehalle, een vereniging die zich het verdedigen van het West-Vlaams tot doel stelde), wilde oorspronkelijk
Rond den Heerd van Duclos in de gewenste richting buigen, maar Duclos weigerde mee te werken. Op die manier ontstond een nieuw blad naast
Rond den Heerd, waarvan men de priesters Em. Demonie en A. Van Speybrouck, J. Caeynest en E. Van Robays als eigenlijke stichters kan aanduiden. Met dit Vlaamse tijdschrift wilden de redacteurs aantonen dat het Vlaams uitstekend kon functioneren als taal van cultuur en wetenschap. Guido Gezelle leverde voor dit blad een aantal literaire bijdragen en was bovendien lid van een keurraad die de jonge auteurs als raadgevers bijstond.
A. De Vos, Gezelles Gouden Eeuw: De Zuidnederlandse zeventiende-eeuwse literatuur in het werk van Guido Gezelle, p. 73-76; A.G.H. Bachrach (hoofdred.), Moderne Encyclopedie van de wereldliteratuur, deel 1, p. 352
[10]
Dr. Emiel Lauwers jr., zoon van Dr. Lauwers, had het initiatief genomen om de verspreide geschriften van zijn vader te bundelen in een 'vorstelijke uitgave'. Stijn Streuvels was raadsman bij het samenstellen van de bundel. Het werd een 520 bladzijden tellend werk, bestaande uit een reeks opstellen van Dr. Lauwers over natuur- en heelwetenschap, reizen, gedichten en herinneringen aan vrienden. Streuvels nam de financiële verantwoordelijkheid van de uitgave op zich.
Op 17 juni 1931 hield Streuvels een lezing over dit werk en zijn auteur in de Koninklijke Vlaamsche Academie. Deze toespraak werd gepubliceerd in Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal en Letterkunde (p. 591-600). L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 91; Biekorf, 1932, p. 179-181; Karel Platteau, 'Streuvels en zijn vriend Lauwers', in: Jaarboek IV van het Stijn Streuvels Genootschap, p. 351-358
[11]
Cf. antwoord van Joris Lannoo in zijn brief aan Stijn Streuvels van
23 mei 1932.