<Resultaat 770 van 2531

>

Waarde Heer Lannoo,
Ik heb geëindigd met 't geen waarmede ik had moeten beginnen. Maar.. ik had zulk vertrouwen in Uw zakelijk aanpakken, en... ik meen toch van U te mogen onderstellen dat Gij kennis genomen hadt van het contract?...[1] Ik meen ook van U gehoord te hebben: dat alles nog bij Van Mierlo was?![2] Maar ook.... dat Gij eene zekere som betaald hebt... aan Van Mierlo, of aan Rigouts heb ik nooit geweten. Over heel de zaak hebt Gij me nooit anders ingelicht dan: "Het komt in orde!"
En nu geeft bijgaanden brief mij de verzekering.... dat het in orde niet komen zal, meer... dat ik, of liever "Gij" of laat ik maar zeggen: wij beiden, gefopt zijn. Ik meende toch dat Gij àlles hadt over genomen?! Ik sta mij af te vragen: wàt moest Rigouts dan aanvangen met die 500 ex[em]pl[aren] die hij 20 april heeft ontvangen? en 21 Mei 100 geb[onden exemplaren] als Gij noch ik op 1 Aug[ustus] nog niets hebben ontvangen? Wat was dat dan voor eene overname? De luxe-ex[em]pl[aren] gingen dan ook ongehinderd naar Rigouts op 26 mei! Ik wilde wel, uit loutere nieuwsgierigheid dat Gij eens informeeren wildet: welke de reden is waarom ik tot nu nog mijn ex[em]pl[aren] niet mocht ontvangen. Dàt vooral interesseert mij meer nog dan de rest.
Ik herhaal: in heel deze zaak hebt Gij mij er buitengelaten, mij nooit anders medegedeeld dan: het komt in orde,- klaag dan a[lstublieft] niet over het misloopen van de zaak, en neem me niet kwalijk dat ik van U eisch dat de clausulen van het contract zouden vervuld worden. Ik laat U alle gemak van betaling, maar het ergert mij dat Gij zoo slap valt om mij de verschuldigde pres[entexemplaren] te doen bezorgen,- dat Gij ze hebt laten naar Antwerpen sturen, waar er gevaar bestaat (voor de luxe-ex[em]pl[aren]) dat ze door Rigouts tot geld gemaakt worden zonder dat ik er ooit iets van te zien krijg. En dat het zoo lang aansleept eer er iets van terecht komt. Ik vind het onvergeeflijk dat Gij die dingen nog moet zien uit handen te krijgen van Regenboog,- en als hij eenvoudig niet antwoordt op Uwe sommatie, wat dan? Maar.... als ik goed lees, ging die sommatie naar Van Mierlo, en niet naar Rigouts,- dàt is een bewijs dat Gij eenvoudig niet op de hoogte zijt van den toestand? Of bedoelt Gij als Uw collega dan toch Rigouts?... hewel, dank U voor zulk een collega![3]

Annotations

[1] Streuvels reageert hier op de brief van Joris Lannoo d.d. 29 juli 1932. Lannoo was nu al geruime tijd aan het onderhandelen met uitgeverij Regenboog om Drie Russische novellen over te nemen, maar er kwam maar geen schot in de zaak. Lode Rigouts van uitgeverij Regenboog bezorgde Streuvels het contract voor Drie Russische novellen op 22 juni 1931. Daarin wordt o.a. bepaald dat de bundel op maximum 3000 exemplaren zou verschijnen en dat er 20 genummerde exemplaren op Hollands papier zouden uitgegeven worden. Als honorarium zou Streuvels 5000 fr. ontvangen, aangevuld met 30 gewone exemplaren (waarvan 15 gebonden) en 10 luxe-exemplaren (in losse vellen).
[2] Drie Russische novellen werd gedrukt bij Van Mierlo.
[3] Cf. repliek van Joris Lannoo in zijn brief aan Streuvels van 1 augustus 1932.

Register

Naam - persoon

Lannoo, Joris (° Tielt, 1891-02-20 - ✝ Tielt, 1971-12-08)

Directeur van drukkerij-uitgeverij Lannoo te Tielt.

Joris Lannoo begon zijn humaniorastudie aan het Tieltse college, maar moest die in 1909 noodgedwongen stopzetten. Op 1 juni 1909 nam hij samen met zijn broer Rafaël een kleine Tieltse drukkerij, drukkerij Horta, over. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als officier aan het front van de Yzer streed, bevond de uitgeverij zich in verval, maar door grote inspanningen werkte Lannoo zich opnieuw op. In 1929 vestigde hij zich in de Kasteelstraat, waar hij een groot bedrijf oprichtte en leidde tot in de jaren '60, toen een ziekte hem geleidelijk het werk uit handen nam en zijn zonen hem opvolgden. Hij gaf veel Vlaamse werken uit van o.a. Stijn Streuvels, Guido Gezelle, Emiel van Hemeldonck, ... Verder was hij ook nog stichtend lid van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. Hij legde contacten met Nederlandse uitgevers als de R.K. Boekcentrale, Van Langenhuysen en Veen, met wie hij jaren samenwerkte. Het bedrijf omvat thans drie afdelingen: drukkerij, grafiek en uitgeverij.

Rigouts, Lode (° Antwerpen, 1904 - ✝ Sint-Job-in-'t-Goor, 1970)

Oprichter en leider van de uitgeverij Regenboog te Borgerhout. Hij verwierf nadien enige bekendheid als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd.

Van Mierlo, Jan (° Turnhout, 1888-10-26 - ✝ Oud-Turnhout, 1977-12-18)

Drukker-uitgever, papierhandelaar.

Broer van pater Jozef Van Mierlo en Leonard Van Mierlo.

Studeerde aan het Sint-Jozefscollege te Turnhout en startte in 1918 een eigen papierzaak en een drukkerij. In 1932 verbond Van Mierlo hieraan een uitgeverij, waarvan hij de leiding toevertrouwde aan Jozef Simons. Toen Thomas Debacker zich in 1925 afscheurde van de katholieke partij en met een eigen lijst naar de verkiezingen trok, steunde Van Mierlo hem financieel in de campagne. Hij werd de officiële voorzitter van de nieuwe partij, de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV). De partij startte een eigen blad, De Nieuwe Kempen, dat in grote mate financieel bij de gratie van Van Mierlo bestond. Samen met Debacker vroeg hij in mei 1929 schriftelijk aan kardinaal Ernest-Joseph Van Roey het recht op erkenning van een eigen katholieke Vlaamse partij in het arrondissement Turnhout. Meteen antwoordde de kardinaal ontkennend, waarop de jezuïeten Jozef Van Mierlo, Desiderius A. Stracke en Jozef Van Opdenbosch samen met priester Eugeen Van de Perre een verweerschrift voorbereidden. Jan Van Mierlo bundelde dit samen in het pamflet Ons Verweer dat hij massaal over het hele arrondissement verspreidde. Debacker behaalde in 1929 een grote kiesoverwinning en door een samengaan van katholieken en nationalisten in de provincieraad, werd Van Mierlo onverwachts provinciaal senator. Zijn parlementaire activiteiten stelden niets voor. Slechts viermaal hield hij een redevoering en in februari 1931 werd hij uit de nationalistische fractie gestoten, mede doordat hij weigerde het door de Vlaams-nationalistische Kamerleden ingediende Federaal Statuut te ondertekenen. Daarna bleef hij uit het parlement weg. Van Mierlo was inmiddels in open conflict geraakt met Debacker, mede als gevolg van het feit dat Van Mierlo vanaf maart 1930 in een polemiek verzeilde met het weekblad Vlaanderen. Hij verzette zich hevig tegen het Groot-Nederlandisme. Ons nationalisme, verklaarde hij, is in eerste instantie van culturele aard. De katholieke godsdienst is de belangrijkste factor van die Vlaamse cultuur en daarom is het Groot-Nederlandisme in strijd met het Vlaams-nationalisme. Debacker daarentegen bekende zich op 7 juni 1930 in De Nieuwe Kempen openlijk voor Groot-Nederland. Voor partijvoorzitter Van Mierlo ging de Turnhoutse volksvertegenwoordiger verder dan het KVV-programma en hij wenste dat Debacker zich achter de federalistische oplossing schaarde. Debacker kon zich grotendeels van de partijsteun verzekeren. In december 1931 verzoende Van Mierlo zich met de KVV, maar toen August Borms in maart 1932 op een partijmeeting in Mol het woord voerde, haakte hij definitief af. In mei 1932 nam hij officieel ontslag en zocht voortaan toenadering tot de katholieke partij. Hij stichtte een nieuw regionaal katholiek weekblad, De Week, dat tot 1944 verscheen, en was vanaf 1934 de uitgever van Nieuw Vlaanderen.

In mei 1940 werd Van Mierlo als verdachte opgepakt en naar Frankrijk weggevoerd (Spooktreinen). In augustus 1940 ondertekende hij de oproep voor de Volksbeweging van het Vlaamsch Nationaal Verbond. Na de bevrijding werd hij niet vervolgd. Na de Tweede Wereldoorlog was hij nog actief in een aantal Kempische economische organisaties.

Naam - uitgever

Regenboog

Resoluut anti-traditionalistisch, ook naar de vormgeving modern, werkte van 1925 tot 1932 te Borgerhout de uitgeverij Regenboog, opgericht en geleid door Lode Rigouts (1904 - 1970), die nadien enige bekendheid verwierf als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd. Rigouts bracht prozawerk van Fritz Francken (Legenden, 1925), Filip De Pillecijn (De rit, 1927), Theo Bogaerts (Brusselsche krabbels, 1927), Lode Zielens (Het jonge leven, 1928), Victor J. Brunclair (De monnik in het westen, 1929), Victor De Meyere (De beemdvliegen, 1930), toneel van P.G. Buckinx (De tredmolen, 1926), poëzie van Frans De Wild (Het huis op de vlakte, 1926), V.J. Brunclair (De dwaze rondschouw, 1926), A.W. Grauls (Cantabile, 1929), Julia Tulkens (Heibloempjes, 1931) en de epische Pan-gedichten van Karel De Winter. Tot de laatste publicaties van Regenboog behoorden de 'memoires' Tien jaar in den Belgischen kerker (1930) en Vier jaar in 't land der Incas (1931) van August Borms. De allerlaatste was de vertaling van Drie Russische novellen (1932) van Stijn Streuvels. Een latere poging van Rigouts om een Vrije Boekengilde van linkse signatuur op te richten (1938) kwam niet van de grond. L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel II: de twintigste eeuw, p. 107.

In een omzendbrief die het ontstaan van uitgeverij Regenboog aankondigde, stond onder andere: 'In Vlaanderen is geworden een Vlaamsch-Nationalistische uitgeversfirma REGENBOOG.' AMVC-Letterenhuis,R 296/D.

Titel - werken van Streuvels

Prischwin, MichailSergejew-Zensky, SergejGorky, Maxim, Drie Russische novellen, Michail Prischwin, S. Sergejew-Zensky, Maxim Gorky (1932). Vertaald door: Streuvels, Stijn. [vertaling]
[Eerste druk], Antwerpen, Uitgeverij 'Regenboog', [1932], [IV] + 179 + [I] p., 19,8 x 15 cm.
Prischwin, MichailSergejew-Zensky, SergejGorky, Maxim, Drie Russische novellen, Michail Prischwin, S. Sergejew-Zensky, Maxim Gorky (1932). Vertaald door: Streuvels, Stijn.
Druk
  • [Eerste druk], Antwerpen, Uitgeverij 'Regenboog', [1932], [IV] + 179 + [I] p., 19,8 x 15 cm.

Indextermen

Naam - persoon

Lannoo, Joris
Rigouts, Lode
Van Mierlo, Jan

Naam - uitgever

Regenboog

Titel - werken van Streuvels

Drie Russische novellen