12 Aug[ustus], '32
Waarde Heer Lannoo,
Dat het tijd wordt voor de schifting,- mij goed.
[1] Maar... Hebt Gij nu nog
De Pillecijn niet te pakken gekregen? Dààr is er toch meer haast bij?...
[2] Met de foto's komt het wel in orde. Toch zou ik liefst Dinsdag aanstaande laten wegvallen en uitstellen tot 23sten. Gij kunt dan best naar hier komen in den voormiddag, en ik ga ook naar Tieghem voor de vertooning.
[3] Tegen dien tijd zal ik dan ook de laatste opnamen gereed hebben die ik zelf gemaakt heb (nu zitten deze nog op eene half afgerolde film die binnen kort geheel zal opgebruikt worden om samen te kunnen ontwikkelen).
't Geen ik bedoelde met de foto die wegvallen moest, als
N[umme]r 75
[4] slaat ook op een dubbel er van onder
N[umme]r 13 - die eveneens wegvallen moet.
Over een herdruk van Kerkhofbloemen, praten wij dan met gelegenheid.
[5]
Spotblad "Reinaert" heb ik niet gezien. Wèl benieuwd.
Met
Rigouts zijn er weer acht dagen voorbij... en nog altijd niets.
[6] Bijgaande kaartje, dat volgens U "veel uitlegt",
[7] legt voor mij niemendal uit: er zijn menschen voor wie het woordje "ziekte" de gemakkelijke uitvlucht is om àlles te dekken,- daartegen heeft men inderdaad geen verweer. Ik wilde echter dat Gij aan die echtgenoote eens de vraag wildet overmaken: sedert wanneer is die zoon lijdend? en al ware hij nu nog zoo lijdend, is dat dan eene reden waarom hij eenvoudig in de onmogeljkheid zijn zou opdracht te geven aan die echtgenoote
[E.] Rigouts: "Pak die boeken in en stuur ze aan dit adres?" Flauwe praats, en het verwondert mij dat Gij U met zulke redens laat in de doeken winden. De initiale fout is geweest: dat Gij er in hebt toegestemd die zaak der present-
ex[em]pl[aren] door
Rigouts te laten leveren aan mij, en Gij niet zelf rechtstreeks hebt afgehandeld met
V[an] Mierlo.
[8] Ik ken dit soort menschen, en ik herhaal U: naar die boeken zal ik nog lang mogen fluiten! 't Geen mij daarin zoo nijdig maakt, is: dat ik nu geen verhaal meer heb op
Rigouts, anders zou ik sedert lang in bezit zijn van mijn
pres[entexemplaren] al had ik ze zelf persoonlijk moeten gaan afhalen! Nu moet ik maar berusten, en wachten... tot Gij eens zult besluiten te handelen. Schrijf me nu
a[lstublieft] niets meer over Uw "aandringen" of over Uw: "het komt, binnen zooveel dagen, in orde".
[9]
De Ceuleneer uit de
Standaard, zwijgt nu gelijk vermoord, en ik kreeg ook nog geen
ex[em]pl[aren] van
Prutske teruggestuurd om vergoed te worden!
[10]
Denkt Gij niet aan de mogelijkheid
De Pillecijn mee
[ ]te
[ ]krijgen op 23sten.?
[11] Dan konden wij hem samen overtrommelen.
In afwachting hoogachtend gegroet
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[2]
Filip De Pillecijn was al een hele tijd een werk over Streuvels aan het voorbereiden, nl.
Stijn Streuvels en zijn werk. De Amsterdamse firma Veen en uitgeverij Lannoo waren het oneens over wie het werk mocht uitgeven. Uiteindelijk verzorgde Lannoo de uitgave voor België, de firma Veen was verantwoordelijk voor de Nederlandse uitgave. De Vlaamse uitgave besloeg 202 pagina's. Ze werd gedrukt op zwaar kunstdrukpapier en gezet uit de Hollandse Medievalletter, 12 punten. 110 meestal onbekende foto's, tekeningen en facsimiles versierden de uitgave. Het boek kostte 30 fr. ingenaaid en 44 fr. gebonden in linnen. Er werden ook 50 genummerde exemplaren gedrukt op Russel With Artpaper en gebonden in linnen tegen 75 fr. per exemplaar. Het boek kreeg een sierlijk en gekleurd schutblad.
Catalogus Uitgeverij Lannoo 1933
[3]
Het gaat om een voorstelling van het
Vlaamsche Volkstooneel.
[4]
Streuvels schreef dit in zijn brief aan Lannoo van
5 augustus 1932.
'Uitleg bij de platen':
- Portret van den Jubilaris, met de zes kruisjes. Tegenover titelblad.
- Zicht op het geboortedorp Heule (p. 11).
- Bladzijde handschrift uit het Cahier de Narrations (p. 13).
- Moeder met de twee zonen bij den rondreizenden portrettetrekker - eene gebeurtenis! (p. 14).
- De Verluchting van het Schrijfboek (p. 15).
- De Vroegste Handteekening (p. 15).
- De Familiegroep in 1890 (p. 17).
- De Bakkerij te Avelgem, waar een tijdlang twee merkwaardige namen boven de deur prijkten (p. 18).
- De Scheldemeerschen in den Winter, waar Streuvels ging varen (p. 19).
- Portret van den negentienjarigen Pasteibakker (p. 21).
- De Schelde te Avelgem (p. 22).
- De eerste Inspiratie onder de hoede van Vader Vondel (p. 24).
- Moeder Lateur, die sprekend gelijkt op haar broer Guido Gezelle (p. 25).
- Bij Moeder en Zuster en den hond Pan (p. 26).
- Aan 't Werk in het kleine, smalle Kamertje te Avelgem; op tafel: het Idioticon en Loquela; aan den wand: eene plaat van Memlinck, de Oogst van Meunier, een Tanagrabeeldje, de portretten van Dostojevski, Ibsen, Verhaeren, Van Langendonck; op de schouw: Gezelle en Vermeylen (p. 27).
- De groote Gebeurtenis: de eerste literaire Brief van Karel van de Woestyne, den 15 Mei 1896 (p. 28-29).
- Schaduwknipsel (p. 30).
- De Scheldemeerschen met den Kluisberg (p. 31).
- Uit den joligen Tijd, met broer Karel en kozen Cesar (p. 32).
- Een bocht van de Schelde (p. 34).
- Uit den somberen Tijd (p. 35).
- De Kerkstraat te Avelgem, met den Dorpsbarbier, den Kleermaker, enz. Links, de twee Schoolgaande Kinderen, Alida en Marietje Staelens (p. 36).
- Foto uit den Tijd van Lenteleven (p. 38).
- Horieneke in den bloemenwegel (p. 39).
- De Ontmoeting met Jules De Praetere, die Lenteleven zal drukken (p. 41).
- Met kozen Cesar in de Pampas (p. 42).
- Met pastor Verriest en pastor Cuppens (p. 44).
- In zwarte Gepeinzen verdiept (p. 45).
- Het Lijsternest (p. 47).
- Een Propagandatocht te Wacken, voor de Verriest-feesten, met Van Severen, Vermeylen, Eeckels, Toussaint, Sevens en Modest Huys (p. 48).
- Aan het groote Raam (p. 50).
- Over de Halve-deur (p. 51).
- De Veldwegel achter het Huis (p. 53).
- Geteekend Portret door Jules Fonteyne, in 1912 (p. 54).
- Het Uitzicht ten Oosten, naar den Hoogen Berg te Tieghem (p. 56).
- De Vogelnesten boven de Woning (p. 58).
- Tocht in de Kempen, met Prof. Geurts, Cesar Gezelle, pastor Verriest, pastor Cuppens en Karel Lateur (p. 59).
- Geteekend Portret door Flor. Aerts, in 1919 (p. 61).
- Aan de Werktafel (p. 63).
- 't Blanke Vel Papier (p. 64).
- Een Krabbel van Flor. Aerts (p. 66).
- De Lange, rechte Steenweg, voor den Oorlog, de vermaarde Olmendreef (p. 67).
- De Houthakker aan 't Werk (p. 69).
- Op 't Lijsternest is de bakker zijn Oven Trouw Gebleven - Element: Vuur (p. 70).
- Terug van den Veldarbeid (p. 72).
- Voeten die Vast op den Grond Staan (p. 73).
- Element: Lucht (p. 75).
- Met Vrienden op Reis (p. 76).
- Ontwerp Bladzijde voor Ingoyghem uit Openlucht. Ter plaats geschreven, op den Heuvel te 4 ure 's Morgens bij 't opstaan der zon. (1/3 verkleind) (p. 78).
- Een Zonne-foto (p. 79).
- Op Reis met de Mijol-Club (p. 80)
- Per Schip op Avontuur met de Schilders (p. 82).
- Bezoek te Gemoet (p. 83).
- Winterwerk: onder 't Licht der Lamp (p. 85).
- Het Werktuig (p. 86).
- Bezoek aan Mistral, te Arles (p. 87).
- Bloemen en Planten moeten Verzorgd worden (p. 89).
- De Boomen van Ongediert gezuiverd, houden den Mensch Lenig en Stevig (p. 91).
- 's Morgens voor Dag en Dauw om Mollen te Vangen (p. 93).
- Den Voomiddag in den Hof met Boomen en Planten Bezig (p. 94).
- 's Namiddags bij de Boeken (p. 95).
- De Mensch heeft Oogen om te Kijken (p. 97).
- Noenestond in den Zomer (p. 99).
- Boomen die men zelf Geplant heeft, zijn de Schoonste (p. 100).
- In de Veranda (p. 103).
- Bloesemweelde in de Kruin van den Appelaar (p. 104)
- Krabbel van een Waalschen Schilder (p. 106).
- Op Wandel (p. 107).
- De Beste Vrienden zijn de Boeken (p. 108).
- Element: Water (p. 110).
- Masker (p. 113).
- Lijsters gereed het Nest uit te Vliegen (p. 114).
- Ondertusschen wordt er kalm voortgewerkt (p. 115).
- De Ingang langs den Tuin (p. 117).
- Van hieruit blikt men over de Wijde Ruimte (p. 118).
- 't Jongste van het Nest (p. 119).
- Masker door Van Immerzeel (p. 121).
- Met 't Waterhoen op de Leie (p. 122).
- Borstbeeld door Gaston Martens (p. 124).
- Op Zoek naar het Juiste Woord (p. 126).
- Op den Uitkijk (p. 127).
- Prutske aan 't Mijmeren (p. 129).
- In 't Land van Genoveva. 't Laacher Meer in 't Eifelgebergte (p. 131).
- Masker achter Tralies (p. 134).
- Onder de Boomen (p. 135).
- Onder den IJzertoren te Dixmuide (p. 136).
- Krabbel door Alb. Vandyck (p. 139).
- Tocht op de Leie (p. 140).
- De Geschrevene Tekst wordt naderhand Getypt (p. 143).
- Prentenkijken blijft altijd eene prettige Bezigheid (p. 146).
- Bladzijde Handschrift uit Alma (op de helft verkleind) (p. 148).
- Medaillon door Karel Lateur (p. 150).
- Zicht over Ingoygem dorp (p. 151).
- 's Zondags in den Zomertuin (p. 154).
- Een Duitsche Baanwacht die weinig ontzag uitoefent (p. 155).
- In de Bibliotheek te Antwerpen (p. 156).
- Op 't Water met Saverijs (p. 160).
- Na den Arbeid smaakt de Pijp lekker (p. 164).
- Bezoekers op Lijsternest worden Welkom toegewuifd (p. 167).
- Bij de Kippen (p. 171).
- Portret geteekend door Alb. Vandyck (p. 176).
- Moeder met haar Twee Jongste Dochters (p. 181).
- Het Gezin (p. 186).
- En nu op Reis (p. 190).
- Tweede Bezoek in 't land van Genoveva (p. 193).
- Het Wapenbord (p. 195).
- Het Lijsternest: 't Geen de Tijd er van gemaakt heeft (p. 196).
- Het Feestmaal van den 60-Jarige: Wààr en Wie is de Jubilaris? (p. 198).
[5]
Cf. voor de afloop van deze kwestie o.a. de brief van Streuvels aan Lannoo van
12 oktober 1933.
[6]
Lannoo was nu al geruime tijd aan het onderhandelen met uitgeverij Regenboog om
Drie Russische novellen over te nemen, maar er kwam maar geen schot in de zaak. Lode Rigouts van uitgeverij Regenboog bezorgde Streuvels het contract voor
Drie Russische novellen op
22 juni 1931. Daarin wordt o.a. bepaald dat de bundel op maximum 3000 exemplaren zou verschijnen en dat er 20 genummerde exemplaren op Hollands papier zouden uitgegeven worden. Als honorarium zou Streuvels 5000 fr. ontvangen, aangevuld met 30 gewone exemplaren (waarvan 15 gebonden) en 10 luxe-exemplaren (in losse vellen).
[8]
D.i. de drukker van
Drie Russische novellen.