9 Sept[ember], '32
Waarde Heer Lannoo,
Ziehier 't geen ik heden van
Rigouts ontving.
[1] Ik heb hem samen met dezen brief, geantwoord: het bericht van
Van Mierlo, dat hij die 12 luxe-
ex[em]pl[aren] sedert 26 mei in bezit heeft,
[2] - waarom hij mij toen niet heeft medegedeeld waarin die vergissing bestond (vergissing die opzettelijk door
Rigouts moet gebeurd zijn, want
Van Mierlo schreef mij: "er werden mij nooit meer dan twaalf luxe-
ex[em]pl[aren] besteld." Wat dit banden betreft, schrijf ik aan
Rigouts dat dit ook geene reden was om mij daarvan in 't ongewisse te laten,- dat ik toch bereid ben het bedrag dier banden te betalen! De heele schuld is dat die menschen stom blijven zitten. Nu kan zijn moeder dit wel in orde brengen, en Gij ziet dat hij toch wel een brief lezen kan, en schrijven ook: als 't .... nood doet.
Ik weet nu niet hoever Gij Uw besluit van terugzending hebt uitgevoerd?....
[3] En ik sta ook voor de vraag: wat gebeurt er dan met de
ex[em]pl[aren] die in Holland
[4] zijn?.... En hoe staat de zaak dan met het
hon[orarium]? Wie is er in het bezit der koopwaar - de boeken? En wie moet ik dan aanspreken om mijn
honorar[ium] te krijgen. Al dingen waarover Gij mij meen ik, zoudt moeten inlichten. Schrijf mij nu maar: hoever de zaak staat.
[5] Indien ik nu van
Rigouts die tien
ex[em]pl[aren] "gebonden" krijg, acht ik mij tevreden, en ik betaal hem den prijs van het binden. Ik ben daar nooit tegen opgekomen,... want van die banden of binden, weet ik nu eerst.
Het schutblad stuurde ik U gister terug.
[6] Ik vind het goed, alhoewel ik het mij ànders had voorgesteld,
n[ame]l[ijk] de verspreide boekbanden over heel de ruimte van het blad. De kop ook geeft eenigszins den indruk dat hij van onder de gilliotien komt! - de hals is afgesneden! die zwarte lijn rond het profiel, moest een gedegradeerde schaduw fond zijn.
enz[ovoort] Nu: mij wel, gelijk het is.
Ik meen toch dat Gij weet hoe de laatste foto's (Lijsternest en medaillon) moeten geclicheerd worden? De medaillon, rond uitgesneden en de andere: juist de plaat en de rest wegvallen, omdat ze dienen moeten (tamelijk verkleind) als sluitstukken.
[7] De foto van
Kuypers (banket jubileum-feest) was vergezeld van een schrijven, waarbij bepaald werd dat de foto ongeschonden en in goeden staat aan den eigenaar moet terug besteld worden! In dit geval aan mij dus, opdat ik wel zeker ben dat hij die terug heeft gekregen.
[8]
Ik hoop dat het met de kleine Godelieve weer beter is? Gij zijt ten ander niet de eenige in de tribulaties. Wij hebben hier iets aan de hand... van erger soort, en waarover ik U later wel iets van vertellen zal.
Intusschen Hoogachtend gegroet
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
Streuvels heeft het hier over de brief van Lode Rigouts aan Streuvels van
4 september 1932.
[2]
Lannoo was nu al geruime tijd aan het onderhandelen met uitgeverij Regenboog om
Drie Russische novellen over te nemen, maar er kwam maar geen schot in de zaak. Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels d.d.
1 september 1932. Lode Rigouts van uitgeverij Regenboog bezorgde Streuvels het contract voor
Drie Russische novellen op
22 juni 1931. Daarin wordt o.a. bepaald dat de bundel op maximum 3000 exemplaren zou verschijnen en dat er 20 genummerde exemplaren op Hollands papier zouden uitgegeven worden. Als honorarium zou Streuvels 5000 fr. ontvangen, aangevuld met 30 gewone exemplaren (waarvan 15 gebonden) en 10 luxe-exemplaren (in losse vellen).
[3]
Op 7 september 1932 had Joris Lannoo aan Regenboog geschreven:
Sedert maanden nu dat er gewerkt wordt, om de overname van de "3 Russische Novellen" in orde te brengen, heb ik in deze zaak niets dan miseries gekend[.]
Ik ga akkoord de uitgave over te nemen, omdat een deel der uitgave geen firma dragen: het blijkt achteraf, dat er toch op den omslag uw firmanaam staat en ik word in moeilijkheden gebracht met mijn hollandsch medeuitgever. Ik heb nog de kosten voor mij van nieuwe omslagen te laten maken en op te zenden. Ook het cliché moet diensvolgens gewijzigd worden en brengt me extra-onkosten.
De presentex. van den schrijver te zenden is zoo hinkend gegaan, dat het nog niet in orde is en dat de vertaler me voortdurend lastig valt zoodat onze betrekkingen die totnogtoe steeds in volle verstandhouding geschied zijn er onder dreigen verbroken te worden. Ik wordt verweten, dat ik hem door U sedert maanden laat aan het lijntje houden. Waarom werden nog stees de gebonden luxe-ex. niet aan den schrijver (vertaler) niet gezonden. Ik vroeg het U verleden week nog. U beloofdet mij, dat alles zou gezonden worden. Dh. Lateur ontving geb. ex. der gewone uitgave en geen luxeex. en ik ontving spijts uw belofte nog steeds geen gebonden ex.
Nu is mijn geduld werkelijk ten einde en ik wil in geen moeilijkheden komen met den heer Lateur door uw schuld, want hij houdt geweldig aan die luxe-ex.
Daarom zal ik [in] den loop der week alles naar Turnhout terugsturen en vragen, dat ook uit Amsterdam alles terugkeert. (...) Afschrift van de brief van Lannoo aan Regenboog in het Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 2, briefwisseling H-U, 1932-1933
Nog diezelfde dag schreef Lannoo aan Van Mierlo, de drukker van Drie Russische novellen: Verleden week heb ik den heer Rigouts der uitgeverij "Regenboog" bedreigd U niet te betalen en alles terug te sturen, indien de zaak der presentex. (geb.) met den vertaler van de "3 Russische Novellen" niet in orde kwam.
Spijts alles zijn de geb. luxe-ex. niet toegekomen. Het duurt nu reeds maanden en ik heb last met dh. Lateur. Het kan toch niet, dat ik moeilijkheden heb door de schuld van anderen en, als die na verwittiging niet afdoende handelen, dat ik maar laat begaan!
Ik heb aan dh. Rigouts geschreven, dat alles teruggestuurd wordt, zoodat hij nu tegenover U moet zien in orde te komen. Ik zend U terug wat door U rechtstreeks aan mij gestuurd werd en zoo hebt U toch steeds een waardevolle uitgave in handen, die ruim de drukonkosten moet dekken. Brief in het Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 3, briefwisseling V-Z, 1932-1933
[4]
Bij de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen.
[6]
D.i. het schutblad voor het boek
Stijn Streuvels en zijn werk, dat Filip De Pillecijn al een hele tijd aan het voorbereiden was. De Amsterdamse firma Veen en uitgeverij Lannoo waren het oneens over wie het werk mocht uitgeven. Uiteindelijk verzorgde Lannoo de uitgave voor België, de firma Veen was verantwoordelijk voor de Nederlandse uitgave. De Vlaamse uitgave besloeg 202 pagina's. Ze werd gedrukt op zwaar kunstdrukpapier en gezet uit de Hollandse Medievalletter, 12 punten. 110 meestal onbekende foto's, tekeningen en facsimiles versierden de uitgave. Het boek kostte 30 fr. ingenaaid en 44 fr. gebonden in linnen. Er werden ook 50 genummerde exemplaren gedrukt op Russel With Artpaper en gebonden in linnen tegen 75 fr. per exemplaar. Het boek kreeg dus ook een sierlijk en gekleurd schutblad.
Catalogus Uitgeverij Lannoo 1933
[7]
Uit de 'Uitleg bij de platen' (p. 7-10):
- Medaillon door Karel Lateur (p. 150).
- Het Wapenbord (p. 195).
[8]
Uit de 'Uitleg bij de platen' (p. 7-10): Het Feestmaal van den 60-Jarige: Wààr en Wie is de Jubilaris? (p. 198).