FRANK·LATEUR
29 Mei, '33
Waarde Heer Lannoo,
Dat is een goed en lofwaardig werk.
[1] Het zal er van afhangen: wie die mannen zijn die met U samenwerken. Het komt er vooral op aan.... een uitgever (en een geschikte) te vinden!
"
Land en Leven" is nog vrij, en ik meen ook dat het een geschikt boek is,
[2] al ware 't maar om in het buitenland propaganda te maken voor Vlaanderen. De regeering zou eigenlijk zulk eene poging moeten steunen! "
Teleurgang" met voorbehoud,
[']t[ is te zeggen] het boek is in vertaling gegeven, maar: als ik van een ànderen vertaler weet die mij een uitgever verzekert, is het boek vrij.
[3] Er zijn nog wel enkele andere boeken vrij, maar voor het buitenland heeft men liefst een roman, ofwel een boek uit één stuk. Voor
L[and] & Leven is het illustratie-materiaal (de cliché's) bij
Veen, en wel in bruikleen te krijgen (daar zorg ik desnoods voor), ànders heb ik hier nog al de oorspronkelijke platen bij elkaar liggen.
Voor 't geen de voorwaarden betreft, is daar veel verscheidenheid in; ik heb er die eene vaste som betalen, andere: het
honor[arium] verdeeld tusschen schrijver en vertaler, per uitgaaf, ofwel elk de helt, ofwel: een derde voor den vertaler en 2/3 voor den auteur. Dit alles kan geregeld worden, wanneer de uitgever opgediept is.
Of er te Tieghem tijd zal zijn in de tusschenpoozen, valt te betwijfelen (vooreerst: er zijn geen tusschenpoozen!) en ik moet daar een serie foto's nemen voor documentatie. Ik meen ten ander van U gehoord of gelezen te hebben: dat er alleszins iets bijzonders gebeuren zou om de boeken en vlaggetjes van Tieghem dien dag te doen verkoopen???
[4] Dat kan niet gebeuren met Uw bezoek den Zondag zelf! De man uit het winkeltje
[5] heeft er mij reeds voor aangesproken, maar op dien vent valt niet te rekenen. Waarom daar geen man aangesteld (een van buiten de parochie) met een tafeltje en een stapel boeken?... en eenige leurders met vaantjes? Ware dat niet te doen? Mij dunkt, er ware voor die menschen een goede daghuur te verdienen, en... als er niets gedaan wordt, zullen die duizenden bezoekers te Tieghem niet eens "weten" dat er boeken en vaantjes over Tieghem bestaan. Aan de kapel zelf,
[6] valt daarvan weinig te bespeuren.
Met de firma
Veen valt er zeker véél te bespreken, maar ik wacht nog altijd naar den noodigen uitleg van
Abr[amsz] over mijne vraag: den staat van verkoop der
Gezelle-uitgaaf in de laatste acht jaren?
[7] Hij beschouwt het als: den stok die gevonden wordt als men een hond wilt slaan. Ik, integendeel beschouw het als eene ernstige reden om niet in dezelfde voorwaarden eene nieuwe uitgaaf aan te gaan. Enkele familieleden, aan wien ik de zaak onderworpen heb, zijn er bepaald tegen.
[8] De zaak blijft dus hangen, en als 't noodig blijkt, worden er met
Gezelle heel andere dingen ondernomen.
De familie is goed thuisgekomen van Thielt,- een beetje nat, maar opgewekt.
Wat zal het Zondag zijn?..... Jubel... of Ramp!.?
Hoogachtend gegroet
(paraaf Stijn Streuvels)
Annotations
[2]
nl. om in het Duits te vertalen. Maar van
Land en leven in Vlaanderen is geen Duitse vertaling in boekvorm verschenen.
[3]
Pas in 1938 werd door Engelhorn Verlag een Duitse vertaling van
De teleurgang van den Waterhoek gepubliceerd:
Die grosse Brücke. Roman.
[4]
De in de brief vermelde vlagjes ('vaantjes') en plakbrieven of affiches
H. Lemaire, De taal van Stijn Streuvels, deel II/5, p. 1330 kondigden het verschijnen van
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord aan. De affiches waren ook bedoeld voor het passiespel
Drama Christi, dat in juni 1933 te Tiegem werd opgevoerd.
[5]
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord werd verkocht in de Kapellewinkel of Boutique de Bois de St.-Arnould, een souvenierwinkeltje vlakbij het Tiegembos.
Godfried Van de Meulebroeke, Terugblik op Tiegem, p. 50
[6]
Sint Arnoldus, patroon van Tiegem, wordt enige wonderen toegeschreven. De legende vertelt dat Sint Arnoldus als bisschop op een zekere dag in Vlaanderen vertoefde, waar de pest heerste. In een brouwerij in de buurt roerde hij met zijn staf in het brouwsel en verkondigde dat iedereen die er van zou drinken, zou genezen. En zo geschiedde het. In Tiegem begon de verering van de heilige Arnoldus in 1816 na de wonderbaarlijke genezing van Fransisca d'Hulst uit Rollegem. Met breuken in arm en voet genas de dochter van de smid plots toen ze water gebruikte van de toen pas ontdekte Sint-Arnoldusbron in het Holdenbroekbos, in de buurt van het vroegere ridderslot van de heren van Tiegem. Het jaar daarop was het de beurt aan de weduwe Van Der Schelden. De vrouw had een ongeneeslijke ziekte aan haar zintuigen. Ze besprenkelde haar ogen met het bronwater en genas. Hierna volgde het ene mirakel het andere op. En allen vonden ze plaats bij die bewuste bron. Later werd dit het Sint-Arnoldus park. Dankzij de royale vrijgevigheid van een schatrijke koopman Vital Moreels werd er een kapel gebouwd die in 1866 door de toenmalige bisschop van Brugge plechtig werd ingewijd. Later stond Oudenburg, waar Sint Arnoldus was gestorven, een relikwie af, die uitgestald is in een schrijn naast het altaar in de Sint-Arnolduskapel.
http://web.archive.org/web/20050828045910/http://home.tiscali.be/legendes/Westvlaanderen/Anzegem/Arnoldus.htm
[7]
In 1925 werd van start gegaan met de uitgave van
Guido Gezelle's Dichtwerken. Dit was een heruitgave van het volledige werk van Gezelle, in 10 delen, ter ere van de vijfentwintigste verjaardag van diens dood.
- In juli 1925 verschenen:
- 1. Dichtoefeningen. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 2. Kerkhofblommen. Zestiende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- in augustus 1925 verschenen:
- 3. Gedichten, gezangen, gebeden en kleengedichtjes. Zevende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 4. Liederen, eerdichten en reliqua. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 5 en 6. Tijdkrans. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]. 2 boekdelen
- in september 1925 verschenen: 7 en 8. Rijmsnoer. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, 1925. 2 boekdelen
- in oktober 1925 verschenen:
- 9. Hiawadha's lied. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 10. Laatste verzen. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
Deze uitgave was een samenwerking tussen Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo in Tielt en Uitgeverij L.J. Veen in Amsterdam.
Op 30 januari 1925 schreef Abramsz aan Streuvels: Alvorens mij met drukker en papierhandelaar over Gezelle 1/10 te verstaan, zou ik U gaarne, natuurlijk met Uw goedkeuring, mijn plan eerst willen voorleggen. Teneinde eens van mijn ongeveer 2000 ex. 11/14 af te komen, zou ik 2000 ex. willen drukken van 1/10 en 1000 extra 1/10 om, als die 2000 1[1]/14 eventueel weg zijn, dan verder alleen 1/10 te verkoopen. Ik bemerk uit Uw schrijven, dat U voor België ook 1/10 noemt en dus 11/14 onuitgegeven laat, [...] Ik MOET voor mijn 3000 ex. natuurlijk bij Thieme terecht komen, omdat deze 11/14 heeft gedrukt. Vindt U mijn plan goed, dan kan ik U den prijs voor België der 2000 ex. opgeven, nadat ik met Thieme heb onderhandeld en daarna een concept-contract opmaken, wanneer ik den ingenaaiden verkoopsprijs voor Nederland heb bepaald. Alvorens iets te doen, wacht ik eerst Uw antwoord. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
In Kort overzicht van de geschiedenis van L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V Amsterdam (1947) lezen we op p. 68 van de catalogus: Guido Gezelle, Dichtwerken. 1925. XIV dln. Guido Gezelle's Dichtwerken waren in Nederland in 14 delen verschenen, de 10 delen die in 1925 opnieuw uitgegeven werden, met 4 bijkomende deeltjes Gelegenheidsgedichten. Dit wordt bevestigd in een brief van de firma Veen aan Streuvels van 13 januari 1925: mijn 2000 ex. Gezelle 11/14 (Gelegenheidsgedichten, kleine uitgave). Deze gedichten verschenen voor de eerste maal in 1912 bij Veen: Guido Gezelle, Gelegenheidsgedichten. Amsterdam, L.J. Veen, 1912. In 1913 verscheen een tweede, in 1915 een derde druk.
[8]
De erven-Gezelle hadden Streuvels als hun hoofd en woordvoerder aangeduid. Streuvels trad dus op als bemiddelaar tussen de erven en de uitgevers, en zorgde in die hoedanigheid voor de uitgave van Gezelles ongeveer 2500 nagelaten gedichten, die voortaan in zijn bezit waren. De publicatierechten waren natuurlijk een welkome aanvulling op zijn persoonlijke inkomsten als schrijver, maar daarnaast was Streuvels wel verantwoording verschuldigd tegenover de erven, wat af en toe tot strubbelingen met de uitgevers leidde.