Hit 1 of 50


Waarde Heer Lannoo,
Begrepen:[1] het is dus "publiciteit" en niet "verkoopen". Het meest praktische in dit geval is: dat Gij zelf een man naar Tieghem stuurt om dit karweitje uit te voeren, want, in Tieghem hebben ze nu de handen vol, en: "wat ge wilt goed gedaan hebben, doe het zelf!" Ik zie die mannen nog dezen avond en zal hen interpelleeren daarover. Vindevogel kreeg nog altijd geen nieuws over zijn molens (moeten er foto's gemaakt worden? is de vraag.[2] Als er Zondag geen gelegenheid is om te praten, kom ik U in 't kort vinden te Thielt, waar ik toch komen moet, maar eerst:... toekomende week, jury-lid aan 't assisenhof te Brugge!!!! Tegen dien tijd zal ik met de familie, èn met Abr[amsz] in 't reine zijn.[3]
Hoogachtend gegroet
(handtekening Stijn Streuvels)
AVELGHEM 31.V.33
Den Heer Joris Lannoo
uitgever
Meulebeekschesteenweg
Thielt
 

Annotations

[1] Streuvels antwoordt hier op de brief van Lannoo van 30 mei 1933.
[2] Van Vindevogel was er bij Lannoo een manuscript over molenaars ter lezing. Hector Vindevogel, alias Torie Mulders scheef een paar boeken maar kon er slechts één publiceren, nl. Honderd jaar dorpskroniek van Tiegem (1945). H. Speliers, Dag Streuvels, p. 495
Cf. antwoord van Joris Lannoo op 1 juni 1933.
[3] En dit of er al dan niet een heruitgave van Guido Gezelle's Dichtwerken zou verschijnen. De erven-Gezelle hadden Streuvels als hun hoofd en woordvoerder aangeduid. Streuvels trad dus op als bemiddelaar tussen de erven en de uitgevers, en zorgde in die hoedanigheid voor de uitgave van Gezelles ongeveer 2500 nagelaten gedichten, die voortaan in zijn bezit waren. De publicatierechten waren natuurlijk een welkome aanvulling op zijn persoonlijke inkomsten als schrijver, maar daarnaast was Streuvels wel verantwoording verschuldigd tegenover de erven, wat af en toe tot strubbelingen met de uitgevers leidde. Cf. voor deze kwestie verder de brief van Joris Lannoo aan Streuvels van 11 juni 1933.

Register

Name - person

Abramsz, A.P. (° 1887 - ✝ 1938)

Directeur van de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen.

Dhr. Abramsz trad in 1888 toe tot de Nederlandse uitgeverij L.J. Veen. Aanvankelijk bestond zijn taak uit het colporteren van boeken. Zijn persoonlijke voorkeur ging uit naar de werken van Marie Corelli en Hall Caine. Na het overlijden van de stichter L.J. Veen, werd Abramsz bedrijfsleider. Toen in 1930 het bedrijf in een naamloze venootschap werd omgezet, werd hij tot directeur benoemd. Na bijna vijftig jaar zich ijverig ingezet te hebben voor deze zaak, overleed Abramsz in 1938.

Lannoo, Joris (° Tielt, 1891-02-20 - ✝ Tielt, 1971-12-08)

Directeur van drukkerij-uitgeverij Lannoo te Tielt.

Joris Lannoo begon zijn humaniorastudie aan het Tieltse college, maar moest die in 1909 noodgedwongen stopzetten. Op 1 juni 1909 nam hij samen met zijn broer Rafaël een kleine Tieltse drukkerij, drukkerij Horta, over. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als officier aan het front van de Yzer streed, bevond de uitgeverij zich in verval, maar door grote inspanningen werkte Lannoo zich opnieuw op. In 1929 vestigde hij zich in de Kasteelstraat, waar hij een groot bedrijf oprichtte en leidde tot in de jaren '60, toen een ziekte hem geleidelijk het werk uit handen nam en zijn zonen hem opvolgden. Hij gaf veel Vlaamse werken uit van o.a. Stijn Streuvels, Guido Gezelle, Emiel van Hemeldonck, ... Verder was hij ook nog stichtend lid van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. Hij legde contacten met Nederlandse uitgevers als de R.K. Boekcentrale, Van Langenhuysen en Veen, met wie hij jaren samenwerkte. Het bedrijf omvat thans drie afdelingen: drukkerij, grafiek en uitgeverij.

Mulders, Torie (° 1883-07-05 - ✝ 1961-01-21)

Torie Mulders was de roepnaam van Hector Vindevogel. Hij was de laatste eigenaar/molenaar van de (verdwenen) Bergmolen op de Tiegemberg in Tiegem (Anzegem). Hij schreef enkele studies over windmolens en was ook toneelspeler en -regisseur. Vindevogel was bevriend met Stijn Streuvels, die vanuit zijn raam een panoramisch zicht had op de Tiegemberg.

Op 29 augustus 1936 werd tijdens de opnamen van de film 'Het kwade oog' (naar een scenario van Herman Teirlinck en met cineast Charles de Keukeleire) de Bergmolen omgetrokken. Valerius De Saedeleer en Stijn Streuvels protesteerden tegen deze sloop. Anderzijds had Stijn Streuvels een en ander met Torie afgesproken op verzoek van zijn vriend Herman Teirlinck.

Bron: http://www.molenechos.org/verdwenen/molen.php?AdvSearch=4952